artikelen over geschiedenis didactiek

Kanttekeningen bij het vwo-examen eerste tijdvak 2019

Enkele kanttekeningen bij sommige vragen uit het vwo-examen 2019, eerste tijdvak.

Kanttekeningen bij het vwo-examen eerste tijdvak 2019  

PDF-versie

 

Deze keer wil ik graag beginnen met te wijzen op een tweetal, in mijn ogen, mooie opdrachten uit dit examen. Bij een aantal andere opdrachten plaats ik wel mijn kanttekeningen, zoals men zo langzamerhand van mij wel gewend is.

Commentaar op mijn opmerkingen/kanttekeningen, is meer dan welkom en zal ik graag aan deze pagina toevoegen.


Vraag 20 vwo-examen 2019, eerste tijdvak (p-waarde .76)


Onderstaande opdracht is een mooi voorbeeld van het gegeven dat een bron voor de ene historische vraag betrouwbare informatie geeft, maar voor een andere vraag niet.


Voor de vraag waarom de bron minder betrouwbaar is, moeten leerlingen verdiepen in het doel van de bron. Ze moeten zich afvragen of de partijkrant redenen kan hebben gehad om bijvoorbeeld het aantal mensen langs de kant te overdrijven of dat propaganda wil maken voor het nazisme.


Voor de vraag waarom de bron wel betrouwbare informatie geeft voor de vraag of Duitsland op weg is naar een totalitaire staat moeten zij zich afvragen of de krant zou liegen over het arresteren van aanhangers van de communisten.


Bron
In de Völkischer Beobachter, de partijkrant van de NSDAP, van 17 mei 1933 wordt de arrestatie beschreven van socialistische partijleiders in de deelstaat Baden:
Vóór de gevangenis had zich een reusachtige menigte verzameld, die de gearresteerden ontving met boe-geroep, gefluit en scheldwoorden. De eerste politievrachtwagen, waarop de gearresteerden met ontbloot hoofd zaten, werd voorafgegaan door twee rijen SS'ers (1) die de straat vrijmaakten. Achter die eerste politieauto volgde een tweede met SA'ers (1). Daarnaast liepen aan twee kanten en aan het einde SA-mensen mee. De wagens reden stapvoets door een dichte mensenmassa, die op veel plaatsen acht rijen dik was. Zonder onderbreking klonk langs de hele weg gefluit en boe-geroep. (...) Het gedrang van het publiek was zo groot dat het straatverkeer geheel werd lamgelegd. Onderweg werden verscheidene schreeuwers van het Rot-Front (2) meteen op straat gearresteerd en in de tweede politiewagen meegevoerd.


noot 1 De SS en SA zijn paramilitaire organisaties van de nazi’s.
noot 2 Rot-Front is een paramilitaire organisatie van de Duitse communistische partij.


Gebruik de bron

Stel: je doet onderzoek naar de politieke ontwikkelingen in Duitsland tijdens de eerste maanden van het naziregime en je hebt twee onderzoeksvragen:
1 Hoe groot is de steun van de Duitse bevolking voor de politieke veranderingen in Duitsland?
2 Verandert Duitsland na het aantreden van het naziregime in een totalitaire staat?


Je vindt de Völkischer Beobachter over het algemeen een onbetrouwbare bron, maar je besluit dat je het fragment toch kunt gebruiken.


4p Leg uit, telkens met een verwijzing naar de bron, dat de bron voor de eerste onderzoeksvraag minder betrouwbare informatie bevat en dat er meer betrouwbare informatie uit de bron is af te leiden voor de tweede onderzoeksvraag.


Antwoordmodel
maximumscore 4
Uit het antwoord moet blijken dat:
• de Völkischer Beobachter de partijkrant is van de nazi's, die wil laten zien dat de bevolking de NSDAP steunt / die de aanhang van de NSDAP wil vergroten, zodat het beeld van een joelende / reusachtige / dichte massa in de bron waarschijnlijk overdreven is (waardoor de bron minder betrouwbare informatie voor de eerste onderzoeksvraag bevat) 2
• er openlijk / trots wordt beschreven dat de socialistische leiders / protesterende communisten worden gearresteerd, waarmee je kunt aantonen dat de politieke vrijheid in Duitsland na het aantreden van het naziregime in het gedrang komt (waardoor de bron meer betrouwbare informatie bevat voor de tweede onderzoeksvraag) 2


Vraag 26 (p-waarde .63)


Een mooi voorbeeld van een vraag waarin leerlingen een relatie moeten leggen tussen twee historische gebeurtenissen. Eerst moeten leerlingen een reproductieve vraag beantwoorden om deze kennis vervolgens te relateren aan een gebeurtenis uit 1962 om te eindigen met de motieven van Reagan om deze vergelijking te maken. De p-waarde van .63 geeft aan dat de vraag de beoogde moeilijkheidsgraad heeft (tussen 40-80). De vraag is voor leerlingen die goed zijn in geschiedenis goed te doen, zwakkere leerlingen hebben er duidelijk meer moeite mee gehad.


