artikelen over geschiedenis didactiek
Het catastrofale einde van de Late Bronstijd (Deel 1)
Eric Cline.
1177 v. Chr. Het einde van de beschaving. Amsterdam, Ambo/Anthos, 2014, 300 blz. – vertaald door
Corrie van den Berg & Carola Kloos – ook als e-boek.
Waardering: * * * */ 5
Vooraf
Bij deze recensie is de e-boekversie gebruikt; ter
controle is tevens de gedrukte versie geraadpleegd.
Inhoud
Godendeemstering
Het catastrofale einde van de Late Bronstijd (Deel 1)
Jos Martens
Inhoud
Ik wil mensen leren het vanzelfsprekende in vraag te
stellen. Het is door ons verleden te kennen, dat we
kunnen leven in het heden en de toekomst kunnen kennen.
We leven immers in een eeuwig onvoltooid verleden." (Thor Heyerdahl 1914-2002) |
In de mediterrane wereld duurde de Bronstijd bijna 2000
jaar, van ca. 3000 v. Chr. tot iets na 1200 v. Chr. (In
onze streken zou het nog een tijd langer duren vooraleer
ijzer de bronzen en stenen voorwerpen zou vervangen.)
De Late Bronstijd vormde ruim 300 jaar lang - ongeveer
vanaf de tijd dat Hatsjepsoet circa 1500 v. Chr. op de
troon kwam in Egypte tot na 1200, toen alles
ineenstortte – een complex geheel met wijdvertakte
onderling verweven internationale contacten, van
Griekenland en Italië in het westen tot Indië en
Afghanistan in het oosten. Dit op het gebied van de
diplomatie, handel, oorlogen en communicatie tussen
Minoërs, Myceners, Hittieten, Assyriërs, Babyloniërs,
Mitanniërs, Kanaänieten, Cyprioten en Egyptenaren.
Kenmerkende aspecten zijn kosmopolitisme en
globalisering, mutatis mutandis vergelijkbaar met onze
eigen tijd. Alleen is de mondialisering nu natuurlijk
geografisch ruimer verspreid dan toen, door het bestaan
en gebruik van vliegtuigen en vooral het zeer recente
wereldwijde internet na het jaar 2000.
Als primaire aanleiding annex oorzaak kan het materiaal
beschouwd dat aan het tijdperk zijn naam gegeven heeft:
brons. Dit is een legering van 9 delen koper en 1 deel
tin. Koper komt geografisch verspreid in voldoende mate
voor. Het eiland Cyprus dankt er zijn naam aan. Tin is
veel zeldzamer en moet onder meer ingevoerd uit een
streek in Afghanistan (of tegen het einde van het
tijdperk zelfs uit Cornwall, helemaal in het westen.)
Volgens Eric Cline kan het belang van tin vergeleken
worden met dat van ruwe olie in onze tijd.
In vijf hoofdstukken, uitgewerkt als een toneelstuk in
vijf bedrijven, verhaalt Cline, Amerikaanse archeoloog
en hoogleraar, de gemeenschappelijke ondergang van de
bronstijdculturen in het oostelijke Middellandse
Zeegebied in de twaalfde eeuw voor Christus. Hierbij is
de datum uit de titel niet meer dan een referentiepunt
voor een langdurig proces dat ettelijke tientallen,
misschien wel honderden jaren in beslag nam.
In zijn argumentatie combineert Cline diverse bronnen.
1. Archeologische opgravingen. Zijn steeds onderhevig
aan diverse interpretaties volgens de opvattingen en
vaak vooroordelen van de betrokkenen. Ze geschieden wel
veel ruimer dan vroeger: multidisciplinair, in
combinatie met de bewaarde teksten en aangevuld met
onderzoek van klimaat en geologische omstandigheden
(bijvoorbeeld aardbevingen, vulkaanuitbarstingen,
droogte…).
2. Teksten uit archieven, reliëfs, inscripties op muren
en stela. Er is onverwacht veel tekstmateriaal in
spijkerschrift teruggevonden op kleitabletten, hele
bibliotheken zelfs. Helaas behoren vele ervan tot
zelfverheerlijking van heersers of diplomatieke
missieven. Dat maakt ze op zich even onbetrouwbaar als
de opgravingsresultaten en met veel voorzichtigheid te
benaderen. Maar gecombineerd met de opgravingsresultaten
kunnen ze complementair zijn voor volledigere kennis.
