artikelen over geschiedenis didactiek

Shakespeare's rusteloze wereld

Neil MacGregor. Shakespeare’s rusteloze wereld. Een verrassende geschiedenis in twintig voorwerpen
Amsterdam, Hollands Diep, 2016, 336 blz. – vertaald uit het Engels door Pon Ruiter – ook als e-boek.

Waardering: * * * */ 5
.

Shakespeare's rusteloze wereld


2016 is een jaar van overlijdens en herdenkingen. Voor polyvalente supersterren als David Bowie (1947 - 10 januari 2016), Prince (1958 – 21 april 2016) is haast overmatig wereldwijd gerouwd door hele horden fans, die hun verdriet uitdrukten met bloemen, kaarsen, dans en zang. In 2012 was het 500 jaar geleden dat Mercator geboren werd. 2014 was niet alleen het jaar waarin we het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 herdachten, maar ook het jaar van Vesalius (31 december 1514 – Zakynthos (Griekenland), 15 oktober 1564) (1).

In 2016 is een hele plejade aan de beurt in zeer diverse vieringen en/of aanleidingen.
Utopia, het tegenwoordig meest beroemde werk vanThomas More (humanist, martelaar: op last van Hendrik VIII terechtgesteld in 1535, heilig verklaard in 1935); Cervantes (Don Quichote) en de onsterfelijke Wiliam Shakespeare (+ 23 augustus 1616), die op dezelfde dag zouden overleden zijn. En last but not least: Jeroen Bosch, van wie het overlijden in 1516 met overdonderend succes gevierd is in een ‘once in a lifetime’ tentoonstelling in ’s Hertogenbosch, geopend door koning Willem-Alexander in hoogst eigen persoon.
De reeds lang volledig uitverkochte tentoonstelling klokte zondag 8 mei 2016 af op 421.700 bezoekers, waaronder uw dienaar en familie.
Leuven herdacht Vesalius in 2014 met een hele reeks activiteiten en een heus stadsfestival.
Voor de activiteiten rond de uitgave van Thomas Mores Utopia in de universiteitsstad, eind dit jaar, was de befaamde Italiaanse semioloog Umberto Eco (De naam van de Roos, 1980) gevraagd als curator. Maar die overleed ondertussen zelf, 84 jaar oud, op 19 februari 2016.

Ondertussen zijn de Utopia-festiviteiten in Leuven achter de rug. Zie: Visioenen van een ideale wereld? Het wereldbeeld van Thomas More en zijn Utopia (1516)

 

Inhoud

Het lijkt wel een nieuwe trend in geschiedschrijving: boeken rond relevante voorwerpen, zoals Gijs van der Ham, Jerry Brotton en Neil MacGregor of over een cruciaal jaar, zoals Ian Buruma of Simon Hall (2).

De auteur: Neil MacGregor (1946) ontpopt zich ongetwijfeld tot de grootmeester van dit genre. Tot einde 2015 was hij directeur van het British Museum; van 1987 tot 2002 leidde hij de National Gallery, eveneens in Londen.
MacGregor verwierf internationale bekendheid en faam door een onverwachte bestseller: A History of the World in 100 Objects (uit het British Museum, 2010), dat maandenlang op de eerste plaats stond in de top 10 van non-fiction in Groot-Brittannië. (In het Nederlands vertaald als Een geschiedenis van de wereld in 100 voorwerpen.)

Dit boek is merkwaardig genoeg oorspronkelijk gebaseerd op een reeks radio-uitzendingen van BBC Radio 4, wat de uitdaging meteen groter maakte, want de luisteraar kon in principe niet zien wat MacGregor besprak. Deze 'handicap' werd echter een troef van formaat. Omdat MacGregor rekening moest houden met de beperkingen van het medium, was hij genoodzaakt de beschrijving bijzonder raak en helder te formuleren, wat de leesbaarheid enkel ten goede is gekomen.
Immers, als er nu iets visueels bestaat, dan toch wel voorwerpen in een museum! Hoe loste de BBC dit op? Door duidelijk een werkelijk multimediale toer op te gaan. Bij de uitzendingen hoorde een website, die op het ogenblik dat dit geschreven wordt -mei 2016- nog in volle gebruik is. Het resultaat is: een boek dat je zou meenemen naar een onbewoond eiland, liefst op iPad natuurlijk (kwestie van gewicht en hoeveelheid literatuur).
Sindsdien herhaalde MacGregor de succesformule met Duitsland. Biografie van een natie (2015) en vooral met dit Shakespeare’s rusteloze wereld. Een verrassende geschiedenis in twintig voorwerpen (2016) (3). Ook nu kan je de voorwerpen en de teksten terugvinden op de site van de BBC.

