artikelen over geschiedenis didactiek

Een reis door tijd en ruimte in 100 voorwerpen (deel 3)

Neil MacGregor, A History of the World in 100 Objects, London, The British Museum/Penguin, 2010, 685 blz. - e-boekversie.

Een geschiedenis van de wereld in 100 voorwerpen, Houten-Antwerpen, Spectrum, 2011, 792 blz. – vertaling: Conny & Jacinthe Sykora.

Waardering: Engelse digitale versie & Nederlandse gedrukte versie: * * * * */5
Nederlandse digitale versie: **/5 wegens ontoereikende kwaliteit van meer dan de helft van de illustraties!

Een reis door tijd en ruimte in 100 voorwerpen (deel 3) 

 

 

Grote afwezige in de twee eerste delen van deze artikelenreeks was Afrika. Die lacune willen we in deze derde en laatste bijdrage opvullen door kennismaking met twee bij ons vrijwel onbekende hoogculturen.

Voorwerp 63. Ife Head - Koperen beeld afkomstig uit Nigeria 1400-1500



In 1938 brachten bouwactiviteiten op het terrein van een koninklijk paleis in Ife, Zuid-Nigeria, een reeks koperen koppen aan het licht, die totaal afweken van wat men doorgaans verstond onder ‘negerkunst’.
Zij vormden een portrettengalerij van vorstelijke personen. Onmiddellijk zijn ze (h)erkend als uitzonderlijke documenten uit een schriftloze cultuur.

Dit voorwerp behoort tot die groep van dertien even prachtige uit koper gegoten hoofden. Het is onmiskenbaar een schitterend kunstwerk. En even onmiskenbaar een portret, al weten we niet van wie en is de maker onbekend. Zeker is alleen dat het om een Afrikaans hoofd gaat, een koninklijk portret.
Het is iets minder dan levensgroot, in verloren was-procedé gegoten uit geelkleurig koper dat in de loop der eeuwen donkerder is geworden. Het gezicht is bedekt met fijne verticale lijntjes, een littekentatoeage. Op het hoofd een hoog diadeem en een opvallende verticale pluim, waarop de oorspronkelijke rode verf nog duidelijk zichtbaar.

Ongetwijfeld is dit het portret van een werkelijke persoon, maar geïdealiseerd, zodat het een serene rust en innerlijke beschaving uitstraalt, zoals sommige Boeddhabeelden of romaanse beeldhouwwerken, als het Christushoofd hieronder.



Ife hoofd: straalt dezelfde rust en waardigheid uit, is even ‘klassiek’ sereen als het romaanse christushoofd (ca. 1200, afkomstig van het Bruin Kruis, Leuven.)

In 1910 vond de Duitse antropoloog Leo Frobenius een eerste koperen hoofd in een heiligdom buiten de stad Ife. Hij was zo overweldigd door de technische en esthetische volmaaktheid, dat hij het onmiddellijk in verband bracht met de grootste kunst die Europa in zijn tijd kende: de klassieke beelden van het oude Griekenland. Het idee dat er een zwarte Afrikaanse beschaving van dit niveau kon bestaan was honderd jaar geleden voor een Europeaan eenvoudig ondenkbaar. Voor Frobenius was de oplossing duidelijk: het verloren Atlantis, waar Plato (Athene, ca. 427 v. Chr. – 347 v.Chr.) het over heeft, moest voor de kust van Nigeria in zee gezonken zijn en Griekse overlevenden waren aan land gegaan om dit verbazingwekkende beeldhouwwerk te maken. Klinkt nu bespottelijk (behalve voor liefhebbers van Sciencefictionseries), maar aan het begin van de 20ste eeuw wisten westerlingen geen fluit van Afrikaanse kunst. Schilders als Picasso en Matisse dweepten reeds met ‘negermaskers’, en die maskers hingen ze niet alleen aan de muur, maar deze maskers hebben de westerse schilderkunst ook grondig beïnvloed en een nieuwe koers uitgestuurd.

De ontdekking van dertien zulke hoofden in 1938 veroorzaakte nog steeds evenveel opschudding, maar bewees ook aan de ergste sceptici dat dit onomstotelijk zuiver Afrikaanse kunst was. De beelden zijn gegoten volgens het verloren was-procedé en kunnen met hun verstild realisme en hun klassieke schoonheid de vergelijking doorstaan met het mooiste dat eender waar ter wereld en eender wanneer werd geschapen.

De impact van deze ontdekking is nauwelijks te overschatten. Ife verdiende plots zijn plaats in de canon van de wereldkunst. Nigeria werd nu in één adem genoemd met Griekenland en Rome, Firenze en Parijs. Het is een uitstekend voorbeeld van de revolutionaire manier waarop nieuwe informatie soms het denken kan wijzigen.