Bron
Op 23 maart 1983 houdt de Amerikaanse president Reagan een speech op de Amerikaanse televisie om zijn SDI-project uit te leggen aan de Amerikaanse bevolking.



Toelichting:
Op het bord achter Reagan is een foto te zien van de toenmalige Sovjetbasis op Cuba.


Gebruik de bron


Reagan laat tijdens zijn speech bewust de foto zien van de basis op Cuba.
3p 26 Toon dit aan door:
• zonder bron te noemen wat de kern van het SDI-project is en
• met bron uit te leggen wat Reagan wil bereiken bij de Amerikaanse bevolking door deze foto te laten zien.


Antwoordmodel
maximumscore 3
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• De kern van het SDI-project is het plaatsen van een Amerikaans ruimtescherm (dat raketten van de Sovjet-Unie moet tegenhouden) 1
• Met de foto van de basis op het nabije (communistische) Cuba wordt aangegeven dat de militaire dreiging van de Sovjet-Unie groot is / wordt de herinnering aan (de angst voor) de nucleaire dreiging tijdens de Cubacrisis opgeroepen 1
• waarmee Reagan wil bereiken dat er bij de Amerikaanse bevolking steun ontstaat voor (de hoge kosten van) het SDI-project 1


Vraag 2 (p-waarde .86)
Deze vraag is ongelukkig geformuleerd. Er wordt gevraagd welke waarschuwing Tacitus geeft en niet waarvoor waarschuwt en waarop is zijn waarschuwing gebaseerd. Uit de relatief hoge p-waarde kan mogelijk worden afgeleid dat veel docenten dit hebben onderkent en genoegen namen met een antwoord waaruit het oorlogszuchtige karakter van de Germanen blijkt.


Bron
De Romeinse geschiedschrijver Tacitus schreef rond 98 een boek over de Germanen.
Hij schrijft:

Als er bij de eigen stam door langdurige vrede en stilstand niets te beleven is, gaan de meeste jongeren van adel op eigen initiatief naar de stammen die dan in een oorlog verwikkeld zijn. Germanen houden namelijk niet van rust. Om een groot gevolg te onderhouden zijn geweld en oorlog nodig. Want mannen doen een beroep op de gulheid van hun leider voor dat mooie oorlogspaard of die bloedige, zegevierende werpspies. Eenvoudig toebereide maar overvloedige maaltijden krijgen ze bij wijze van soldij. De bron voor die gulheid is gelegen in oorlog en roof. Germanen zijn er moeilijker toe te bewegen land te beploegen of de oogst af te wachten dan de vijand uit te dagen en wonden te verdienen. Want ze vinden het een blijk van slapheid en laksheid om met zweet te verwerven wat je door bloed kunt krijgen.


Bewering:
Tacitus wil de Romeinen waarschuwen.
2p 2 Ondersteun deze bewering door met een verwijzing naar de bron uit te leggen welke waarschuwing Tacitus overbrengt.


Antwoordmodel
maximumscore 2
Uit het antwoord moet blijken dat:
• Tacitus de Germanen beschrijft als oorlogszuchtig / roofzuchtig / als een volk dat strijd verkiest boven landarbeid 1
• waarmee hij de waarschuwing overbrengt dat de Romeinen te weinig oog hebben voor het gevaar dat de Germanen vormen aan de grens van het Romeinse Rijk / dat de Romeinen zich moeten voorbereiden op een Germaanse aanval 1
Opmerking Er wordt alleen 1 scorepunt toegekend aan een juiste verwijzing naar de bron als de waarschuwing van Tacitus juist wordt weergegeven.