Het boek is opgezet als een detective, maar de talloze
namen van volken, personen en gebieden maken het niet zo
gemakkelijk leesbaar. Hetzelfde geldt voor de talloze
documenten en kruisverwijzingen naar archeologische
opgravingen waarmee hij zowel de periode voor de Collaps
als de Collaps zelf en zijn gevolgen schraagt.
Samenvattend kan je uit Cline’s gehele bewijsvoering
drie ankerpunten uitpikken:
1. De Zeevolkeren, Medinet Haboe en het verslag van
farao Ramses III.
2. De archieven: van Ugarit, Mari en vooral de
‘Amarnabrieven’.
3. Het Uluburun scheepswrak (ca. 1300 v. Chr.). Zie
hiervoor deel 2 van deze bijdrage.
Om de omstandigheden behoorlijk historisch te kaderen en
zijn argumenten te staven, start hij met een sprong
terug in de tijd, naar 300 jaar eerder.
Omstreeks 1477 v. Chr. bouwt farao Thoetmoses III (‘De
Napoleon van Egypte’, opvolger van de vrouwelijke farao
Hatsjepsoet) een nieuw paleis in de Nijldelta, vlak bij
de Middellandse Zee. Tot hun grote verbazing troffen
archeologen hier een overdaad van typisch Minoïsche
fresco’s aan, met onder meer de stierenspringers en
plantenmotieven, zoals in Knossos en het eiland
Akrotiri. Geen twijfel mogelijk, hier in het begin 18de
dynastie, waren kunstenaars uit Kreta actief! (p. 9)
Op Kreta en het Griekse vasteland zijn reeds veel eerder
Egyptische gebruiksvoorwerpen, geglazuurde tegels met
Egyptische motieven, kralen en andere sieraden
teruggevonden. Een verklaring hiervoor was: Myceense
huurlingen in het leger van de farao zouden die
meegebracht hebben. Waarom kan dit alles niet hier
beland zijn door normale handel, zoals Cline beschrijft
(en de talloze recente bronnen uit zijn bibliografie)?
Hiermee brengt hij een belangrijke correctie aan op de
omstreden theorieën van de controversiële Immanuel
Velikovski (1895-1979). In twee succesrijke boeken
Eeuwen in chaos (1977) en De Zeevolken (1979) gebruikt
hij net (onder meer) bovenstaande voorbeelden als een
van de hoofdargumenten om de hele chronologie van Egypte
in twijfel te trekken en ettelijke honderden jaren naar
onze tijd toe te halen. Zo verhuist hij, op basis van
grotendeels dezelfde archeologische bronnen als Cline,
de tijd van Hatsjepsoet van de 16de naar de 10de eeuw en
Echnaton naar de 9de eeuw v. Chr (Eeuwen in chaos, p.
162 & 203) en het optreden van de Zeevolken (p. 25 e.v.)
zelfs van 12de naar 4de eeuw! Hoeft het gezegd dat zijn
theorieën door de gevestigde academische wereld werden
afgewezen of genegeerd als pseudowetenschappelijk.
Stomverbaasd Velikovski’s ideeën in 2020 weer te zien
opduiken op YouTube (Ancient Egypt’s New Chronology) in
een nieuw kleedje weliswaar en wat gewijzigd.
Dr. David Rohl, de gast in het programma, is zoals
zovelen voor hem geobsedeerd door de blijkbaar
eeuwigdurende polemieken over coördinatie van de
Bijbelse chronologie met de Egyptische en andere. Hij
vertrekt van de Amarnabrieven, de Exodus uit Egypte van
de Israëlieten, onder leiding van Mozes en de strijd van
Ramses III tegen de Zeevolkeren, dit in combinatie met
de Collaps van de Late Bronstijd.
Eerste en belangrijkste stelling: de farao van de Exodus
is niet Ramses II, zoals meestal geponeerd wordt. Wie
dan wel? Blijft een niet opgelost probleem, ondanks alle
pogingen.
Het klopt natuurlijk dat de Egyptische chronologie nog
steeds onderhevig is aan onzekerheden en wijzigingen. Zo
is in
Het oude Egypte (Wilkinson, 2011)
de gehanteerde chronologie meer dan 100 jaar jonger dan
vroeger. Eén voorbeeld: de regeringsjaren van farao
Djozer (Netjerichet met zijn Egyptische naam, Derde
Dynastie, bouwer van de trappenpiramide, Sakkara)
dateerde hij op 2650-2620 in plaats van ca. 2780, zoals
gebruikelijk.