Volgens recent onderzoek zouden deze hoofden allemaal ontstaan zijn in een korte periode, waarschijnlijk halverwege de 15de eeuw. Op dat moment was Ife al eeuwenlang een belangrijk politiek, economisch en spiritueel centrum. Een netwerk van rivieren verbond Ife met de regionale handelsnetwerken van West-Afrika, maar ook met de belangrijke routes waarlangs ivoor en goud per dromedaris door de Sahara naar de kust van de Middellandse Zee werden gebracht en zo tevens naar Europa. Dezelfde routes brachten de metalen voor de hoofden van Ife naar Nigeria.

De steden in het gebied stonden onder het gezag van een vorst, de Ooni van Ife. De Ooni had niet alleen een politieke rol, maar ook allerlei spirituele en rituele plichten. Tot op heden kent Ife, het belangrijkste centrum van het Yoruba-volk, een Ooni met een hoge ceremoniële status en morele autoriteit, en zijn hoofdtooi lijkt nog altijd zeer veel op die van het hier besproken gegoten hoofd, ongeveer 600 jaar geleden. Het is vrijwel zeker het portret van een Ooni. Maar wat is de functie ervan? Dat blijft raden – een schriftloze cultuur heeft zo haar beperkingen.
Rond de mond bevindt zich een reeks kleine gaatjes. Misschien zijn ze gebruikt om een met kralen bestikte doek te bevestigen, om de mond en het onderste deel van het gezicht te bedekken. Bij sommige rituele gelegenheden verhult de Ooni ook tegenwoordig nog altijd zijn gelaat – een onmiskenbaar teken van zijn bijzondere status, verheven boven andere menselijke wezens.

77. Een van de Benin-bronzen: de Oba met Europeanen. 1500-1600.



Wij blijven in het huidige Nigeria. Deze plaquette is ongeveer 40 bij 40 cm, roodkoperkleurig. We zien er vijf figuren op: drie Afrikanen en twee Europeanen.
Centraal: de vorst van Benin, de Oba, zittend op zijn troon, met een hoge helmvormige kroon op het hoofd. Zijn hals is volledig bedekt door een aantal brede ringen van rood koraal. In de rechterhand houdt hij een ceremoniële bijl. Aan weerszijden knielen twee hoge hofambtenaren, bijna hetzelfde gekleed als de Oba. Aan hun gordel hangen krokodillenkopjes, symbool van hun bevoegdheid om handel te drijven met de Europeanen. Boven, op de achtergrond, zien we hoofd en schouders van twee kleine Europeaantjes. Dit zijn Portugezen, die sinds de jaren 1470 langs de westkust van Afrika zeilden, op zoek naar een route naar Indië.

Met de Benin-bronzen maakte ik kennis in een BBC-televisiereeks getiteld The Tribal Eye, gepresenteerd door een jonge David Attenborough, kort daarna gevolgd door het gelijknamige boek (1976), hoofdstuk 3 Kingdoms of Bronze. Bij het doorspitten van YouTube voor deze bijdrage stootte ik tot mijn vreugde onverwacht op deze uitzending Benin City Battle 1897 (duur: 9.25’).

Van het West-Afrikaanse Benin en zijn ronduit schitterende bronzen muurreliëfs had ik nooit eerder iets gezien of gehoord aan de universiteit. Een paar jaren later konden wij enkele exemplaren bewonderen in het British Museum. Wisten wij veel dat ze roofbuit waren, afkomstig van een gigantische plundering door een Britse strafexpeditie tegen de ‘wilden’ uit 1897.

Meer dan 7000 metalen- en talloze ivoren kunstwerken in een typisch Afrikaanse gestileerd-realistische stijl verhalen van het oude Benin. Bronzen platen bedekten de muren van de paleizen, bronzen beeldjes tonen ons de ruiterij in actie op uit het noorden ingevoerde paarden en zelfs een Portugese haakbusschutter, vermoedelijk een huurling in dienst van de Oba. Ze tonen ons het contact met Europa, gezien met Afrikaanse ogen.
De plaquettes uit Benin zijn in de 16de eeuw vervaardigd in het huidige Nigeria. In werkelijkheid zijn ze niet uit brons, maar in verloren was-techniek gegoten uit koper of messing (een koper-zink legering). Ongeveer zo groot als een A3 vertonen ze in hoogreliëf figuren die de overwinningen van de Oba vieren en zijn hofrituelen. Het zijn niet alleen belangrijke kunstwerken en schitterende staaltjes van metaalbewerking, ze getuigen ook van twee heel bijzondere momenten in het contact tussen Afrika en Europa: aanvankelijk een vreedzaam handelscontact, later een bloedige confrontatie.


Zeer expressieve gevechtsscène. Oba met lijfwacht.

Een apart soort driehoekshandel
Voor de komst van de Portugezen vond alle handel tussen West-Afrika en Europa al eeuwenlang plaats via een reeks tussenpersonen die met eindeloze dromedariskaravanen goederen door de Sahara transporteerden.
Het merendeel van de gouden munten in Spanje en Portugal werd bijvoorbeeld geslagen uit West-Afrikaans goud dat zo vervoerd was.

