Lesmateriaal

Brugge in de middeleeuwen

Brugge in de middeleeuwen is een lessenserie over leven en werken in Brugge in de periode 1300-1500.

Boeren in La Villette

 

 


In de buurt van Parijs lag het dorpje La Villette. Nou ja, in de buurt? Het was toch wel zo'n twee dagen lopen van Parijs naar het dorpje. Op de kaart was het niet eens te vinden, zo klein was het. Er woonden zo'n 200 mensen, er waren drie stenen gebouwen en ongeveer 30 houten huizen. Eigenlijk waren het geen huizen. Het waren scheefgezakte hutjes. met een rieten dak. De deur was de eniqe opening, ramen hadden ze niet en in de wanden zaten scheuren.

Er waren veel van die kleine dorpen in West-Europa. De mensen woonden liever in een dorpje bij elkaar, dan op een afgelegen boerde­rij, die gemakkelijk door struik­rovers geplunderd kon worden.

Lanqs La Villette liep een riviertje en daaraan lagen kleine houten boerderijen. Rondom elk boerderijtje waren de bomen qekapt en hier bevonden zich de akkers waarop de boeren werkten. Daarach­ter lagen de gemeenschappelijke weidegronden, waarop koeien en paarden liepen. Rondom de boer­derijen zag je nog wat kippen, ganzen, schapen en hier en daar een varken.


Een middeleeuws domein

Midden in La Villette lag het dorpsplein en daar stond het eerste stenen gebouw: de kerk. Vanaf het plein kon je ook de stenen hoofdboerderij zien. Die lag op een heuvel aan de rand van het dorp. En vlakbij de hoofdboerderij stond een stenen molen. Langs het pad van het pleintje naar de hoofdboerderij stonden houten hutjes, die nog bewoond waren ook.

De horigen en lijfeigenen

Het regent, maar ondanks die nattigheid zijn alle inwoners van La Villette druk in de weer. Zelfs heer Andobert loopt hevig qebarend met zijn rentmeester Herbert te praten. Heer Andobert is de eigenaar van de hoofdboerderij en van de meeste akkers van La Villette. In opdracht van heer Andobert moet Herbert er op toezien dat alles op en rond de boerderij naar wens verloopt. Hij moet er voor zorgen dat het dak van een van de stallen gerepareerd wordt, hij moet een kapotte ploeg laten maken, hout laten hakken, de vaten bieren laten versjouwen, de wol van de schapen laten weven. het graan naar de molen laten brenqen en dan moet hij er ook nog op letten dat de akkers van zijn heer worden bewerkt! Je zou haast medelijden met Herbert krijgen. Maar als je hem even later hoort vloeken en tieren tegen de mannen en vrouwen die rond de hoofdboerderij al het werk doen is dat medelijden snel over.

Dan zou men eerder te doen krijgen met de kleine boeren als Luc en zijn vader. Op een van de akkers van de heer zijn zij aan het ploegen. Trekkend, duwend, schreeuwend en prikkend met een stok zorgt Luc ervoor dat de ossen, die de eenvoudige ploeg trekken, door blijven lopen. Zijn vader heeft al zijn kracht nodig om de ploeg in de grond te houden. Praten doen Luc en zijn vader nauwelijks, het werk vraagt al hun energie. Het is ook niet niks: vanmorgen toen de zon nog maar net op was, hebben ze van Herbert gehoord welk deel van het land geploegd moet worden. En ze zullen er nog tot het donker mee bezig zijn. Na het eten van een stuk brood en wat soep kunnen ze dan meteen naar bed.

Luc woont samen met zijn vader, moeder, zijn broertje en zusje in een van de houten boerderijtjes langs de rivier. Hij is acht jaar, oud genoeg om zijn vader te helpen bij het werk. Drie dagen per week zijn zij verplicht om herendiensten te verrichten. Dat wil zeggen dat zij op die dagen voor heer Andobert moeten werken. Omdat ze twee ossen hebben, worden ze in het voorjaar altijd ingeschakeld bij het ploegen. Luc's moeder moet ook voor de heer werken. Ze helpt bij het weven en wassen op de hoofdboerderij. Luc's broertje van zes past op de baby.

De andere dagen van de week, als ze vrij zijn van herendiensten, werken Luc en zijn vader en moeder op een stukje grond voor zichzelf. Een stukje grond dat ze van de heer in pacht hebben. Op die dagen werken ze extra hard, omdat van dat stukje grond al hun voedsel moet komen. En zelfs nog meer, want heer Andobert verlangt ook nog een deel van de opbrengst. Zo moeten ze binnenkort weer een zak graan. een jonge vette kip en vijf eieren bij Herbert inleveren....

Zo gaat het nu al jaren in La Villlette en zo zal het nog jaren doorgaan. Over twintig jaar zal Luc nog steeds drie dagen per week heren­diensten verrichten en de andere drie dagen extra hard werken om zijn eten bij elkaar te krijgen. Hij zal niet kunnen verhuizen, dat zal heer Andobert nooit toestaan. Luc en zijn familie horen bij de grond waarop ze wonen, zoals de grote eik bij het dorpsplein hoort. En net als alle andere boeren met een stukje grond worden zij horigen genoemd.

Niet alle inwoners van La Villette hebben zelf een stukje grond. Sommigen werken iedere dag op de hoofdboerderij of op een van de akkers van heer Andobert. Zij wonen in de houten hutten langs het pad van het dorpsplein naar de hoofdboerderij. Deze hutten zijn van heer Andobert. In ruil voor het werk dat ze voor de heer doen mogen ze er wonen en krijgen ze wat voedsel. Maar ze bezitten zelf helemaal niets. Zelfs hun lijf is eigendom van de heer en ze worden daarom lijfeigenen genoemd.



 

  •  

    u