David Rohl van zijn kant poogt gebeurtenissen uit de 382
Amarna-kleitabletten te verbinden met de namen en
verhalen uit de Bijbel. Die zouden dan veel jonger zijn,
omstreeks 1020 v. Chr. Zo plaatst hij Ramses II niet
meer in de 13de eeuw v. Chr., maar in de 10de eeuw.
De strijd van Ramses III en zijn overwinning op de
Zeevolken verhuist dan in zijn berekening naar 867 in
plaats van 1177 of 1186 v. Chr.
In zijn chronologie is er geen plaats meer voor de ‘Dark
Ages’ in de Griekse geschiedenis - hiervoor haalt hij
(op het eerste gezicht) steekhoudende argumenten aan.
Homeros zou dan de Ilias nauwelijks twee generaties na
Troje geschreven hebben in plaats van meer dan 300 jaar.
En de Trojaanse oorlog zelf is dan een van de
hoofdoorzaken van de Collaps die Cline beschrijft.
(J.M.)
Ancient Egypt’s New Chronology – Duur: 36,30 minuten - Onderschriften: Engels, computer gegenereerd. |
Ramses III, Medinet Haboe en de Zeevolken
Matteüs 24: ondergang van tempel, stad en wereld
2. Voorwaar Ik zeg u: geen steen zal op de andere
gelaten worden, alles zal worden verwoest. |
De collaps van de late bronstijdculturen kan zoals reeds
gezegd niet op één jaar worden vastgepind; het was een
proces dat tientallen jaren, misschien zelfs meer dan
een eeuw in beslag nam.
Toch springt één jaar eruit: het achtste jaar van de
farao Ramses III, 1177 v. Chr. om precies te zijn,
volgens de chronologie die de meeste egyptologen
tegenwoordig hanteren. Dit was het jaar waarin de
Zeevolken blijkens de Egyptische bronnen voor de tweede
maal dood en verderf kwamen zaaien. Een jaar van grote
veld- en zeeslagen in de Nijldelta, een jaar waarin
Egypte vocht om te overleven en sommige van de
ambitieuze rijken van de bronstijd reeds aan hun einde
waren gekomen.
(Ook auteurs die een afwijkende tijdrekening volgen,
beschouwen dat achtste jaar als cruciaal; zie Wilkinson,
Het oude Egypte 2011).
Wellicht is 1177 (of 1186 volgens een andere, even
verspreide chronologie) voor de late bronstijd wat 476
n. Chr. is voor Rome en het West-Romeinse rijk 1500 jaar
later: een jaartal dat de hedendaagse historici hanteren
als cruciaal voor het einde van een tijdperk.br />
De belangrijkste bron voor de gebeurtenissen is het
uitvoerige, ronkende en gedetailleerde verslag dat
Ramses III liet inbeitelen naast de reliëfs van de slag
in zijn dodentempel te Medinet Haboe.
IIs het betrouwbaar? Alleszins wordt het ondersteund door
een uitgebreid fragment op Papyrus Harris, de langste
bekende tekst, afkomstig uit een tombe bij Medinet
Haboe. De papyrus is ca. 41 m lang en opgesteld in
hiëratisch schrift omstreeks 1162 door Ramses IV
(1194-1162) om de grote daden van zijn voorganger te
herdenken (p 112).
(Hiëratisch is een lopend schrift, afgeleid van de
hiërogliefen, gebruikt om met pen en inkt op papyrus te
schrijven, terwijl de decoratieve hiërogliefen op de
monumenten gebeiteld bleven tot in de Griekse en
Romeinse periode.)
Door de 'Zeevolken' werd Egypte in 1177 v.Chr. zwaar
gehavend, terwijl de belangrijke bronstijdculturen van
onder andere de Hittieten, Minoïsch Kreta en Troje rond
die tijd te gronde gingen door deze zelfde mysterieuze
groepen. Wie waren die Zeevolken? Ramses somt ze op en
historici hebben reeds lang geprobeerd om de namen om te
zetten uit de Egyptische citaten. Klaarblijkelijk gaat het om een combinatie van
zeeroverraids en complete volksverhuizingen over land,
met vrouwen en kinderen en alle hebben en houden.
Wat kunnen we met vrij grote zekerheid afleiden uit het
verslag?
Het werd een totale zege voor de Egyptenaren in een
gecombineerde actie van hun vloot ter zee en hun
boogschutters te land, aangevoerd door de farao.