In zijn inleiding legt hij zijn bedoeling uit. ‘Voorwerpen kunnen doen wat literatuurkritiek niet vermag. Het doel is niet inzicht krijgen in één mens, maar in een hele generatie, namelijk alle Engelsen die omstreeks 1560 zijn geboren.’ Dit levert een volledig andere kijk op. MacGregor reconstrueert een heel tijdsgewricht aan de hand van twintig goed gekozen voorwerpen, telkens gelardeerd met citaten uit de toneelstukken, die via de voetnoten in het boek snel kunnen geïdentificeerd worden. En dat maakt de ondertitel effectief relevant: je krijgt een volledig andere kijk op het onderwerp, hoewel over Shakespeare reeds sinds eeuwen complete bibliotheken zijn volgeschreven.

MacGregor –en de experts die hij laat opdraven in zijn radioprogramma’s- bezitten de zeldzame gave om niet alleen geïnteresseerde neofieten behoorlijke correcte basisinformatie te verschaffen, maar tevens hun nieuwsgierigheid aan te wakkeren naar meer. Een verlangen waarin we hier pogen te voorzien door de wenken en hyperlinks in de voetnoten.

In de uitbeelding van de menselijke natuur blijft Shakespeare onovertroffen. Om te beseffen welke vernielingen jaloezie kan aanrichten, ‘het monster met de groene ogen, de gevaarlijkste en meest onderschatte van de hoofdzonden’ moet je Othello de Moor van Venetië (1604) lezen of zien opvoeren (4).
Tot wat machtswellust kan leiden zie je onder meer bij Macbeth. In zijn koningsdrama’s is de zo begeerde kroon een soort behekst voorwerp, dat een eigen leven lijkt te leiden, zijn dragers gaat beheersen en niet zelden naar de ondergang voert. Te vergelijken met de ‘ringen van macht’ in The Lord of the Rings van Tolkien.

Zo zouden we nog een tijd kunnen doorgaan.
De ware erfenis van William Shakespeare valt niet uit te drukken in materiële criteria. Hij laat een oeuvre na dat zijn gelijke niet kent. Het bestaat uit honderdvierenvijftig sonnetten, meestendeels handelend over de liefde, en achtendertig toneelstukken die grofweg uiteenvallen in drie categorieën: tragedies, historische drama’s en komedies.
De rijkdom van zijn beste stukken bestaat erin dat ze meerduidig zijn, en dat ze allusies en harde feiten, humor en tragiek, effectbejag en filosofie, het platte en het verhevene naadloos mengen – meestal in verbluffende verzen, uitermate geschikt als citaat.
Shakespeare is ongetwijfeld ‘a man for all seasons’. Hij blijft actueel.
Volgens recent onderzoek is hij meer geliefd buiten Engeland dan in zijn geboorteland zelf. Vermoedelijk omdat men hem op Britse scholen voornamelijk leest in de oorspronkelijke, moeilijk toegankelijk geworden versie, in andere landen vaak in moderne hertalingen. Vergelijk met middeleeuwse teksten of Lucifer van Vondel op onze scholen (5).
Als moderne versies heb je bijvoorbeeld Tom Lanoye met zijn zeer gesmaakte marathonuitvoering Ten Oorlog! die ook in andere landen en talen een groot succes beleeft. Of Ed Franck, die in Te veel verdriet voor één hart. Vier tragedies van Shakespeare opnieuw verteld een schitterend uitgegeven en geïllustreerde eigentijdse prozahertaling brengt van Hamlet, Othello, Koning Lear en Macbeth (6). Voor het universele karakter van Shakespeare pleit dat de beroemde Japanse filmregisseur Akira Kurosawa (1910-1998) zijn King Lear in 1985 naar een andere culturele context kon omzetten als Ran (Chaos).

Doch Shakespeare is tevens een kind van zijn tijd en actualiteit, wat in zijn tragedies voor een onderliggende laag zorgt die voor zijn tijdgenoten zonneklaar was, maar ons vaak ontgaat.

