artikelen over geschiedenis didactiek
Kinderoffers
Hoe je aan de hand van kinderoffers aandacht kunt besteden aan het ontwikkelen van historische empathie (standplaaatsgebondenheid).
Inhoud
Kinderoffers
Op 19 oktober 2019 schreef Jona Lendering een
blog over
kinderoffers in Karthago, een Fenicische kolonie in het
huidige Tunesië. De
alleenheerser van Syracuse, Agathokles ( 361–289),
belegeerde in 310 v. Chr. de stad. De bevolking van de
stad begreep al snel dat ze goddelijke steun nodig had
en besloot tot een dramatisch offer.
Diodoros van Sicilië (ca 90 v. Chr. - ca 30 v. Chr.)
schrijft daarover:
'Ze (de inwoners van Karthago) kozen tweehonderd
kinderen uit de voornaamste families en
offerden die in het openbaar. Niet minder dan
driehonderd anderen, die ergens van waren beschuldigd,
offerden zich vrijwillig. In de stad stond een bronzen
beeld van Baal Hammon, met naar de grond toe
uitgestrekte handen, de handpalmen naar boven, zodat een
kind dat daarop was geplaatst er vanaf kon rollen en in
een soort vurige put kon vallen.
'Er is nogal wat discussie geweest over mensenoffers bij
de Feniciërs en Karthagers. Ze worden dus vermeld voor
Karthago en ook voor andere plaatsen in het westelijke
Middellandse Zee-gebied. Ook is geopperd dat de
grafvelden die bekendstaan als tophet
dienden voor de teraardebestelling van de kinderen.
Lange tijd was dit de standaardinterpretatie.
Het is echter even hard weer tegengesproken. Verhalen
als die van Diodoros waren pure laster, was dan het
idee, ingegeven door de Griekse en Romeinse afkeer van
de Karthagers. Dat zou zeker waar kunnen zijn. De oude
volken hadden de wildste ideeën over andere volken.
Dit was de tweede fase van het onderzoek, maar er is een
derde fase. Antropologisch onderzoek op de
tophet van Karthago toont dat daar kinder-,
schaaps- en vogelcrematies bij elkaar liggen. De dieren
zijn zeker offers. Omdat schapen in Noord-Afrika worden
geboren in november en we aan de resten kunnen zien dat
de offerdieren een maand of vijf oud zijn geworden,
kunnen we concluderen dat ze zijn geofferd in het
voorjaar. De schapen en vogels waren op dezelfde wijze
verbrand als de kinderen en soms tegelijk begraven. Dit
suggereert dat we te maken hebben met een lenteoffer.
Voor zover ik weet kunnen archeologen niet zien of de
kinderen al een natuurlijke dood waren gestorven en
daarna met een schaap of vogel zijn gecremeerd, of dat
ook de kinderen gewelddadig zijn gedood, maar
archeologen neigen er nu toch naar dat kinderoffers
hebben bestaan.'
Een artikel op Wikipedia beroept zich op het boek Carthage Must Be Destroyed: The Rise and Fall of an Ancient Civilization van Richard Miles (blz.. 1797) als wordt gezegd dat al vanaf de stichting van Karthago, in het begin van de negende eeuw v. Chr. vaders en moeders hun kinderen offerden aan Ba`al Hammon enTanit. Na verloop van tijd ging dit de Karthagers te ver en gingen zij kinderen kopen of voedden zij kinderen vaan slaven op om hen te offeren. Dit neemt niet weg dat priesters in tijden van grote crises, zoals oorlog, droogte of hongersnood, nog steeds eigen kinderen opeisten (1).
Kinderoffers in de les
Als er in de geschiedenisles over mensenoffers en zeker kinderoffers wordt gesproken, gaat het nagenoeg altijd over hoe erg dat was, hoe barbaaars. Gelukkig dat dit tegenwoordig niet meer voorkomt. Wij zijn toch een stuk beschaafder.
Maar zou het niet veeel interessanter zijn om met leerlingen te praten over de context waarin deze offers plaatsvonden. Wat bracht mensen er destijd toe om kinderen te offeren? En wat voelden zij daarbij? Wat zegt het dat Karthagers op enig moment ertoe overgingen om gekochte kinderen en slavenkinderen te offeren in plaaats van die van henzelf? Hoe groot moet de nood zijn geweest als men op bepaaalde momenten toch weer eigen kinderen ging offeren en dan ook nog in grote aantallen? Wat zegt dit alles over hun religieuze opvattingen?
Gesprekken hierover leveren denk ik meer op dan het uitspreken van morele verontwaardiging. In ieder geval draagt het meer bij aan het ontwikkelen van historische empathie (standplaatsgebondenheid) bij leerlingen.
Noot
1.
Walbank, F.W, Astin, A.E., Frederiksen, M.W. en
Ogilvie, R.M. (1990). The Cambridge Ancient
History. Cambridge University Press. p. 514.
Copyright Albert van der Kaap, 2019