Hoe kwam het dat Ramses de overwinning behaalde, terwijl
elders aan de kust en in heel Noord-Syrië talloze steden
geplunderd werden, in brand gestoken en legers verslagen
op de vlucht werden gedreven?
Net die rampzalige gebeurtenissen gaven Ramses het
benodigde respijt om Egypte voor te bereiden. Hij
mobiliseerde het leger, oefende de boogschutters en
scheepssoldaten.
Op de plaats in de Delta, waar de invallers aan land
gingen, lokte een beperkt contingent hen in een
hinderlaag van het complete leger. Dan pas kwamen de
beweeglijke snelle oorlogsgaleien tevoorschijn en dreven
de schepen van hun tegenstrevers in het nauw. Onderaan
op het reliëf worden de gevangenen geboeid weggevoerd.
Merkwaardig staat de farao hele bevolkingsgroepen toe om
zich op Egyptisch grondgebied te vestigen. Dit geldt
onder meer voor de Filistijnen, die we later in Kanaän
(huidige Palestina) en de Bijbel zullen ontmoeten als
vijanden van de Israëlieten – denk aan het verhaal van
David en de Filistijnse reus Goliath, of Samson en
Delilah. Ramses zegt over hen: “Zij werden gelegerd in
de steden van mijn rijk. Hun afdelingen soldaten telden
honderdduizenden. Ik schonk hun jaarlijks aandelen aan
kleding en voorraden uit de schatkamers en
graanschuren.” (Golo Mann, dl 2, p. 489.)
Ramses III tegen de Zeevolkeren. Noord-oostwand,
dodentempel van Ramses III, Medinet Haboe.
Dit is samen met het bombastische verslag van Ramses II
over de Slag van Kadesj tegen de Hittieten, het grootste
en meest chaotische Egyptische tempelreliëf dat ik ooit
zag. Het is op twee punten een voortzetting van de zeer
oude Egyptische traditie: de farao als ‘slachter van de
Negen Bogen’, de traditionele vijanden – en: Egypte
(rechts) is orde, beschaving onder de leiding van de
goddelijke farao; de rest is chaos en minderwaardige
barbaren.
Cline zoekt naar verklaringen voor deze plotselinge
ondergang en trekt daarbij (te gemakkelijk vinden
meerdere recensenten) parallellen naar onze tijd. Hierop
komen wij later terug.
We weten nog steeds niet wat de precieze oorzaak (of
combinatie van oorzaken) was van de ineenstorting van de
beschavingen in de Egeïsche wereld en het oostelijk
Middellandse Zeegebied, waarmee de late bronstijd
overging in de ijzertijd; we weten zelfs niet zeker waar
de Zeevolken vandaan kwamen of wat hen dreef. Alleszins
vernietigden zij het machtige koninkrijk der Hittieten
in de Noord-Syrische vlakte (1)
Gevangenen van de Zeevolkeren, fragment. Noord-oostwand,
dodentempel van Ramses III, Medinet Haboe. Filistijnen?
Op zoek naar een oplossing doorzocht ik voor de
zekerheid de zes wereldgeschiedenissen binnen mijn
bereik, uitgegeven tussen 1964 en 2008, waaronder de
meest gerenommeerde van de klassieke reeksen: die van
Golo Mann (1).
Bovendien doorploegde ik voor het eerst in meer dan drie
decennia opnieuw De Zeevolken van N.K. Sandars (1980),
dat mij indertijd zoveel moeite heeft gekost. Sandars
onderzocht uitputtend alle details die hij van de
verschillende groepen kon ontlenen aan de reliëfs en
teksten van Medinet Haboe, met alles wat hij kon
achterhalen over hun herkomst, wapens, uitrustingen,
schepen en hun ruime historische horizon. Vond ik toen
afmattend en haast onleesbaar.
Deze oudere werken bevatten reeds alle min of meer de
bronnen en argumenten van Cline. Gemeenschappelijk is:
ze behandelen de afzonderlijke culturen en staten een
voor een; ze missen de globale visie, het verband tussen
een menigte oorzaken die Cline samenbrengt.
De Amarnabrieven
De Amarnabrieven vormen een collectie van kleitabletten,
met teksten merendeels diplomatiek van aard, gevonden in
Amarna, de moderne naam voor Achet Aton (Horizon van
Aton), de hoofdstad van de ‘ketterkoning’ Echnaton (18de
dynastie), die regeerde van 1353 tot 1335 v. Chr. Het
zijn kleitabletten, in spijkerschrift geschreven in het
Akkadisch, de internationale diplomatieke taal van de
tijd. Op dit moment zijn er in totaal 382 tabletten
bekend. Ze zijn achtergelaten (en daardoor bewaard
gebleven) toen de hoofdstad na de dood van Echnaton vrij
plots verlaten is en weer verruild werd voor Thebe … en
de Amoncultus.
kleitablet uit het Amarna-archief
.