Vraag 3 (p-waarde .39)
Leerlingen moeten in deze opdracht een typisch Germaans verschijnsel linken aan een enigszins vergelijkbaar verschijnsel uit de middeleeuwen. De vraag begint echter vanuit een middeleeuws verschijnsel en wil dan daarvoor aanwijzingen zien in de tekst van Tacitus. Vervolgens moeten zij het krijgen van land om te besturen en van te leven als vergelijkbaar zien met het krijgen van een oorlogspaard of maaltijden. Een zeer gekunstelde opdracht wat mij betreft en logisch dat deze een lage p-waarde heeft.
Bovendien, het leenstelsel of feodalisme is een politiek stelsel dat ontstond in de negende eeuw, toen na de dood van Karel de Grote diens bestuursgebied versnipperde. Er zit dus wel een lange periode tussen het optreden van de Germanen en het ontstaan van dit stelsel om te kunnen spreken van continuïteit. En wat belangrijker is, bij het leenstelsel gaat het om een bestuursmodel en bij de Germanen alleen om persoonlijk gewin.


Bron
De Romeinse geschiedschrijver Tacitus schreef rond 98 een boek over de Germanen.
Hij schrijft:

Als er bij de eigen stam door langdurige vrede en stilstand niets te beleven is, gaan de meeste jongeren van adel op eigen initiatief naar de stammen die dan in een oorlog verwikkeld zijn. Germanen houden namelijk niet van rust. Om een groot gevolg te onderhouden zijn geweld en oorlog nodig. Want mannen doen een beroep op de gulheid van hun leider voor dat mooie oorlogspaard of die bloedige, zegevierende werpspies. Eenvoudig toebereide maar overvloedige maaltijden krijgen ze bij wijze van soldij. De bron voor die gulheid is gelegen in oorlog en roof. Germanen zijn er moeilijker toe te bewegen land te beploegen of de oogst af te wachten dan de vijand uit te dagen en wonden te verdienen. Want ze vinden het een blijk van slapheid en laksheid om met zweet te verwerven wat je door bloed kunt krijgen.
In de vroege middeleeuwen vindt in Europa een politieke verandering plaats. Je kunt concluderen dat deze verandering aansluit bij Germaanse gebruiken uit de oudheid.


3p 3 Ondersteun deze conclusie door:
• de politieke verandering in de vroege middeleeuwen te noemen en
• met een verwijzing naar de bron toe te lichten dat hierbij wordt aangesloten bij traditionele Germaanse gebruiken.


Antwoordmodel
maximumscore 3

Kern van een juist antwoord is:
• In de vroege middeleeuwen ontstaan feodale verhoudingen in het bestuur (in plaats van het Romeinse bestuur) 1
• waarbij de feodale heren hun vazallen in natura / in land betalen voor hun trouw / krijgsdienst 1
• waarbij zij aansluiten op het Germaanse gebruik krijgers te belonen met een oorlogspaard / werpspies / maaltijden 1

Opmerking
Er wordt alleen 1 scorepunt toegekend aan een juiste verwijzing naar de bron als een feodaal gebruik juist wordt weergegeven.


Vraag 18 (p-waarde .49)

De inleiding op de vraag geeft al weg waar de tekening betrekking op heeft: In deze prent geeft de Franse tekenaar Albert Guillaume een verschil weer tussen een gevolg van de Eerste Wereldoorlog voor Frankrijk en Duitsland. Deze analyse hoeven de leerlingen dus niet te maken. Ze hoeven ‘alleen’ maar aan te geven welke bedoeling de tekenaar heeft met zijn prent. Maar wil de tekenaar werkelijk aangeven dat Duitsland economisch harder werd getroffen door de oorlog dan Frankrijk? De tekening verscheen in een satirisch tijdschrift. Ligt het dan niet eerder voor de hand dat de tekenaar met zijn prent de oorlogspropaganda van de regering op de hak neemt die de Fransen graag het idee geeft dat het in Frankrijk economisch allemaal veel beter gaat dan in Duitsland. De Fransen zelf weten wel beter.
Een derde correct antwoord is dat de rijke bourgeois (let op de kledij van de klanten) zich sowieso geen zorgen hoeven maken om hun menu ongeacht wat men in Duitsland eet of waarmee men de 'gewone' Fransman wil troosten.

 

Bron
Op 15 maart 1917 publiceert het Franse satirische tijdschrift La Baïonette deze prent van Albert Guillaume op de voorpagina:

 


Toelichting:
Onderaan staat: Oorlogsmenu's
Op het tafelkleed in de Franse bistro staat het volgende gesprek geschreven:
Geen vlees ... geen aardappelen meer ... koolrabi ... 0,0025 gram vet ... brood zonder graan ...
'Wat heeft dit te betekenen?!?!?´
'Dat is om onze klanten te troosten, mijnheer. Voordat we het Franse menu geven, laten we eerst het dagmenu uit Berlijn zien.'