Op deze website is in enkele jaren tijd veel aandacht besteed aan wereldbeelden in de ruime betekenis van het woord. Zo is een hele cluster, een heel netwerk bij elkaar gebracht met veel unieke en niet eerder gepubliceerde illustraties, zeker als je rekening houdt met de hyperlinks (7).
Daarom volgt hier uit MacGregors twintig voorwerpen een selectie van vier die een direct verband leggen met Shakespeare en zijn rusteloze wereldbeeld.

1. Engeland gaat mondiaal. De ‘circumnavigational medal’ van Sir Francis Drake

Oberon: Snel rondom de aarde gegaan,
Vlugger dan die zwerfster maan.
(Een Midzomernachtsdroom, 4.1.96-97.)

Waarom is Shakespeares Londense theater de ‘Globe’ gedoopt? Omdat de naam een perfecte weerspiegeling is van de tijdgeest en het wereldbeeld omstreeks 1600. Toevallig worden net in deze periode een aantal theaters gebouwd, waar de toeschouwers - op de goedkoopste staanplaatsen -voor een luttele penny de stukken konden bijwonen, die deze tijdgeest ten tonele brachten.

In 1580 meerde de ‘Golden Hind’, onder bevel van Francis Drake aan in de haven van Plymouth, na een reis om de wereld die drie jaar in beslag had genomen. Sir Francis Drake was de eerste Engelsman en nog maar de tweede kapitein in de Europese geschiedenis, die daarin geslaagd was (na Magellaan in 1519-1522). Zijn exploten veroorzaakten een algemeen enthousiasme in het hele land, ongetwijfeld ook bij de toen 16-jarige William Shakespeare, die kort daarna zijn theatercarrière zou aanvangen. Voor hem en zijn tijdgenoten waren de grenzen van de mogelijkheden en de kennis van de wereld plotseling enorm verlegd.

Tijdens zijn reis ontdekte Drake nieuwe gebieden ten noorden van Californië, maar ook dat Tierra del Fuego (Vuurland) niet vastzat aan een veronderstelde en nog niet ontdekte zuidelijke continent Terra Australis, zoals men toen nog aannam. Dat betekende dat hij een nieuwe route had gevonden, waarbij men de door de Spanjaarden beheerste Straat van Magellaan kon omzeilen. Om strategische redenen werden de details van zijn reis geheim gehouden tot nadat in 1588 de Spaanse Armada was verslagen. Vermoedelijk is de ‘Circumnavigational medal’ ook pas toen geslagen en dan waarschijnlijk nog uit zilver dat Drake tijdens zijn reis op de Spanjaarden had buitgemaakt.

In het laatste decennium van de 16de eeuw verkende Sir Walter Raleigh Guyana en Venezuela en in 1596, een jaar na zijn terugkeer verscheen zijn boek The Discovery of Guiana, voorzien van prachtig geïllustreerde (maar niet steeds volledig waarheidsgetrouwe) kaarten.

 


‘Circumnavigational medal’ van Sir Francis Drake (1580). Zilveren penning ca. 7 cm diameter, bovenste helft. Herkomst: British Museum.

Ondertussen had Abraham Ortelius’ (1527-1598) reeds meer dan 25 jaar eerder, in 1570,
zijn succesrijke kaartenboek Theatrum Orbis Terrarum (Schouwtoneel van de Wereld) gepubliceerd en was in 1595 de Atlas van Mercator postuum verschenen (8). Kortom, Shakespeares gezelschap koos met de ‘Globe’ een naam voor hun theater die inhaakte op de actualiteit, een naam die staat voor een nieuwe manier om over de wereld te denken en die te laten zien aan hun publiek.

Hoofdstuk 9. Nieuwe wetenschap, oude magie. De magische spiegel van dr. Dee.

In veel stukken van Shakespeare komen bovennatuurlijke wezens voor. Keer op keer wordt een wereld van geesten, die invloed hebben op de onze, kennelijk volstrekt vanzelfsprekend gevonden. Men wist dat de duivel op aarde rondwaarde, de samenleving geloofde in boze geesten, heksen, elfen en was daar bang voor.
Men kon in die wereld komen door bijvoorbeeld een voorwerp als dit te gebruiken. Het is een ronde schijf, ter grootte van een ontbijtbordje, die 880 gram weegt en zich nu in het British Museum bevindt. Ze is het eigendom geweest van dr. John Dee een der beroemdste beoefenaars van de occulte kunsten die de wereld van Shakespeare heeft gekend.

