artikelen over geschiedenis didactiek
Alles onderwijzen wat belangrijk is? Vergeet het maar
Samenvatting van het artikel The Futility of Trying
to Teach Everything van Grant Wiggins uit 1989.
Inhoud
- Alle artikelen uit 2009
- Alle artikelen uit 2010
- Alle artikelen uit 2011
- Alle artikelen uit 2012
- Alle artikelen uit 2013
- Alle artikelen uit 2014
- Alle artikelen uit 2015
- Alle artikelen uit 2016
- Alle artikelen uit 2017
- Alle artikelen uit 2018
- Alle artikelen uit 2019
- Alle artikelen uit 2020
- Columns over onderwijs
Alles onderwijzen wat belangrijk is? Vergeet het maar
Sinds
het artikel The Futility of Trying to Teach
Everything of Importance in 1989 verscheen,
gebruikt de invloedrijke Amerikaanse historicus en
didacticus Sam Wineburg het in zijn colleges. In dit
artikel beschrijft de, in de ogen van Wineburg
briljante, Grant Wiggins (1950-2015) wat volgens hem de
basis zou moeten zijn van een goed curriculum:' Students
cannot possibly learn everything of value by the time
they leave school, but we can instill in them the desire
to keep questioning throughout their lives.'
Wie bekend is met het werk van Wineburg zal meteen zien,
waarom hij dit zo’n belangrijk artikel vindt.
Jaren later werkte Wiggins de ideeën die hij in dit
artikel ontvouwt uit in het boek 'Understanding by
Design' (1998), dat hij schreef met Jay McTigghe. Een
boek dat mijn kijk op (geschiedenis)onderwijs blijvend
heeft veranderd.
In het PDF-document vindt u een uitgebreide samenvatting in het Nederlands van dit artikel, met een enkele aanvullende opmerking (persoonlijke noot).
Het oorspronkelijke artikel vindt u hier.
Voorbeeld lesmateriaal met een Essential Question
1. Het gooien van de atoombommen op Hiroshima en
Nagasaki
Leerlingen analyseren
dit artikel
over de motieven voor het gooien van de atoombommen op
Hiroshima en Nagasaki en geven een (voorlopig) antwoord
op de volgende ‘Essential Question’:
Hoe komt het dat er over de motieven voor het gooien
van de atoombom zo verschillend werd en wordt gedacht?
Het zal duidelijk zijn dat de leerlingen eerst antwoord moeten geven op de vraag welke motieven in het artikel worden genoemd.
2.
Oorzaken van W.O. I
Wiggins waarschuwt in zijn artikel voor verbalisme, het
met een omhaal van woorden weinig of niets zeggen over
een bepaald onderwerp. Het bedelven van leerlingen met
‘waarheden’ (feitenkennis), die ze tijdens een toets
moeten kunnen reproduceren, zonder dat ze ergens zelf
over hebben nagedacht.
Dit verbalisme doet zich bijvoorbeeld voor in een
hoofdstuk in een schoolboek over oorzaken van de Eerste
Wereldoorlog.
Een van de oorzaken die genoemd worden is het
nationalisme. Uitgelegd wordt wat hieronder moet worden
verstaan, maar wat niet wordt uitgelegd is hoe
nationalistische gevoelens hebben kunnen bijdragen aan
het uitbreken van de oorlog. In het werkboek ontbreekt
een opdracht waarin leerlingen worden uitgedaagd zich in
deze vraag te verdiepen.
Over het begrip modern imperialisme, een tweede oorzaak,
wordt gezegd dat het gaat om het verwerven van kolonies.
Waarom die kolonies belangrijk waren (grondstoffen en
afzetmarkten) wordt niet vermeld. Wel wordt verteld dat
de Duitsers afgunstig keken naar Frankrijk en Engeland
omdat die landen, in tegenstelling tot Duitsland, wel
kolonies hadden. Daarnaast voelden de Engelsen zich
bedreigd omdat Duitsland, in navolging van hen, ook een
vloot bouwde en daarom op zee een concurrent werd. Maar
leiden afgunst en ervaren concurrentie (normaal
gesproken) tot oorlog?