 

Gebruik de bron


In deze prent geeft de Franse tekenaar Albert Guillaume een verschil weer tussen een gevolg van de Eerste Wereldoorlog voor Frankrijk en Duitsland.

2p Leg uit, met een verwijzing naar de bron, welke boodschap de tekenaar hiermee wil overbrengen.


Antwoordmodel
maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Met het afbeelden van de keuze eerst het Duitse menu te laten zien / van de verbazing van de Franse gast over het karige Duitse menu 1
• wil Albert Guillaume de boodschap overbrengen dat de Eerste Wereldoorlog Duitsland economisch harder treft dan Frankrijk (zodat het Duitse menu de Fransman moet opvrolijken) / dat Duitsland de Eerste Wereldoorlog aan het verliezen is 1


Opmerking
Alleen als de boodschap juist wordt weergegeven, wordt 1 scorepunt toegekend aan een juiste verwijzing naar de prent.


Vraag 25 (p-waarde .82)


Een mooi idee om leerlingen kennis over de naoorlogse situatie in Europa en het Verre Oosten te laten vergelijken met een situatie in Afrika. Jammer wel dat in beide onderdelen van de vraag wordt verwezen naar de dominotheorie. Op het antwoordmodelmodel is nog wel wat aan te merken. Bij het eerste deel zou ik het streven naar samenwerking in de regio ook goedkeuren en bij het tweede onderdeel zou ik het eerder logisch vinden als leerlingen zouden verwijzen naar het vet aan de grond krijgen als een soort bruggenhoofd naar de rest van Afrika, wat m.i. een meer directe verwijzing naar het domino-effect is.


Bron
Op 10 juni 1976 ontmoeten president Jaafar Numeiri van Soedan (in Afrika) en president Gerald Ford van de Verenigde Staten elkaar. Tijdens het gesprek zegt Numeiri:
Ik wil graag eerst iets vertellen over Soedan. Wij bevinden ons nu in een stabiele positie. Met de hulp van bevriende staten konden wij de burgeroorlog, die 17 jaar duurde, beëindigen. Nu willen we ons ontwikkelen en we maken een goede start daarmee. We zijn een groot land, met negen buurlanden met dezelfde problemen als de onze. Het is al een hele inspanning om met al onze buren samen te werken. We verzoeken de Verenigde Staten ons te helpen in de ontwikkeling van ons land en van de regio. We hebben een aantal goede vrienden in de regio – Egypte en Saoedi-Arabië. We willen vrede en stabiliteit in de regio brengen en de buitenlandse invloeden uitroeien. (…) Er was een grootse communistische campagne tegen ons in de hele communistische wereld. We hebben hen zelf uitgeschakeld, maar we denken dat Afrika hun doelwit blijft. (…) We moeten samenwerken om het probleem van Eritrea [gebied in Ethiopië] aan te pakken, want dat is een manier voor de Sovjet-Unie om voet aan de grond te krijgen. Traditioneel hadden jullie goede banden met de Ethiopiërs, maar nu zijn ze begonnen hun soldaten te trainen in de Sovjet-Unie.

Gebruik de bron


Twee beweringen:
1 Het verzoek van Jaafar Numeiri is geïnspireerd op het Marshallplan.
2 Jaafar Numeiri onderbouwt zijn verzoek met een verwijzing naar de dominotheorie.
3p Ondersteun beide beweringen door:
• aan te tonen dat Numeiri met zijn verzoek zowel op economisch als op politiek terrein de doelen van het Marshallplan nastreeft en
• aan te geven welke verwijzing naar de dominotheorie Numeiri maakt.

 

Antwoordmodel
maximumscore 3
Kern van een juist antwoord is:
bij 1:
Met zijn verzoek wil Numeiri, net als het Marshallplan, bereiken dat:
• zijn land na een oorlog met steun van de Verenigde Staten economische wederopbouw kan bewerkstelligen 1
• (de uitbreiding van) het communisme wordt gestopt 1
bij 2:
• Numeiri suggereert dat de Sovjet-Unie Ethiopië de mogelijkheid biedt soldaten te trainen, om op die manier in meer Afrikaanse landen macht te krijgen (wat past bij de dominotheorie) 1

Copyright Albert van der Kaap, 2020 

 


  •  

    u