Dee gebruikte hem als ‘magische spiegel’ om in contact te treden met de geestenwereld en om via een medium te kunnen spreken met de engelen. Dee was een ‘magus’, iemand die zowel magiër als wetenschapper was. Daartussen werd geen onderscheid gemaakt. Deze wereld geloofde vast in horoscopen en astrologie. Nu zijn wij geneigd de hele Dee af te doen als charlatan – wat hij in zekere zin ook vaak was. Maar in zijn tijd werd hij beschouwd als een van de geleerdste mensen van Europa. Ook door koningin Elizabeth, die geen dom gansje was, doch een vrouw met een ruime ontwikkeling en intellectuele instelling. Zij raadpleegde Dee geregeld als astroloog. Zo trok hij haar horoscoop om een gunstige dag voor haar kroning te bepalen.

In deze periode was er geen wezenlijk onderscheid tussen astronomie en astrologie. Kennis van de hemel en de bewegingen van de hemellichamen was nodig om met behulp van wiskunde de kaarten van de nieuwe ontdekkingen te kunnen tekenen. Dit is een eerste link naar het bovenstaande hoofdstuk 1. Van astronomie naar astrologie is maar een kleine stap. Gemma Frisius, die andere ‘polymath’ en leermeester van Mercator en Vesalius, koos uiteindelijk voor de geneeskunde. Maar ook daar was kennis van de astronomie noodzakelijk, om op de juiste wijze aderlating te kunnen toepassen.
Ook Vesalius zelf schreef een boekje over aderlaten en de invloed van de planeten op de menselijke constitutie. Een zwakke afschaduwing van dit geloof vind je tegenwoordig nog in de dagelijkse of wekelijkse horoscopen in onze dagbladen en tijdschriften.

John Dee (1527-1608) was geograaf (wat men toen kosmograaf noemde), astroloog, navigatie-expert, wiskundige, alchemist en talenwonder. Kortom hij is een typische vertegenwoordiger van de tijdgeest, de furor animi (zielsdrift), de koortsachtige drang naar weten en belangstelling voor wetenschappelijke vooruitgang. Dee is, net als een Gemma Frisius of Leonardo da Vinci, een homo universalis, wat men nu een generalist zou noemen.

In 1547 reisde hij naar de Nederlanden, waar hij kennismaakte met Mercator en diens leermeester, Gemma Frisius. Dit was het begin van een jarenlange vriendschap. Hij kocht twee globes van Mercator (diens beroemde aardglobe was voltooid in 1541, zijn hemelglobe zou pas klaar raken in 1551). Terug in Engeland schonk hij de instrumenten aan Trinity College in Cambridge, dat kort daarvoor in 1546 gesticht was door Hendrik VIII. In 1549 Studeerde hij in Leuven wetenschappen en geschiedenis.
Op religieus gebied was hij een Erasmiaan, net als Mercator, en streefde hij naar verzoening tussen katholieken en protestanten, wat hem in het anglicaanse Engeland niet in dank werd afgenomen.

Ondertussen bleef hij bevriend met Mercator. Hij voorzag hem jarenlang regelmatig van geografisch materiaal over de Britse eilanden voor zijn kaart van Europa. Hij was in gezelschap van Mercator toen deze in september 1548 keizer Karel ontmoette. Dit was zeker geen volkomen onbaatzuchtig eenrichtingsverkeer: Dee gebruikte de kennis over de laatste ontdekkingsreizen die hij ongetwijfeld van Mercator verwierf, om koningin Elizabeth op de hoogte te houden en nieuwe Engelse expedities te stimuleren.

Net als andere geleerden in Europa zette hij zich in voor de hervorming van de juliaanse kalender, die 11 dagen verschilde met de werkelijke astronomische kalender. Het project genoot de steun van koningin Elizabeth en haar belangrijkste raadgevers, maar stootte in 1576 op rabiaat verzet vanwege de aartsbisschop van Canterbury. De mislukking van Dees project hield in dat de Engelse kalender tot 1752 niet overeenstemde met de overige kalenders in Europa.

De laatste fase van zijn leven was minder gelukkig. Na de dood van Elizabeth viel hij in ongenade bij haar opvolger James, die vijandig stond tegen alles wat naar hekserij en waarzeggers rook, met als gevolg dat hij zijn beroemde bibliotheek en andere bezittingen moest verkopen.

