artikelen over geschiedenis didactiek

Alles onderwijzen wat belangrijk is? Vergeet het maar

Samenvatting van het artikel The Futility of Trying to Teach Everything van Grant Wiggins uit 1989.

Alles onderwijzen wat belangrijk is? Vergeet het maar 

 

PDF-samenvatting

Sinds het artikel The Futility of Trying to Teach Everything of Importance in 1989 verscheen, gebruikt de invloedrijke Amerikaanse historicus en didacticus Sam Wineburg het in zijn colleges. In dit artikel beschrijft de, in de ogen van Wineburg briljante, Grant Wiggins (1950-2015) wat volgens hem de basis zou moeten zijn van een goed curriculum:' Students cannot possibly learn everything of value by the time they leave school, but we can instill in them the desire to keep questioning throughout their lives.'
Wie bekend is met het werk van Wineburg zal meteen zien, waarom hij dit zo’n belangrijk artikel vindt.

Jaren later werkte Wiggins de ideeën die hij in dit artikel ontvouwt uit in het boek 'Understanding by Design' (1998), dat hij schreef met Jay McTigghe. Een boek dat mijn kijk op (geschiedenis)onderwijs blijvend heeft veranderd.

 

In het PDF-document vindt u een uitgebreide samenvatting in het Nederlands van dit artikel, met een enkele aanvullende opmerking (persoonlijke noot).

 

Het oorspronkelijke artikel vindt u hier.

 

Voorbeeld lesmateriaal met een Essential Question


1. Het gooien van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki
Leerlingen analyseren dit artikel over de motieven voor het gooien van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki en geven een (voorlopig) antwoord op de volgende ‘Essential Question’:


Hoe komt het dat er over de motieven voor het gooien van de atoombom zo verschillend werd en wordt gedacht?

 

Het zal duidelijk zijn dat de leerlingen eerst antwoord moeten geven op de vraag welke motieven in het artikel worden genoemd.


2. Oorzaken van W.O. I
Wiggins waarschuwt in zijn artikel voor verbalisme, het met een omhaal van woorden weinig of niets zeggen over een bepaald onderwerp. Het bedelven van leerlingen met ‘waarheden’ (feitenkennis), die ze tijdens een toets moeten kunnen reproduceren, zonder dat ze ergens zelf over hebben nagedacht.


Dit verbalisme doet zich bijvoorbeeld voor in een hoofdstuk in een schoolboek over oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.


Een van de oorzaken die genoemd worden is het nationalisme. Uitgelegd wordt wat hieronder moet worden verstaan, maar wat niet wordt uitgelegd is hoe nationalistische gevoelens hebben kunnen bijdragen aan het uitbreken van de oorlog. In het werkboek ontbreekt een opdracht waarin leerlingen worden uitgedaagd zich in deze vraag te verdiepen.


Over het begrip modern imperialisme, een tweede oorzaak, wordt gezegd dat het gaat om het verwerven van kolonies. Waarom die kolonies belangrijk waren (grondstoffen en afzetmarkten) wordt niet vermeld. Wel wordt verteld dat de Duitsers afgunstig keken naar Frankrijk en Engeland omdat die landen, in tegenstelling tot Duitsland, wel kolonies hadden. Daarnaast voelden de Engelsen zich bedreigd omdat Duitsland, in navolging van hen, ook een vloot bouwde en daarom op zee een concurrent werd. Maar leiden afgunst en ervaren concurrentie (normaal gesproken) tot oorlog?


Eigenlijk kan die vraag ook gesteld worden ten aanzien van nog een oorzaak, de wapenwedloop. Uitgelegd wordt wat daaronder verstaan wordt en hoe hij is ontstaan, maar niet wordt ingegaan op wat de wapenwedloop uiteindelijk te maken heeft met het uitbreken van de oorlog. Niet elke wapenwedloop leidt immers automatisch tot oorlog, zoals we weten uit de wapenwedloop die plaatsvond na de Tweede Wereldoorlog. Zelfs niet als er sprake is van gespannen verhoudingen tussen twee, elkaar vijandige, blokken.


Volgens historicus en Duitslandkenner Willem Melching wordt vaak gedacht ‘dat een ‘bewapeningswedloop’ en de beschikbaarheid van grote hoeveelheden wapens en miljoenen dienstplichtigen onvermijdelijk tot de Eerste Wereldoorlog hebben geleid. In deze theorie is Duitsland vrijwel altijd de schuldige, maar dat is een achterhaald standpunt.’ Een evenwichtige wapenwedloop kan er zelfs aan bijdragen dat er geen oorlog uitbreekt. Laten we opnieuw Melching aan het woord: ‘Nog nooit waren er zulke omvangrijke en gevaarlijke arsenalen als tijdens de Koude Oorlog, maar die bleef - zoals bekend - koud. Met hetzelfde gemak kun je de stelling zelfs omdraaien: een wapenwedloop leidt in de regel tot meer stabiliteit, zolang de betrokken politici het hoofd maar koel houden.’


In een aparte subparagraaf, Bondgenootschappen, wordt een vierde oorzaak genoemd, het aangaan van bondgenootschappen. Vermeld wordt dat de, jaren eerder gevormde bondgenootschappen, bijdroegen aan het uitbreken van de oorlog: een aanval op een van hen werd beschouwd als een aanval op alle. Dat bondgenootschappen daarentegen ook een stabiliserende functie kunnen hebben, wordt niet vermeld.
De aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog wordt merkwaardigerwijs pas in de volgende paragraaf - die gaat over het verloop van de oorlog - aan de orde gesteld. Is de aanleiding geen onderdeel van de oorzaken?


Een alternatief
In plaats van leerlingen te confronteren met een dergelijke tekst, zou je ook gebruik kunnen maken van een of meer ‘Essential Questions’ om leerlingen zelf aan het denken te zetten over oorzaken van historische gebeurtenissen en in dit specifieke geval over oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.


Een heel generieke ‘Essential Question’ zou kunnen luiden:


‘Kunnen wij (de) oorzaken van historische gebeurtenissen (bijvoorbeeld oorlogen) achterhalen.’


Per onderwerp zou je deze vraag nader kunnen specificeren. Voor de Eerste Wereldoorlog zou de ‘Essential Question’ bijvoorbeeld kunnen zijn:


Was het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog onvermijdelijk?‘


Deze vragen zijn vooral geschikt om er in een klas met elkaar over te discussiëren. Bijvoorbeeld nadat de leerlingen eerst alleen of in groepjes hebben gewerkt aan opdrachten bij dit artikel van Willem Melching (en eventueel hun tekstboek).


Mogelijke opdrachten


1. Gelooft Willem Melching in de wapenwedlooptheorie als verklaring voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog? Licht je antwoord toe aan de hand van elementen uit het artikel.
2. Wat bedoelt Willem Melching als hij zegt dat volgens sommigen de tijdgeest in hoge mate heeft bijgedragen aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Licht je antwoord toe aan de hand van elementen uit het artikel.
3. Willem Melching legt een verband tussen democratie (of de zwakheid ervan) en militarisme. Leg dit uit.
4. Vergelijk de oorzaken die in het boek worden genoemd met de oorzaken die Willem Melching noemt.

 

Het volledige artikel over Causaliteit en W.O.I vindt u hier.


Copyright Albert van der Kaap, 2020 

 

 


  •  

    u