Gregory, Philippa, De rozenkoningin, (The White Queen, vertaling: Mireille Vroege), Amsterdam, De Boekerij, 2010, 415 blz.

De Rozenkoningin

Doelgroep: +14 jaar & volwassenen
Tijd en ruimte: Engeland, 1464-1485
Thematiek: Rozenoorlogen; grenzeloze vrouwelijke ambitie; magie, wentelingen van het rad van fortuin.
Waardering: ***/5

 


De Rozenkoningin


En waarom besloot Edward uiteindelijk tot de weduwe van een Lancaster-ridder? Was het , zoals sommigen meenden, omdat haar kille blonde schoonheid zijn hart sneller deed kloppen? Niet precies; het was omdat ze afstamming claimde van de slangenvrouw Melusine, die je weleens ziet op oude perkamenten, waarop ze zich rond de boom van kennis van goed en kwaad wentelt en toeziet op de vereniging van zon en maan.

Kardinaal Wolsey tot Thomas Cromwell
(Hilary Mantell, Wolf Hall, Bruna, 2010, 948blz. Man Booker Prize 2009)

 

Inleiding

De Rozenoorlogen tussen de huizen van York en Lancaster krijgen in onze schoolboeken en lessen niet meer dan hoogstens twee alinea’s toebedeeld. Kan ook moeilijk anders, gezien de omvang van de leerstof. Toch is het een van de bloedigste episodes uit de Engelse geschiedenis: gedurende twee generaties is hier gevochten met een verbetenheid, een betere zaak waardig. Zowat de hele oude Engelse adel werd uitgemoord, duizenden gewone mensen vielen als slachtoffers, verwoesting van velden, gewassen en huizen teisterde het hele land. En dat alles om de eerzucht van enkele families te bevredigen.

Dit is het eerste boek van een trilogie over de Rozenoorlogen, na de succesvolle serie over de Tudors van de Engelse literatuurhistorica Philippa Gregory (1954) waarvan delen zijn verfilmd (1). De volgende delen van deze trilogie zijn De roos van Lancaster, over Margaretha Beaufort en De witte roos, over Jacquetta Woodville, de moeder van Elizabeth uit dit eerste deel. Chronologisch volgen de drie romans elkaar dus niet op, maar zijn wel met elkaar vervlochten. In de tiendelige BBC-reeks zijn de drie romans samengebracht onder de titel van dit eerste boek The White Queen (zie Bijlage 1).
Na uitzending op de BBC tijdens de zomer, komt de reeks najaar 2013 bij ons op de televisie. Dan volgt zeker een recensie op deze site.

De flapteksten en de auteur (in interviews) beklemtonen in alle toonaarden dat ze de Rozenoorlogen wil beschrijven vanuit het standpunt van de vrouwelijke hoofdpersonen. “Sterke vrouwen, stuk voor stuk.”
Sommigen zijn door de overlevering en de geschiedschrijving onrechtvaardig behandeld. De roddelblaadjes-op-perkament waren dodelijk, zo niet al heel letterlijk, dan toch om de reputatie en nagedachtenis van iemand voor eeuwen te bezoedelen en op de mesthoop van de geschiedenis te deponeren.

Sterke vrouwen? Zou ze geen van allen in mijn huis willen. Van mij krijg je ze stuk voor stuk cadeau: bekrompen, bloeddorstige feeksen, eergierig en barstend van hoogmoed. Zoals ze misschien in werkelijkheid waren. Lezers, prijs je gelukkig dat je niet met een van hen getrouwd bent. Want zij zijn, meer dan de mannen die hun oorlogen voeren, verantwoordelijk voor stromen bloed, dood en ellende. Alsof Bruegel hen schilderde in zijn huiveringwekkende Triomf van de dood uit 1562.

 


Elizabeth Woodville. Eigentijds portret.

De enige van de roedel voor wie je nog sympathie kunt opbrengen is de jonge weduwe Elizabeth Woodville, hoofdpersoon van dit eerste deel. Zij en de knappe jonge koning Edward IV van York (1441-1483) raken, als door de bliksem getroffen, smoorverliefd op elkaar bij hun allereerste ontmoeting. Door haar “onaantastbaar deugdzame schoonheid met de vermaarde 'gulden' haren” brengt ze het via een geheim huwelijk tot koningin van Engeland. En geholpen door haar heksenkunsten en die van haar moeder Jacquetta - zeiden de tijdgenoten en herhaalt Gregory, dankbaar voor het motief.