Het Amarna-archief bevat de ‘briefwisseling’ uit de tijd
van de farao’s Amenhotep III en Echnaton, 14de eeuw v.
Chr. en behoort samen met de archieven in het
Noord-Syrische Ugarit uit het einde van de 13de en het
begin van de 12de eeuw en dit van Hattusa, in
Hittietisch Anatolië uit de 14de tot de 12de eeuw en
daarbij het archief van Mari uit de 18de eeuw v. Chr.
tot de belangrijkste documenten die de internationale
verhoudingen tijdens deze cruciale periode van de
Bronstijd weergeven.
Mari is belangrijk om de situatie te schetsen voor de
Collaps plaatsvond. Hier hebben Franse archeologen in de
jaren dertig van de vorige eeuw een schat van meer dan
20.000 kleitabletten opgegraven, geschreven in het
oud-Akkadisch op bevel van de koningen van Mari, onder
wie Zimri-Lim, een tijdgenoot van de meer bekende
Hammurabi van Babylon, die omstreeks 1750 v. Chr.
regeerde (Codex Hammurabi, thans Louvre, Parijs).
Hetzelfde geldt voor het archief van Ugarit dat een
goede weergave biedt van de voorspoedige wijd reikende
handelsbetrekkingen voor de invallen plus de tijd van de
verwoestingen daarna, dit alles gekoppeld aan de
bevindingen van de archeologische opgravingen.
Dan is er tenslotte nog Ebla (in het noordwesten van het
huidige Syrië, zo'n 55 km ten zuidwesten van Aleppo).
Het was een belangrijke stadstaat in twee perioden:
eerst in het late 3de millennium v. Chr.(rond 2500 v.
Chr. - 2350 v. Chr.), vervolgens na eerdere verwoesting,
van ca. 1800-1600 v. Chr. De ophefmakende opgravingen
startten hier in 1964.
Meer over Ebla en de spijkerschriftarchieven:
The Forgotten Ancient Kingdom of Ebla - Engelse
ondertiteling - duur: 21,48 minuten
Troje en de Ilias
Μῆνιν ἄειδε, θεά, Πηληιάδεω Ἀχιλῆος Mynin aeide thea … Bezing nu, o Godin, de wrok van Achilleus, de zoon van Peleus. Veel leed bracht deze held over de Achaeërs. Naar Hades heen voeren talloze helden; honden en gieren vraten hun lijken - de wil van Zeus vervulde zich. |
Ergens in dit geheel zit ook het verhaal van het meest
beroemde epos uit de hele oude wereld: Troje en de Ilias
van Homeros. Heeft dat een plaats in het verhaal van de
Grote Collaps? Is die tien jaar durende oorlog wel echt
gebeurd? Wanneer? Bestond Troje wel?
Stapels boeken zijn hieraan in de loop van twee eeuwen
gewijd (waarvan sommige in de bijgevoegde bibliografie –
zie deel 2).
Cline voert uit een indrukwekkende reeks
bronnenmateriaal voldoende argumenten aan om te bewijzen
dat er werkelijk een grote oorlog heeft plaats gehad, de
oorzaak heel wat anders was dan een geval van gekwetste
eer wegens overspel van Paris met de bloedmooie Helena,
en dat Heinrich Schliemann zich effectief vergiste in de
lokalisatie van de correcte archeologische laag.
En daarmee houden de zekerheden op!
Cline zelf heeft alle elementen al eerder samengevoegd
in een afzonderlijk boekje De Trojaanse oorlog (2015).
Tenslotte is er de nieuwe versie van Stephen Fry,
Troje.
Een verhaal van liefde en oorlog, (2020) in zijn
succesrijke reeks hertalingen van de Griekse mythen.
Lees een fragment uit
Troje Van Fry in pdf (26 blz.)..