Voor ze verspreid werd over heel Europa bevatte die bibliotheek niet minder dan 4000 volumes, waaronder enorm veel werken afkomstig uit de klassieke Oudheid: de grootste wetenschappelijke collectie van heel Engeland. Van zijn boekenbezit is gelukkig een cataloog bewaard uit 1583. Dit werd voor Violet Moller het uitgangspunt voor haar onderzoek dat uiteindelijk leidde tot haar gelauwerde boek De Zeven Steden. Een reis door duizend jaar geschiedenis: hoe ideeën uit de oudheid ons bereikten, Meulenhoff, 2019, 373 blz.


In zijn boek over navigatie en ontdekkingsreizen uit 1577 is hij de eerste die de term ‘British Empire’ gebruikt. Op het toppunt van zijn roem werd hij geraadpleegd door heersers uit heel Europa. Hij toog in 1583 naar het hof van keizer Rudolf II van het Heilige Roomse Rijk in Praag en diende hem als adviseur en waarzegger/astroloog, met behulp van zijn beroemde magische spiegel en zijn astronomische kennis.


Terug naar die magische spiegel van John Dee! Zijn bestaan kende ik al sinds ik gidste op de grote Aztekententoonstelling in het Brusselse Jubelparkmuseum in 1988. Nu zie ik hem na al die jaren eindelijk in beeld. En hij ziet er heel anders uit dan ik mij had voorgesteld.

Het is alleszins een vreemd voorbeeld van acculturatie, het beïnvloeden van een cultuur door een andere. In dit geval het overnemen van een voorwerp en minstens gedeeltelijk de toepassing. En dan nog betreft het twee religies die niet meer van elkaar kunnen verschillen: het enige gemeenschappelijke is hun gedeelde belangstelling voor de kosmologie. Want Dees magische spiegel is onmiskenbaar Azteeks, de Mexicaanse cultuur gekenmerkt door massale mensenoffers (7)! Hij is al voor de verovering van het Aztekenrijk vervaardigd van obsidiaan, vulkanisch glas, eindeloos lang glanzend gepolijst door middel van vleermuizendrek. Van die spiegelende hoogglans is helaas niet veel meer te merken op de foto. Dat is daarentegen wel het geval in de vitrine van het British Museum met de ‘magische attributen’ van Dee.

Hoe kwam hij na de Spaanse conquista van Mexico door Cortés (1519 e.v.) in Engeland terecht, bij Dee? Dit is een tweede link naar hoofdstuk 1!
De vorm is precolumbiaans. Er zijn nog slechts drie andere vroeg-koloniale obsidiaanspiegels bekend, vierkant en in een Europese lijst gevat. En alle drie, net als die van Dee, hoogst waarschijnlijk gebruikt door waarzeggers en astrologen. Net zoals dat in Azteeks Mexico het geval was! Met de spiegels moeten dus de verhalen over hun magische krachten zijn meegekomen, dat kan niet anders.


Vroeg-koloniale obsidiaanspiegel.
(De Azteken. Kunstschatten uit het Oude Mexico, Brussel, Koninkl. Musea voor Kunst en Geschiedenis, 1988, catalogus nr. 342.)


In het precolumbiaanse Mexico vormde een obsidiaanspiegel het hoofdattribuut van Tezcatlipoca, een der Azteekse hoofdgoden, de tovenaar-god Rokende Obsidiaanspiegel, eeuwige vijand van de goedgunstige cultuurgod Quetzalcoatl (Gevederde Slang). Tezcatlipoca’s rechtervoet was vervangen door een ronde, rokende obsidiaanspiegel waarin hij de toekomst kon zien. Obsidiaanspiegels zoals het unieke exemplaar van John Dee werden in het Aztekenrijk gebruikt met mantische doeleinden door priester-waarzeggers om het verborgene te openbaren dat nog in het verschiet lag.

 



Tezcatlipoca (Rokende Obsidiaanspiegel) (Codex Borgia). Zie op deze site bij Precolumbiaanse culturen uit MesoAmerika (2011), dl. 1, Azteken (dia 49)

In de eeuwen na zijn dood is Dee weggezet als een charlatan, een bedrieger. Vandaag de dag wordt hij beschouwd als een echte wetenschapper en denker, een encyclopedische geest, die belangstelling had voor alles en nog wat, van euclidische meetkunde, kalenderhervorming en ontdekkingstochten tot astrologie en gesprekken met engelen.