En dan verandert het beeld en wisselt onze sympathie. Als een vlucht plunderende kraaien strijken de talrijke Woodvilles, haar familieleden, neer op Engeland. Ze palmen alle mogelijke ereposten en winstgevende prebenden in, waarop ze in hun onverzadigbare hebzucht de hand kunnen leggen, van graafschappen tot bisschopszetels toe. Dat ze met hun graaizucht de hele adel van het land letterlijk tegen zich in het harnas jagen, schijnen de jonge koningin noch haar familie te beseffen. Vooral Warwick, de ‘koningmaker’, ergert zich hieraan. Hij zal George, hertog van Clarence en broer van de koning, overhalen om zijn zijde te kiezen. Met als gevolg: een nederlaag voor Edward, die samen met zijn jongere broer Richard hals over kop moet vluchten naar de Nederlanden. Waar ze liefdevol opgevangen worden door hun zus Margaretha van York, derde echtgenote van Karel de Stoute (zie Bijlage 2). En de uitvoerige gastvrijheid mogen genieten van Lodewijk van Gruuthuse (zie Bijlage 3), stadhouder van Holland en Zeeland. En tevens een van de meest fervente bibliofielen van de Bourgondische landen. Dit blijft niet zonder gevolgen: wanneer de broers uit hun ballingschap terugkeren op de troon, zullen ze in Engeland een bibliotheek oprichten als een spiegel van de hertogelijke Bourgondische en die van Gruuthuse. In hun kielzog zal William Caxton (1422-1491) hen enkele jaren later volgen en in 1477 het eerste in Engeland gedrukte boek kunnen aanbieden aan de Edward IV en zijn koningin, geschreven door haar broer Anthony Woodville Graaf Rivers (zie Bijlage 4).
Deze cruciale Bourgondische connectie blijft zowel in de romans als in de verfilming schromelijk onderbelicht, wat wij pogen te ondervangen in de Bijlagen (2).

Inhoud:

Voorjaar 1464

Mijn vader is sir Richard Woodville, baron Rivers, een Engelse edelman, grondbezitter en aanhanger van de ware koningen van Engeland, de familielijn van Lancaster. Mijn moeder stamt af van de hertogen van Bourgondië en draagt in die zin het waterige bloed van de godin Melusina, die hun vorstenhuis samen met haar in vervoering gebrachte hertogelijke geliefde heeft gesticht en die je nog steeds in zeer roerige tijden kunt zien wanneer ze over de daken van het kasteel waarschuwende woorden roept wanneer de zoon en erfgenaam stervende is en de familie tot de ondergang gedoemd. Althans, dat zeggen mensen die in dat soort dingen geloven.


Ontmoeting tussen Edward IV en Elizabeth. Uit de televisiereeks The White Queen.

Met die tegenstrijdige afkomst - vaste Engelse grond onder de voeten en een Franse watergodin - kun je van mij alles verwachten: een tovenares of een gewoon meisje. Sommige mensen zullen wel zeggen dat ik het allebei ben. Maar vandaag zou ik, terwijl ik mijn haar extra zorgvuldig borstel en onder mijn hoogste kap schik, de handen van mijn twee vaderloze zoontjes vastpak en met hen naar de weg loop die naar Northampton voert, er alles voor overhebben om voor deze ene keer gewoon eens onweerstaanbaar te zijn.

Ik moet de aandacht trekken van een jongeman die voor de zoveelste keer ten strijde trekt tegen een vijand die niet verslagen kan worden. Misschien ziet hij me niet eens. Hij is waarschijnlijk niet in de stemming voor bedelaars of lonkende vrouwen. Ik moet medelijden bij hem zien te wekken met mijn toestand, sympathie bij hem oproepen voor mijn ontberingen en zo lang in zijn geheugen blijven hangen dat hij aan allebei iets doet. Deze man wordt elke avond van de week belaagd door mooie vrouwen en voor elke post die hij te vergeven heeft melden zich wel honderd smekelingen.