Uitvoerig schema van internationale betrekkingen in het
hele gebied tijdens de Bronstijd. Voorbeeld uit de
correspondentiespin hierboven: Tusjratta, koning van
Mitanni ca. 1360 v. Chr. wiens dochter gehuwd was met
farao Amenhotep III. (Zie: Fletcher, 2000)
Bespreking
De auteur
Eric H. Cline, professor Classics and Anthropology en
directeur van het Capitol Archaeological Institute aan
The George Washington University. Hij heeft ervaring in
meer dan 30 seizoenen archeologische opgravingen
Het Boek
Dit is een onverwachte internationale bestseller. Zeker
als je afgaat op de talrijke films van diverse lengte en
kwaliteit die in het kielzog van het boek zijn
vervaardigd en opYouTube geplaatst (lijst in deel 2 van
dit artikel & bespreking van de belangrijkste in
afzonderlijke bijdrage.)
De paar tekeningen van de Medinet Haboe-reliëfs, de
tempel van Ramses III over de strijd tegen de
Zeevolkeren, komen van het Oriental Institute -
universiteit van Chicago. Ze zijn op een uitzondering na
veel te klein, daardoor enorm chaotisch en
onoverzichtelijk. In deze bijdrage werden ze overgenomen
uit andere bronnen. Foto’s van de reliëfs zijn immers
zelden van goede kwaliteit. In 2005 moest ik uren later
terugkeren naar de tempel om een behoorlijke belichting
te krijgen. En dan nog!
Een indrukwekkende literatuurlijst geeft alle studies
weer van de laatste decennia. Het uitvoerige register is
beslist geen overbodige luxe. In het e-boek is het
register vervangen door een lijst van Dramatis Personae
in alfabetische volgorde, telkens met een korte
situering. (In een e-boek kan het eigenlijke register
gemakkelijk vervangen door de zoekfunctie.)
Samengevat: door de talrijke details van
opgravingsverslagen en dergelijke geeft het boek de
indruk van een weliswaar vlot geschreven uit zijn voegen
gebarsten, uit de hand gelopen universitaire cursus.
Maar beslist een degelijk naslagwerk voor de volgende
decennia. Daarbij lijken de YouTube films bedoeld als
een complementaire visuele bijlage om het tekort aan
illustraties aan te vullen. (Nogmaals: zie hiervoor deel
2: Het Uluburun scheepswrak.)
Collaps in historisch perspectief
De correcte dateringen blijven bij Cline en trouwens
alle andere bronnen een heikel punt. Wanneer geschiedde
de grote verwoesting van Knossos? Door aardbevingen? Of
invallers?
De fatale uitbarsting op Akrotiri die het einde van de
klassieke Minoïsche Cultuur veroorzaakte plaatst Cline
ca. 1550 of misschien 1628 v. Chr. Golo Mann houdt het
in zijn wereldgeschiedenis zelfs op 1700 v. Chr.!
Rome 476 en andere rampen
Uit diverse hoeken krijgt Cline het verwijt dat hij te
lichtvaardig parallellen trekt met het heden. Is dat wel
zo?
De vergelijking met de val van het West-Romeinse rijk,
1500 jaar later, dringt zich vanzelfsprekend
herhaaldelijk op bij hem en bij de lezers.
En inderdaad, het werd Een Schelling op zijn kant (The
Skin of our Teeth), zoals de cultuurhistoricus Kenneth
Clark het eerste hoofdstuk van zijn baanbrekende
televisiereeks Civilisatie uit 1969 (en gelijknamige
boek) titelde. Toch volgde er geen complete ‘Dark Ages’.
De westerse beschaving is gered door de herinnering aan
de bloei van het Romeinse rijk, het onverdroten
kopieerwerk van monniken op zulke onwaarschijnlijke
plaatsen als de ‘bijenkorven’ van Iona, en al heel snel
door de stichting van Benedictus’ Monte Cassino, gevolgd
door andere kloosters die gezamenlijk de erfenis van de
Oudheid redden (2).
Volgens
Jared Diamond storten beschavingen in als gevolg
van vijf (meestal interfererende en complementaire)
factoren (3).
1. Milieuschade. Door overbevissing, ontbossing of
bodemproblemen verminderen de voedselopbrengsten.
2. Klimaatverandering. Nu is de opwarming actueel, maar
het kan ook afkoelen zoals in de ijstijden. Het
afwisselen van klimaten beïnvloedt de oogsten en de
hoeveelheid beschikbaar water.
3. Vijandige buurlanden. Lijkt vaak een hoofdreden van
het ineenstorten van een rijk, maar wordt meestal
veroorzaakt door andere factoren. Honger door
milieuschade bijvoorbeeld leidt tot vijandigheid en tot
verzwakking van het eigen leger.