In die geest is de John Dee Society opgericht, gewijd aan de uitgave en studie van zijn werken en leven. Ondertussen is de eerste Nederlandstalige biografie verschenen over John Dee en zijn werken.
Lode Melis, De magie van John Dee, Mechelen, Uitg. Elena , 2022, 286 blz.

Daarin volgen de verder avonturen van de spiegel. Hij was ooit eigendom van de schrijver en politicus Horace Walpole (1717-1797) die hem bewaarde in een foedraal met opgekleefde verklarende tekst. In 1892 werd hij geveild bij Christie’s in Londen. Daarna verdween hij spoorloos, tot in 1966 een anglicaanse bisschop het British Museum binnenstapte met de spiegel onder zijn arm en hem aanbood aan de conservator. (p. 12-13).

 

 

De ‘magische’ spiegel van John Dee in de vitrine van het British Museum.


Hoofdstuk 4. Leven zonder Elizabeth

Waarom al die koningsdrama’s, net in deze periode? Omstreeks 1600 hield één groot constitutioneel probleem de complete Engelse samenleving van hoog tot laag in de ban: wie zou de ouder wordende koningin Elizabeth opvolgen? Daarover praten was echter volstrekt taboe. De vorstin had een publieke discussie wettelijk verboden en tot landverraad bestempeld door de Treasons Act, al in 1571 uitgevaardigd. Algemeen heerste de vrees voor instabiliteit en burgeroorlog, zoals ten tijde van de Rozenoorlogen, die eindigden met de dood van Richard III bij Bosworth in 1485. Een religieuze burgeroorlog was helemaal niet denkbeeldig. Zoals in Frankrijk tussen hugenoten en katholieken na tientallen jaren net beëindigd was door het Edict van Nantes (1598) en de troonsbestijging van de weer katholiek geworden Henri IV van Navarra (in 1610 vermoord door een katholieke fanaticus).
Ook in Engeland waren er katholieke complotten geweest tijdens de regering van Elizabeth. En het meest bekende zou nog volgen, enkele jaren later na haar dood: de ‘Gunpowder Plot’ van Guy Fawkes in 1605 dat de bedoeling had het hele parlement met haar opvolger Jacobus I op te blazen en dat tot op heden herdacht wordt.

Daarom spraken zijn ‘koningsstukken’ zijn publiek zo aan en daarom misschien werd in de Londense theaters het historische toneelstuk, altijd al populair, heel anders ingevuld dan voorheen. Eigenlijk werd het hele genre opnieuw uitgevonden. De anonieme historische stukken van vroeger verzinken in het niet bij de krachtige, geraffineerde drama’s van Shakespeare en zijn tijdgenoot Christopher Marlowe.

In zijn historische stukken beent Shakespeare de Rozenoorlogen uit, de successieconflicten uit de 15de eeuw, die in onze eigen tijd het voorwerp uitmaken van Philippa Gregory’s bestsellers. Reeds eerder beschreven we hoe hij het negatieve beeld van Richard III vastlegde als de meest vileine, eerloze infame schoft die ooit de Engelse troon bezoedelde, tot in onze tijd toe (9).


Shakespeare was de bedenker van ingebeelde gebeurtenissen en uitspraken die achteraf maar al te grif beschouwd werden als ware geschiedenis, zoals aan het slot van Richard III (5de bedrijf, 4de toneel), wanneer Richard tijdens de Slag bij Bosworth uitroept: “Een paard, een paard, mijn koninkrijk voor een paard!” Een beroemd gebleven zin die, gezien het verloop van de slag, zeker onhistorisch is.

20. Robbeneiland. Shakespeare gaat mondiaal

Shakespeares toneelstukken waren toegesneden op een bepaald, Engels publiek en op de onzekere, rusteloze wereld waarin dat publiek leefde. Sindsdien hebben die werken voor vele eeuwen, mensen en media steeds nieuwe betekenissen gekregen. Hoe is dat mogelijk? Het simpele antwoord is een boek: Mr. William Shakespeares Comedies, Histories en Tragedies, meestal de First Folio genoemd, dat 900 pagina’s telt en waarin 36 toneelstukken zijn opgenomen. Het werd na zijn dood verzameld en in 1623 uitgegeven door twee van zijn collega’s John Heminges en Henry Condell. Het zou gedrukt zijn op 750 exemplaren, waarvan er nog ca. 230 over zijn. In 2003 is een exemplaar geveild voor een riante 4 miljoen euro! Het kwam zelden voor dat werken van één enkele auteur op deze manier werden gebundeld en uitgegeven. Dankzij de First Folio kon Shakespeare het theater uit en aan zijn eeuwendurende zegetocht door de wereld beginnen.