Hij is een overweldiger en een tiran, mijn vijand en de zoon van mijn vijand, maar ik ben allang niemand meer trouw, behalve mijn zonen en mijzelf. Mijn vader is ten strijde getrokken naar de Slagbij Towton, tegen de man die zichzelf nu de koning van Engeland noemt, hoewel hij niet meer is dan een snoevend jongetje; en ik heb nog nooit een man zo gebroken gezien als mijn vader toen hij terugkwam uit Towton, toen zijn rechterarm door zijn jas heen bloedde, zijn gezicht lijkbleek was en hij zei dat ze nog nooit zo'n aanvoerder hadden meegemaakt als deze jongen, dat onze zaak verloren was en wij zolang hij leefde geen enkele hoop konden hebben. In Towton werden op bevel van deze jongen twintigduizend mannen in de pan gehakt; een slachtpartij die in Engeland zijn weerga niet kende. Mijn vader zei dat het een oogst van aanhangers van Lancaster was, geen gevecht. De rechtmatige koning Hendrik en zijn vrouw, koningin Margaretha van Anjou, vluchtten naar Schotland, diepbedroefd over de gesneuvelden.

Degenen die in Engeland achterbleven gaven zich niet zonder slag of stoot over. Men bleef maar vechten om zich tegen deze onrechtmatige koning, deze zoon van York, te verzetten. Mijn eigen echtgenoot sneuvelde toen hij onze cavalerie aanvoerde, drie jaar geleden nog maar, bij St. Albans. En nu ben ik weduwe, en de grond en het vermogen die ik ooit de mijne mocht noemen zijn door mijn schoonmoeder ingenomen, met goedkeuren van de overwinnaar, de meester van deze kindkoning, de grote poppenspeler die ook wel bekendstaat als de 'koningmaker': Richard Neville, graaf van Warwick, die van deze ijdele jongen, die nu pas tweeëntwintig is, een koning heeft gemaakt en die Engeland tot een hel zal maken voor diegenen onder ons die het huis van Lancaster nog steeds verdedigen.
(De Rozenkoningin, p. 10-11)

 


De kroning van Elizabeth. (Rol van Rebecca Ferguson). Uit de BBC-televisiereeks The White Queen. De scène is opgenomen in de Sint-Maartenskerk van het Vlaamse Ieper die de ‘rol’ vervult van Westminster Abbey.

Omdat er zo ontzaglijk veel gebeurt in het tijdsbestek dat de roman bestrijkt, waardoor verteltijd (de tijd die de lezer nodig heeft om een deel van het verhaal te lezen) en vertelde tijd (tijdsverloop van dat deel) elkaar zo dicht op de hielen zitten, geven wij geen volledige inhoud, maar belichten een aantal cruciale passages. Dit wordt vergemakkelijkt doordat de auteur, als een middeleeuwse kroniekschrijfster, elk hoofdstuk opent met het jaartal van de verhaalde feiten

1470

p. 132. Edward IV, klemgezet door Warwick & zijn eigen broer George, hertog van Clarence en karakterloze windbuil, vlucht in de nacht voor zijn leven met zijn jongere broer Richard, Anthony Rivers en Hastings, naar Bourgondië. (Zie de Bijlagen.)

p. 135. Jacquetta, de moeder van Elizabeth wordt gearresteerd door Warwick op beschuldiging van hekserij. Hij laat haar weer vrij, uit vrees voor haar vriendschap met Margaretha van Anjou, de echtgenote van koning Hendrik VI.

Voorjaar 1471
p. 151. Heksendingen? Jacquetta en haar dochter Elizabeth zweren de dood van Warwick en George, hertog van Clarence.
Edward is terug uit Vlaanderen. Verder geen woord over zijn verblijf daar, zijn goede onthaal door zijn zus en door Gruuthuse, de kennismaking met Caxton.

George wisselt andermaal van kamp.
p. 164. Jacquetta en Elizabeth verwekken mist, waarvan Edward en zijn broers gebruik maken om hun vijanden in verwarring te brengen en de veldslag te winnen.
Warwick gedood, maar met ere begraven.

p. 171. Koningin Margaretha van Anjou komt aan land met haar leger woeste, plunderende huurlingen.

p. 174 e.v. 3 mei 1471. De slag en vreselijke slachtpartij van Tewkesbury. Geen kwartier, geen asiel: de Yorkisten slepen hun vijanden zelfs uit de abdijkerk.
De Lancasterprins van Wales, Edward de Wrede, wordt gedood


De Vlaamse actrice Veerle Baetens (“The Broken Circle Breakdown”) in een nieuwe glansrol als de formidabele en meedogenloze oorlogskoningin Margaretha van Anjou. Uit de BBC-televisiereeks The White Queen.

p. 191. Moord op Hendrik VI in de Tower door de drie York-broers. Elizabeth is ongezien getuige.

p. 203. Onwaarschijnlijke reactie van Elizabeth als ze hoort over een nieuwe minnares van haar gemaal: “Dat Edward hoert en snoert interesseert me niet. Hij is de koning, hij mag zijn plezier halen waar hij maar wil. En ik ben de koningin en hij zal altijd weer bij mij terugkomen. Dat weet iedereen.”

