Lesmateriaal

Brugge in de middeleeuwen

Brugge in de middeleeuwen is een lessenserie over leven en werken in Brugge in de periode 1300-1500.

Het klooster

 

 


 Het was nu al vijf dagen geleden dat Bernard, de tweede zoon van heer Andobert, uit La Villette was vertrokken, maar nog steeds had hij het klooster niet bereikt. Het lag wel op een zeer afgelegen plaats, want sinds gisteren was hij niemand meer tegengekomen. Opeens hoorde Bernard klokgelui. Snel liep hij in de richting van het geluid en inderdaad, daar zag hij hoog boven de bomen de grote kloostertoren.

De monnik die de kloosterpoort voor Bernard opende, heette hem welkom en bracht hem naar de abt, het hoofd van het klooster. 'Zo, dus jij wilt monnik worden!'De abt knikte goedkeurend. 'Maar nu zal ik er eerst eens voor zorgen dat je wat te eten krijgt en dat er een bed voor je wordt opgemaakt. je moet wel hongerig en moe zijn na die lange reis.'


Benedictino de San Antolin de Bedon

De volgende morgen kreeg Bernard van de abt een rondleiding door het klooster. Ze bezochten de stallen voor het vee, de voorraadschuren, de bakkerij, de wijnpers en de weverij. Overal waren monniken druk in de weer. daarna liepen ze langs de akkers die rond het klooster lagen. Ook hier werd hard gewerkt. Niet alleen door monniken, maar ook door horige boeren, die met hun gezinnen vlakbij het klooster woonden.

'Zoals je ziet, kunnen we ons in het klooster heel goed zelf redden', vertelde de abt. 'We zorgen zelf voor bijna alle dingen die we nodig hebben. We willen niet afhankelijk zijn van de mensen buiten de kloostermuren. Om ons hele leven aan God te kunnen opdragen, moeten we in afzondering leven, weg van de verleidelijke buitenwereld!'


Monasterio de la Oliva Carcastillo

Bernard keek de abt niet begrijpend aan. Wat bedoelde hij met de 'verleidelijke buitenwereld?' De abt probeerde het hem uit te leggen: 'Veel mensen maken zich alleen maar zorgen over hun leven hier op aarde. Ze proberen rijk te worden en zoveel mogelijk plezier te maken. Ze dobbelen, drinken en dansen, maar ze vergeten dat het leven op aarde erg kort is, en dat er na dit leven nog een veel belangrijker leven op hen wacht: het leven na de dood. Wij leven in armoede, we geven niets om al die aardse pleziertjes. Nee, wij bereiden ons zo goed mogelijk voor op het leven in de hemel!' 'Mag een monnik daarom geen eigen bezittingen hebben?', vroeg Bernard. 'Precies, voor een monnik is rijkdom op aarde niet belangrijk', antwoordde de abt. 'Maar de boeren die op de akkers werken dan, komen zij ook in de hemel? 'wilde Bernard weten. 'Natuurlijk kan niet iedereen monnik zijn. Er zullen altijd boeren nodig zijn. Maar als zij hard werken en alles doen wat ze moeten doen, zullen ook zij in de hemel komen.' 'Waarom mag een monnik niet trouwen? 'vroeg Bernard. 'Iemand die trouwt moet voor zijn vrouw en kinderen zorgen. Hij kan nooit al zijn aandacht op God richten.' Bernard had de abt nog wel honderd vragen willen stellen, maar klokgelui maakte een eind aan hun gesprek. Alle monniken werden in de kapel verwacht, want wie zijn leven opdroeg aan God, moest natuurlijk ook veel tot Hem bidden. Er werd veel gebeden: acht keer per dag en op vastgestelde tijden.

Na de mis was het middageten en daarna nam een monnik hem mee naar de bibliotheek van het klooster (bekijk ook dit grappige filmpje). Zoiets had Bernard nog nooit gezien. Misschien stonden er wel duizend boeken in de hoge houten kasten! De monnik vertelde hem dat de bibliotheek een van de grootste van het land was. 'We hebben hier zelfs nog boeken uit de Griekse en Romeinse tijd! En ieder jaar komen er boeken bij. Sommige monniken mogen van de abt een boek over het leven van een heilige schrijven. Anderen mogen een belangrijk godsdienstig werk vertalen of een jaar lang bijhouden wat er allemaal gebeurt in het klooster. Ook zijn er monniken die boeken overschrijven. ''Schrijven ze dan hele boeken over?', vroeg Bernard ongelovig. 'Ja, soms kunnen we een boek dat we nog niet hebben, van een ander klooster lenen en dan schrijven we het hier over. Van boeken die veel worden gelezen maken we extra exemplaren.' Bernard mocht nog even kijken naar het werk van een oude monnik. Wat was die man knap! Hij schreef zo mooi, alsof zijn hand door een engel werd vastgehouden. Bernard nam zich voor om goed zijn best te gaan doen bij de lees- en schrijflessen. Misschien kon hij dan ook wel in de bibliotheek gaan werken.


Park abdij Heverlee


 

  •  

    u