First Folio

Slechts één voorbeeld uit de reeks die MacGregor geeft: de First Folio was ook aanwezig op Robbeneiland, de beruchte gevangenis waar in de jaren zeventig van de vorige eeuw de tegenstanders van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime gevangen zaten. Gevangenen mochten één boek hebben. Sonny Venkatrathnam vroeg en kreeg The Complete Works of William Shakespeare. Om zijn boek niet kwijt te raken vermomde Sonny het door er hindoekaarten op te kleven die hij ter gelegenheid van een feest had gekregen. Voor hij werd vrijgelaten liet hij zijn exemplaar de ronde doen langs zijn lotgenoten en vroeg iedereen om een regel of een fragment te kiezen dat hem had geïnspireerd en kracht gegeven.


Op 16 december 1977 arriveerde het boek bij Nelson Mandela. Die zette zijn naam naast deze passage over moed en dood, uit Julius Caesar:

De lafaard sterft al meermaals vóór de dood;
de dappere proeft de dood nooit meer dan eens.
Van wat ik ooit aan wonderen heb gehoord
lijkt mij het vreemdste dat men bang zou zijn,
omdat de dood, toch een noodzakelijk eind,
komt als hij wil.
(Julius Caesar 2.2.32-37


Sonny Venkatrathnam ‘De Bijbel van Robbeneiland’

Bijlagen

1. The Hollow Crown - Richard III.
2. William Shakespeare over vluchtellingen.

Didactische tips

Boven schreven we al: “MacGregor –en de experts die hij laat opdraven in zijn radioprogramma’s- bezitten de zeldzame gave om niet alleen geïnteresseerde neofieten behoorlijke correcte basisinformatie te verschaffen,maar tevens hun nieuwsgierigheid aan te wakkeren naar meer. Een verlangen waarin we hier pogen te voorzien door de wenken en hyperlinks in de voetnoten.”

Lijkt me een goede taak, niet alleen voor leerlingen of studenten, maar ook boeiend voor alle geïnteresseerde lezers.

- Schoolse situatie, bijvoorbeeld in lerarenopleiding:
1. Complementair groepswerk: groepjes kiezen voor onderwerpen uit de verschillende bijdragen in verband met het wereldbeeld van een bepaalde periode en/of cultuur – zie noot 7.
Lijkt me ideaal voor toepassing van generieke leerdoelen, zie Histoforum Magazine 2016.
In het artikel is verwezen naar het principe van backward design en Enduring understanding
2. Shakespeare alleen, samenwerking met Engels: de opnamen op de website bij de uitzendingen of fragmenten ervan gebruiken

Noten

1. Roman: Tulkens, Joris, Vesalius. Een beroemd anatoom gevangen in de intriges van het Spaanse hof, Leuven, Davidsfonds, 2013, 351 blz.

Non-fiction: Aldersey-Williams, H., Anatomie. De ontdekking van het menselijk lichaam. Amsterdam: Uitgeverij. Thomas Rap, 2013, 381 blz.

2. Gijs van der Ham, De geschiedenis van Nederland in 100 voorwerpen (uit het Rijksmuseum in Amsterdam, 2013).


Ian Buruma, 1945. Biografie van een jaar, Amsterdam/Antwerpen, Uitg. Atlas Contact, 2013, 368 blz. – ook als e-boek


Jerry Brotton, Een geschiedenis van de wereld in twaalf kaarten, Antwerpen, De Bezige Bij, 2013, 575 blz. - als e-book uitsluitend in het Engels.

En de documentaire van dezelfde auteur: Mapping the World (2010)


Simon Hall, 1956. De wereld in opstand, Houten-Antwerpen, Spectrum, 2016, 502 blz. – ook als e-boek 

3. Een geschiedenis van de wereld in 100 voorwerpen, Houten-Antwerpen, Spectrum, 2011,792 blz. – vertaling: Conny & Jacinthe Sykora – ook als e-boek.