September 1472

p. 208. Edward IV vraagt Elizabeth om Margaret Beaufort, het laatste lid van het huis van Lancaster in haar hofhouding op te nemen. Zij is pas getrouwd met de machtige lord Thomas Stanley. Margaret is de moeder van kroonpretendent Henry en hoofdpersonage van het tweede deel van de trilogie De roos van Lancaster.

p. 226. Er duikt voor het eerst een ernstige rivale op voor de koningin: Elizabeth Shore, “zijn hoer.” Bedoeld is natuurlijk: van Edward IV.

1478

p. 256. George, hertog van Clarence,veroordeeld wegens verraad, mag eigen dood kiezen. Hij wil verdronken worden in een vat malvezij. (Een zoete zuidelijke wijn van witte druiven).
Hij had een samenzwering van tovenaarsop touw gezet tegen zijn eigen broer, de koning (met vergif). Dit is historisch goed gedocumenteerd. Edward had zijn wispelturige broer reeds enkele keren vergiffenis geschonken (J.M.). Komt de schrijfster natuurlijk uitstekend van pas: de heksenvloek van de koningin en haar moeder is nu vervuld.

April 1483

Het Rad van Fortuna kantelt een slag - een van de hoofdthema’s in de hele reeks. En Clio, de muze van de geschiedenis, volgt mee. Na een dagje vissen komt Edward IV doornat en verkouden thuis. Enkele dagen later sterft hij. Dezelfde dag schrijft Elizabeth aan haar broer Anthony om haar zoon, de 13-jarige kroonprins Edward, naar Londen te brengen. Zij koestert een diep wantrouwen tegen Richard, de jongste broer van haar echtgenoot, die hij op zijn sterfbed heeft aangeduid als voogd. Maar Richard is hen te snel af: hij onderschept hen, arresteert Anthony en brengt de kroonprins naar de Tower, de koninklijke residentie (toen nog niet de beruchte gevangenis die het later zou worden).

Mei 1483

p. 272. Het wantrouwen van Elizabeth tegen Richard groeit zo sterk dat ze met haar kinderen asiel zoekt in de abdij van Westminster.
p. 276. Elizabeth krijgt het bezoek van een zeer onverwachte bondgenote: Elizabeth Shore, Edwards vroegere minnares, nu overgenomen door de hertog van Buckingham.

Juni 1483

p. 282. Samenzwering van Elizabeth tegen Richard. Ze wil hem dood, dus heropent ze de Rozenoorlogen, nu York (Rivers) tegen York!

p. 284. Het gerucht doet de ronde: Elizabeth is getrouwd met koning Edward doordat zij en haar moeder Edward behekst hebben.
Bisschop Stillington van Bath beweert dat Edward IV voorheen getrouwd was in een geheim huwelijk met Eleanor Butler Het huwelijk van Elizabeth wordt derhalve onwettig verklaard: Edward IV zou dus met Elizabeth in bigamie geleefd hebben.

p. 286. Bezwering (tovenarij) door Elizabeth via een stukje van servet van Richard, dat hij in zijn hand heeft gehad. Bedoeling: zijn rechterarm en -hand verzwakken. Sluit aan op Shakespeare: de verdorde arm van de misvormde Richard (een historische kwakkel).

p. 295. Elizabeth zendt haar zoon Richard, 9 jaar, naar Bourgondië via een geheim poortje en Greenwich onder een valse naam, als ‘Peter’.
Hij wordt vervangen door een page.

Op 25 juni 1483 wordt haar huwelijk ongeldig verklaard.
p. 311. Haar dochter Elizabeth, die later met Henry Tudor (de toekomstige Hendrik VII) zal trouwen: “U zult zich nooit overgeven. Uw eerzucht wordt nog de dood van mijn broers en als zij dood zijn, zet u mij op de troon van mijn overleden broer. U houdt meer van de troon dan van uw kinderen.”

p. 318. De hertog van Buckingham had beloofd haar zonen te redden. Hij is ontmaskerd en gedood.