4. Het wegvallen van handelspartners. Daardoor kan
plotseling een tekort ontstaan aan voedsel of goederen.
5. De reacties op milieuproblemen. Hoe reageren de
mensen op problemen? Zien ze de schade aankomen of
negeren ze die?
Cline baseert zich duidelijk op Diamond, maar verfijnt
diens schema en past het aan.
1. Climate: langdurige droogteperiodes in het hele
gebied met als gevolg
2. Famine: een eveneens langdurige hongersnood, met
vluchtelingenstromen als gevolg. Waren de Zeevolken
misschien dergelijke klimaatvluchtelingen?
3. Earthquakes: niet alleen de bekende uitbarsting annex
tsunami en aardbeving die Akrotiri en Knossos
verwoestte, maar hele reeksen opeenvolgende
vulkaanuitbarstingen over een lange periode. Cline legt
de kaart van verwoestingen over die van de aardbevingen
en dan over de bewegingen van de tektonische platen
(onder meer de Noord-Anatolische breuklijn). Dat geeft
een verklaring voor de val van (weer onder meer) Mykene,
Tiryns, Troje 6 en Ugarit. Een vergelijking dringt zich
op met de San Andreas Breuk in Californië en de huidige
permanente dreiging voor San Francisco, met
grootscheepse aardbevingen in 1906 en 1989.
4. Rebellion cutting international tradelines.
Alleen van de pest is tot nog toe geen enkel bewijs
gevonden.
Alleszins was het resultaat een domino-effect met als
gevolg een totale systeemcollaps!
Alle grote rijken, op Egypte na, verdwijnen voor eeuwen
of voorgoed. Hetzelfde voor alfabetisme en het tot dan
toe algemeen gebruikte spijkerschrift.
In de woorden van Cline: “With their end came the
world’s first recorded Dark Ages. It was not until
centuries later that a new cultural renaissance emerged
in Greece and the other affected areas, setting the
stage for the evolution of Western society as we know it
today.”
In de loop van de geschiedenis zijn helaas voldoende
voorbeelden van een soortgelijke collaps aanwijsbaar.
Denk aan het einde van de klassieke Mayacultuur in
Meso-Amerika met verwoestende oorlogen en opstand van
lagere klassen; Paaseiland (al dan niet een paradigma
als gevolg van milieuschade) …
Dichter bij onze eigen tijd: 1815 bracht niet alleen het
einde van Napoleon in Waterloo, maar ook de uitbarsting
van de vulkaan Tambora op het eiland Soembawa (huidig
Indonesië), ‘de grootste natuurramp sinds
mensenheugenis’, die het jaar zonder zonneschijn
veroorzaakte met wereldwijd onvermijdelijk slechte
oogsten en hongersnoden als gevolg in het volgende jaar
(4). Je kunt vergelijken met de uitbarsting van de
Eyjafjallajökull in IJsland (2010) die dagenlang het
hele luchtverkeer platlegde.
De Grote Terugtrekking in het China van de Mingdynastie
(15de eeuw) bewijst dat er geen atoombom nodig is om de
ontwikkeling van een beschaving stop te zetten. Wat als
de stekkers van onze computers uit het stopcontact
zouden worden getrokken? Of wereldwijd al de harde
schijven gewist door een terroristische aanslag van een
of andere halfgare hacker met een radicale versie van
een echt doomsday-virus, de ultieme droom van elke
maniak?
De Chinese ervaring leert dat zelfs een technologisch
geavanceerde en globale civilisatie uiterst kwetsbaar is
(5).
Huidige wereldsituatie
Wij moeten immers niet denken dat onze wereld veilig is,
want we zijn kwetsbaarder dan ons lief is, ook in een
hoogtechnologische eeuw als de 21ste! Zeker in deze
rampenjaren 2020 en 2021 met aardbevingen,
vulkaanuitbarstingen, langdurige droogte, afgewisseld
met ongewone stortvloeden (onder meer in Zuid-Azië en
Zuid-Frankrijk), rassenrellen in de VS, burgeroorlogen
(O.-Congo, Virungapark…), Congo en grote delen van
Afrika ondergedompeld in een totale systeemcollaps,
uitvallen van de elektriciteit door sneeuw- en
vriesrampen op nooit eerder voorgekomen schaal in Texas
(2021).