History of the World: beelden en podcast uitzendingen

Shakespeare’s Restless World:Voorwerpen en gesproken teksten van de episodes:

4. Zie De zeven hoofdzonden, in Heksen, hermelijn, hoogmoed & onmondige vrouwen.

5. Zie Uyttendaele, J., Beatrijs: een middeleeuwse Lady Gaga?

6. Acht stukken van Shakespeare, bekend als ‘War of the Roses’, zijn door Lanoye en Perceval in 1997 herwerkt tot één marathonvoorstelling van twaalf uur en zes opeenvolgende stukken. De productie werd veelvuldig bekroond, ging in 1999 in het Duits in première op de Salzburger Festspiele, werd integraal vertoond op de Oostenrijkse televisie en stond in Duitsland seizoenenlang op het repertoire.
De hele tekst kan gratis gedownload als PDF.

Ed Franck, Te veel verdriet voor één hart. Vier tragedies van Shakespeare opnieuw verteld met prenten van Carll Cneut, Leuven, Davidsfonds, 2008, 336 blz. Bevat Hamlet, Othello, Koning Lear, Macbeth.

 

Alles over Shakespeare: Ton Hoenselaars, Shakespeare Forever! Leven en mythe, werk en erfenis, Amsterdam, Wereldbibliotheek, 2017, 431 blz.

Er is een gratis app Shakespeare voor tablet
Op Youtube: tientallen films en filmpjes over Shakespeare, onder meer minstens twee met een bloemlezing van de beste verfilmingen aller tijden.
Er bestaan talrijke verfilmingen. Besproken op Histoforum: Shakespeare in Love (1998).

Bijlagen bij deze film:

 

* Raf Butstraen, Shakespeare in love. Heerlijk dollen met Shakespeare, De Standaard, De Grote Parade, 11.03.1999.
* Interview met regisseur John Madden. ,,Shakespeare zal deze film overleven''
* Erwin Jans. Toen meisjes nog jongens waren, De Standaard, De Grote parade, 11/03/1999.

7. Precolumbiaanse culturen uit Meso-Amerika. Zeer uitgebreide PowerPoint presentatie met begeleidende tekst. De syllabus bestaat uit drie delen, de Azteken, Teotihuacan: stad der goden, navel van de wereld en Maya, kinderen van de tijd. De tekst kan tevens in een Wordversie gedownload.

Middeleeuwen: De Coene, K., De Reu, M. & De Maeyer, Ph. (ed.), Liber Floridus 1121. De wereld in één boek, Tielt, Lannoo, 2011, 191 blz.

Nieuw leven voor een oude atlas met een nieuw wereldbeeld. Gerard Mercator en de heruit-gave van de Mercator - Hondius atlas uit 1607
Een uitgebreidere versie dit artikel met recente aanvullingen is in PDF toegevoegd. De eerste versie was de Europese bijdrage op een internationaal colloquium in 2012 over Mercator en zijn tijd in Seoul, Korea.

Aldersey-Williams, H., Anatomie. De ontdekking van het menselijk lichaam. Amsterdam: Uitgeverij. Thomas Rap, 2013, 381 blz.

Lyons, Jonathan, Het huis der wijsheid. Hoe Arabieren de westerse beschaving hebben beïnvloed, Amsterdam, Bulaaq - Antwerpen, EPO, 2010, 335 blz.

Een groot deel van de teksten van deze artikelen is gebaseerd op Waldseemüller en de geboorte van ‘America’, Joos de Rijcke-site.

De Magdalenabasiliek te Vézelay en het middeleeuwse wereldbeeld.

Liber Floridus. 1121 De wereld in één boek.

De grootste Mappae Mundi.


8. Veel meer over Mercator en Ortelius in Nieuw leven voor een oude atlas &
Thomas, W. & E. Stols (red.), Een wereld op papier. Zuid- Nederlandse boeken, prenten en kaarten in het Spaanse en Portugese wereldrijk (16de - 18de eeuw), Leuven - Den Haag, Acco, 2009, 479 blz. &
Crane, N., Mercator, de man die de aarde in kaart bracht, Amsterdam, Ambo, 2003.

9. De hele Rozenoorlogcyclus op deze site:
Vooraf: Richard III: Josephine Tey, Een koninkrijk voor een moord
Gregory, Philippa, De rozenkoningin (2010); De roos van Lancaster, (2011), De witte roos (2012); Dochters van de Roos, (2014).
Film The White Queen (2013).
Lees ook de bijlagen bij die recensies, speciaal Bijlage 5. Skelet van Richard III gevonden & de Bijlage 1 bij dit artikel: The Hollow Crown - Richard III.
Zie tevens hoger bij voetnoot 6.

Jos Martens, mei 2016-december 2022

 


 

  •  

    u