September 1483

p. 322. Het gerucht doet de ronde dat prins Edward dood is.
p. 342. Complotten binnen complotten.

November 1483

p. 353. Een onwaarschijnlijk bezoek aan Elizabeth. Richard meldt haar dat de kinderen gedurende zijn afwezigheid verdwenen zijn.
p. 355. Elizabeth: “Hebt u ze dan niet gedood?”
Richard: “Neen, waarom zou ik?”

p. 362. Verbanning van Margaret Beaufort naar haar echtgenoot Stanley: verband met het volgende deel van de trilogie.

Januari 1485

p. 370. Margaret Beaufort veinst vriendschap voor Elizabeth. Zitten zij en haar zoon Henry achter de moord op de prinsen? In de verfilming wordt dit veel sterker gesuggereerd dan in de romans.
p. 377 “Ik denk dat Buckingham en Henry Tudor de beide jongens hebben gedood.”

Het boek eindigt april 1485, dus net voor de Slag bij Bosworth (22 augustus).

Bespreking

De romans van Gregory hebben voor een enorme hype gezorgd, vooral in Engeland, maar ook buiten de Angelsaksische landen. Niet alleen zijn ze in een tiendelige BBC-miniserie gegoten (zie Bijlage 1), doch hun impact is eveneens groot in de wetenschappelijke literatuur en is vooral breed uitgemolken in de populair-wetenschappelijke publicaties. Het prestigieuze BBC History Magazine (de tegenhanger van ons maandblad Geschiedenis) wijdde de afgelopen twee jaar niet minder dan drie hoofdartikelen aan aspecten van de Rozenoorlogen en de verdwijning van de prinsjes, plus links naar nog meer bijdragen plus nog diverse publicaties over de regering van Hendrik VII en VIII (3).

Daar bovenop kwam dan nog de ongelooflijke meevaller dat net nu toevallig het skelet van Richard III gevonden werd, wat dan weer een gezichtsreconstructie opleverde (duidelijk gebaseerd op het bekende portret): groot nieuws en goed voor een resem artikelen in kranten en tijdschriften … en bijzonder goed voor de verkoop van haar romans.(Zie Bijlage 5)
Zelfs een partijleider in de hedendaagse Vlaamse politiek (weliswaar historicus) kon het niet laten een column te wijden aan Richard (zie Bijlage 6 Het oordeel van de eeuwigheid).

Vertelperspectief: een alwetend verteller over gebeurtenissen waarbij de hoofdpersonen niet aanwezig zijn, in alle andere gevallen worden de gebeurtenissen gezien door ogen van de hoofdpersonen.

In de drie romans hindert mij de nadruk op bovennatuurlijke krachten, zoals het opwekken van mist en storm met behulp van Melusina, de doodsvloek… Nochtans sluit dit aan bij de tijdgeest van toen en van nu, bij een tendens die vooral sinds de Harry Potter- en de Twilightboeken (en films) steeds sterker aanwezig is in de hedendaagse fictie. Hierover zegt Philippa Gregory in haar nawoord (p. 410-411): “Het bovennatuurlijke element in de storm die werkelijk plaatsgevonden heeft is natuurlijk fictief, en ik heb er veel plezier aan beleefd dat erbij te halen.”

Het hele boek draait rond het lot van de twee prinsjes. Heeft Richard zijn neefjes vermoord? De schrijfster houdt de boot af, draait in de verschillende delen van de trilogie om de hete brij heen. Maar lost dat met veel flair en brio op. Toch kan je zeggen dat ze belangrijke argumenten aanhaalt, die Richard vrijspreken van de moorden, net als in het hier al eerder besproken Een koninkrijk voor een moord. Een sublieme vondst van de auteur is dat Elizabeth een vloek legt over de moordenaar van haar zoon: zijn eerstgeborene zal sterven vooraleer hij de troon zal kunnen betreden.
Nu wil de historische werkelijkheid het volgende: de zoon van Richard III sterft jong. Is Richard dus de moordenaar? Haar eigen dochter huwt met Hendrik Tudor. Diens kroonprins, Arthur, sterft jong. Hendrik VIII, die zijn broer opvolgt en diens eega overneemt, heeft bij zijn zes vrouwen slechts één zoon. Die wordt koning als Edward VI (1537 –1553) en sterft na amper 6 jaar regeren. Hij wordt opgevolgd door ‘Bloody Mary’ Tudor, katholieke dochter van Hendriks eerste vrouw, Katharina van Aragon. Zij huwt met Filips II van Spanje, kent enkele schijnzwangerschappen, doch sterft kinderloos. Dan komt haar halfzuster op de troon, Elizabeth I (1533 –1603), dochter van Hendriks tweede vrouw, Ann Boleyn. De ‘Virgin Queen’ huwt nooit en overlijdt kinderloos. Met haar eindigt de Tudordynastie en komen de Stuarts op de troon met James I, koning van Schotland, zoon van Mary Stuart (door Elizabeth onthoofd in 1587).