Eigenlijk kan die vraag ook gesteld worden ten aanzien
van nog een oorzaak, de wapenwedloop. Uitgelegd wordt
wat daaronder verstaan wordt en hoe hij is ontstaan,
maar niet wordt ingegaan op wat de wapenwedloop
uiteindelijk te maken heeft met het uitbreken van de
oorlog. Niet elke wapenwedloop leidt immers automatisch
tot oorlog, zoals we weten uit de wapenwedloop die
plaatsvond na de Tweede Wereldoorlog. Zelfs niet als er
sprake is van gespannen verhoudingen tussen twee, elkaar
vijandige, blokken.
Volgens historicus en Duitslandkenner Willem Melching
wordt vaak gedacht ‘dat een ‘bewapeningswedloop’ en de
beschikbaarheid van grote hoeveelheden wapens en
miljoenen dienstplichtigen onvermijdelijk tot de Eerste
Wereldoorlog hebben geleid. In deze theorie is Duitsland
vrijwel altijd de schuldige, maar dat is een achterhaald
standpunt.’ Een evenwichtige wapenwedloop kan er zelfs
aan bijdragen dat er geen oorlog uitbreekt. Laten we
opnieuw Melching aan het woord: ‘Nog nooit waren er
zulke omvangrijke en gevaarlijke arsenalen als tijdens
de Koude Oorlog, maar die bleef - zoals bekend - koud.
Met hetzelfde gemak kun je de stelling zelfs omdraaien:
een wapenwedloop leidt in de regel tot meer stabiliteit,
zolang de betrokken politici het hoofd maar koel
houden.’
In een aparte subparagraaf, Bondgenootschappen, wordt
een vierde oorzaak genoemd, het aangaan van
bondgenootschappen. Vermeld wordt dat de, jaren eerder
gevormde bondgenootschappen, bijdroegen aan het
uitbreken van de oorlog: een aanval op een van hen werd
beschouwd als een aanval op alle. Dat bondgenootschappen
daarentegen ook een stabiliserende functie kunnen
hebben, wordt niet vermeld.
De aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog wordt
merkwaardigerwijs pas in de volgende paragraaf - die
gaat over het verloop van de oorlog - aan de orde
gesteld. Is de aanleiding geen onderdeel van de
oorzaken?
Een alternatief
In plaats van leerlingen te confronteren met een
dergelijke tekst, zou je ook gebruik kunnen maken van
een of meer ‘Essential Questions’ om leerlingen zelf aan
het denken te zetten over oorzaken van historische
gebeurtenissen en in dit specifieke geval over oorzaken
van de Eerste Wereldoorlog.
Een heel generieke ‘Essential Question’ zou kunnen
luiden:
‘Kunnen wij (de) oorzaken van historische gebeurtenissen
(bijvoorbeeld oorlogen) achterhalen.’
Per onderwerp zou je deze vraag nader kunnen
specificeren. Voor de Eerste Wereldoorlog zou de
‘Essential Question’ bijvoorbeeld kunnen zijn:
‘Was het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog
onvermijdelijk?‘
Deze vragen zijn vooral geschikt om er in een klas met
elkaar over te discussiëren. Bijvoorbeeld nadat de
leerlingen eerst alleen of in groepjes hebben gewerkt
aan opdrachten bij dit
artikel van Willem Melching (en
eventueel hun tekstboek).
Mogelijke opdrachten
1. Gelooft Willem Melching in de wapenwedlooptheorie als
verklaring voor het uitbreken van de Eerste
Wereldoorlog? Licht je antwoord toe aan de hand van
elementen uit het artikel.
2. Wat bedoelt Willem Melching als hij zegt dat volgens
sommigen de tijdgeest in hoge mate heeft bijgedragen aan
het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Licht je
antwoord toe aan de hand van elementen uit het artikel.
3. Willem Melching legt een verband tussen democratie
(of de zwakheid ervan) en militarisme. Leg dit uit.
4. Vergelijk de oorzaken die in het boek worden genoemd
met de oorzaken die Willem Melching noemt.
Het volledige artikel over Causaliteit en W.O.I vindt u hier.
Copyright Albert van der Kaap,
2020