Migranten uit alle windstreken overspoelen Europa,
tientallen miljoenen mensen wereldwijd op de vlucht voor
oorlogen en dictators, het hele Midden-Oosten in
instabiliteit. Een ongeloofwaardige beschavingsterugval
die herinnert aan de tijd van Djenghis Khan en zijn
Mongolen, ditmaal veroorzaakt (in 2015 en volgende) door
Islamitische Staat die het hele verleden wenste uit te
roeien in Syrië en Irak.
Daar bovenop was, toen we bovenstaande recensie
begonnen, de Corona-pandemie van 2020 - de ergste
pandemie in meer dan 100 jaar - haar verwoestende tocht
met miljoenen doden over de hele globe nog niet
begonnen, vlijtig geholpen net door de snelle
verplaatsingsmogelijkheden van onze tijd! En ze is met
nieuwe varianten (Engelse, Braziliaanse,
Zuid-Afrikaanse…) nog steeds niet uitgewoed wanneer deze
tekst voltooid is (februari 2021).
Daarna de nieuwe, Zuid-Afrikaanse of Omikron -variant,
die in december 2021de besmettingen nog maar eens boven
het crisisniveau tilde, maar minder dodelijk bleek dan
de vorige.
En dan moest de rampzalig maand juli nog komen met
ongehoorde stortregens in ons land (soms de normale
regenval van een hele maand in één dag!).
Met ongehoorde overstromingen (tot 3 m hoog) en
vloedgolven als een volwassen tsunami in het hele
Maasbekken, voornamelijk in Wallonië, rond Luik. Maar
ook aan de Belgisch-Nederlandse grens en later in
Duitsland. Het leek wel Bangladesh. Extreme droogte en
dito temperaturen in andere delen van de wereld
veroorzaakten talloze onbedwingbare bosbranden in
Griekenland (dagtemperatuur tot 48°), Californië,
Portugal… die in augustus nog voortduurden.
Of dat nog niet voldoende was begonnen in Afghanistan de
fundamentalistische Taliban op vrijdag 13augustus, als
hedendaagse Zeevolken, een bliksemoffensief (na het
vertrek van de Amerikanen). Reeds op zondag 15 augustus
veroverden zij de hoofdstad Kaboel, waarop paniek
uitbrak bij de bevolking. De Amerikanen met hun
NAVO-bondgenoten bezetten de luchthaven en repatrieerden
hun landgenoten plus inheemse helpers gedurende enkele
dagen met reusachtige C 130 toestellen. In de
onnoemelijke chaos buiten de luchthaven liet de
extreem-fanatieke IS-K twee zelfmoordbommen ontploffen,
met honderden dodelijke slachtoffers en gewonden tot
gevolg.
Nog is het einde niet in zicht : de Russische president
Poetin valt op woensdag 24 februari 2022 onder valse
voorwendsels Oekraïne binnen met een troepenmacht
van190.000 man, na maanden legeropbouw, misleiding van
de Europese diplomatie, censuur en meedogenloze
repressie in eigen land en. Oorlog in Europa! Met
genadeloze bombardementen op burgerdoelen: appartementen
enz. Niet te bevatten!
Terwijl ik deze aanvulling schrijf, december 2022, heeft
winterstorm Elliott dit hele kerstweekend lang ingebeukt
op de Verenigde Staten en Canada, van Texas over New
York tot Quebec. De temperatuur zakte op sommige
plaatsen tot Siberische toestanden, met meer dan 40
graden onder het vriespunt! In de stad Buffalo, New
York, viel zelfs bijna 2 meter sneeuw. De meteodienst
van de VS noemde het weer ‘levensbedreigend’. Er vielen
meer dan 50 doden.
Plotseling, geheel onverwacht bleek hoe kwetsbaar onze
hele mondiale situatie was geworden
Kortom: het aantal parallellen met de Bronstijdcollaps
is angstwekkend!
Dark Ages mutatis mutandis NU!
Noten
1. Golo Mann, (redactie), Universele wereldgeschiedenis,
Hasselt, Heideland, dl. 1 en 2, 1974-1975.
2. Clark, Kenneth, Civilisatie, Den Haag/Antwerpen,
1970.
3. Diamond, J.,
Ondergang. Waarom zijn sommige
beschavingen verdwenen en hoe kan de onze haar ondergang
voorkomen?, 2005.
4. Dröge, Ph., De schaduw van Tambora. De grootste
natuurramp sinds mensenheugenis, Het Spectrum, 2015, 229
blz.- ook als e-boek.
5.
Waldseemüller en de geboorte van ‘America’, dl. 2:
De wereldreizen van Zheng He.
Jos Martens, februari 2021-december 2022