De schrijfster over de historische betrouwbaarheid.

“Zo weten we tot op de dag van vandaag (na honderden theorieën) ook niet wat er precies met de prinsen in de Tower is gebeurd. Ik opper dat Elizabeth Woodville een veilig toevluchtsoord voor haar tweede zoon, prins Richard, heeft geregeld, nadat haar eerste zoon, prins Edward, bij haar was weggehaald. Ik betwijfel oprecht of ze haar tweede zoon naar de man zou hebben laten gaan die ze ervan verdacht haar eerste zoon gevangen te hebben gezet. De provocerende suggestie, door menig serieus historicus gedaan, dat prins Richard het wellicht had overleefd, bracht mij tot de speculatieve gedachte dat ze hem misschien helemaal niet naar de Tower heeft gestuurd, maar dat ze zijn plaats door een wisselkind heeft laten innemen. Maar ik moet de lezer waarschuwen dat hier geen hard bewijs voor is.

Er is ook geen doorslaggevend bewijs over de wijze waarop de jongens aan hun eind zijn gekomen, als dat is gebeurd, en ook niet wie daar de opdracht toe heeft gegeven. Er zijn natuurlijk ook nog steeds geen lichamen gevonden waarvan met zekerheid is vastgesteld dat die van de prinsjes waren. Ik opper dat koning Richard de jongens niet vermoord heeft, aangezien hij daarmee meer te verliezen dan te winnen had. Verder geloof ik niet dat Elizabeth Woodville haar dochters aan zijn zorg toevertrouwd zou hebben als ze echt dacht dat hij de moordenaar van haar zonen was.
(De Rozenkoningin, p. 410-411)

Bijlagen

Bijlage 1. Verfilming.
Bijlage 2. Margaretha van York
Bijlage 3. Gruuthuse
Bijlage 4. William Caxton en Margaretha van York
Bijlage 5. Skelet van Richard III gevonden
Bijlage 6. De wever en de eeuwigheid.

Bijlage 7. Heksen, hermelijn, hoogmoed & onmondige vrouwen

NOTEN

1. The Other Boleyn Girl (2008): over de zus van Ann, die haar voorgangster was als maîtresse van Hendrik VIII.

2. Zie: De Maesschalck, E., De Bourgondische vorsten (1315-1530), Leuven, Davidsfonds, 2008 en: Vlaamse miniaturen plus diverse onderwerpen op de Joos de Rijcke-site: Karel de Stoute en de ‘Burgunderbeute’; Dames met klasse: Margareta van York…; Handschriften en boekdrukkunst.

3. In BBC History Magazine, de Engelse tegenhanger van het tijdschrift Geschiedenis:
* Kewes, Pauline, Why did Shakespeare revile Richard III? in: History, mei 2012, p. 27 e.v.
* Skidmore, Chris, Bosworth. The Dawn of the Tudors, in: History, juni 2013, p. 20 e.v.
met link naar een artikel van David Hipshon, Treachery: what really brought down Richard III.
* Oktober 2013, titelverhaal: Burying the princes in the Tower. How Richard III and Hendrik Tudor tried to erase them from history.

 

De hele Rozenoorlogcyclus

Gregory, Philippa, De rozenkoningin, (The White Queen), Amsterdam, De Boekerij, 2010, Gregory, Philippa, De roos van Lancaster, (The Red Queen), Amsterdam, De Boekerij, 2011. Gregory, Philippa, De witte roos (Lady of the Rivers), Amsterdam, De Boekerij, 2012.Gregory, Philippa, Dochters van de Roos, (The Kingmaker’s Daughter) Amsterdam, Meulenhoff, 2014 . Lees ook liefst eerst: Josephine Tey, Een koninkrijk voor een moord



Jos Martens, oktober 2013