 

Portugees, omringd door manillas, de koperen ‘halsringen’ die als betaalmiddel gebruikt werden. Portugese haakbusschutter

 

De Portugese schepen maakten alle tussenpersonen overbodig en konden veel grotere ladingen vervoeren. Dat opende ongekende perspectieven voor de handel. Zij vervoerden voornamelijk goud en ivoor naar Europa en brachten in ruil goederen vanuit de hele wereld naar het hof van de Oba, zoals koraal uit de Middellandse Zee, kaurischelpen uit de Indische Oceaan die als betaalmiddel fungeerden, textiel uit het Verre Oosten en voornamelijk koper voor de Benin-bronzen. Die bronzen werden op de muren van het paleis bevestigd, zoals wandtapijten aan Europese hoven. We hebben vroege getuigenissen van Europeanen, stuk voor stuk uiterst positief. Ze zagen een samenleving die in ieder opzicht even goed of zelfs beter georganiseerd was dan de koninklijke hoven in Europa, met een administratie die alle aspecten van het leven controleerde, in de eerste plaats de buitenlandse handel. Een onderdeel van de controle was het strikte verbod op export van de koperen plaquettes. Hoewel er in de 16de eeuw vanuit Benin ivoren beelden werden geëxporteerd die in Portugal en heel Europa erg in de smaak vielen, bleven de plaquettes strikt gereserveerd voor de Oba zelf. Voor 1897 was er in heel Europa niet één te zien.


Ivoren zout- en pepervat. Zijaanzicht links en rechts, afbeelding van Portugese ruiters met vuurwapens. Afro-Portugese kunst, Koninkrijk Benin, eerste helft 16de eeuw.
Ivoor 19,2 x 7,2 x 8 cm - Antwerpen, Museum aan de stroom (MAS)


Het koper dat nodig was voor de Benin-bronzen, werd verhandeld in de vorm van grote armbanden, zogenoemde manillas, die in gigantische hoeveelheden werden aangevoerd. In 1548 kwam één Duits handelshuis overeen dat het aan de Portugezen niet minder 432 ton koperen manillas zou leveren voor de West-Afrikaanse markt!

Hedendaagse Nigerianen zijn erover verbaasd dat allerlei dingen die ze altijd als volkomen traditioneel beschouwden, dat pas geworden zijn dankzij deze handel.

De belangstelling van de Bini ging ook de andere kant op, naar Europa. Reeds in 1486 zond de Oba voor het eerst een ambassadeur naar Portugal, omdat hij, naar de woorden van het verslag dat hierover in Lissabon werd opgemaakt, "meer wilde weten over dit gebied, aangezien de komst van mensen uit deze streken in zijn land beschouwd werd als een ongehoorde nieuwigheid".
"Deze ambassadeur was een man die goed het woord kon voeren en over een natuurlijke wijsheid beschikte. Te zijner ere werden er grote feesten gehouden; vele goede dingen uit de koninkrijken Portugal en Spanje werden hem getoond. Hij maakte de terugreis met een schip van onze koning. Bij zijn vertrek ontving de ambassadeur van onze koning prachtige kledij voor zichzelf en zijn vrouw en ook een groot geschenk dat bestemd was voor de koning van Benin."
Er werden katholieke missionarissen gezonden (die vriendelijk onthaal kregen, doch weinig resultaten boekten) en na verloop van tijd een Portugese ambassadeur. (Davidson 1984:131)


Dwarsfluitspeler - British Museum.

 


Bronzen hoofd van een Oba met halssnoeren van rode koraal - British Museum.

Aanvankelijk leek alles dus koek en ei, positief voor de beide partijen. Dit is nochtans de periode waarin de transatlantische slavenhandel, de infame driehoekshandel, zijn intrede deed. Hoeveel mensen nu uiteindelijk tussen ca. 1520 en 1860 uit Afrika werden weggesleept, blijft een twistpunt onder academici. Tien miljoen? Twintig miljoen? Of meer? In ieder geval raakte de baai van Benin berucht als de Slavenkust, met Europese forten als Elmina als centrum. Zie hiervoor: Afrika, de zwarte mythe en daarin Bloedend Afrika. 

Hier zit een flink hiaat in MacGregors relaas. De Bini deden niet onmiddellijk mee. De Oba verbood om eigen onderdanen te verkopen. De veroveringen van de Oba leverden een massa krijgsgevangenen op, die door zijn legeraanvoerders aan de Europeanen verkocht werden (Duchâteau 1990: 16).
Na de komst van voornamelijk Hollanders en Engelsen in de 17de eeuw slokte de slavenhandel een steeds groter deel op van de totale energie. Daardoor werden landbouw en handel verwaarloosd en de economie begon ineen te storten. De Oba, die de tegenslagen zag als het werk van de duivel, gaf bevel tot steeds meer mensenoffers.

Het einde
Toch zou het einde pas komen op de drempel van de 20ste eeuw. In 1897 wilde een Britse delegatie tijdens een belangrijke religieuze ceremonie een bezoek brengen aan de Oba. Ondanks alle waarschuwing zetten de Britten door. Een plaatselijke hoofdman moordde de hele expeditie uit, op twee man na die konden ontkomen.

Een maand later reeds marcheerde een Britse strafexpeditie van 1200 man op tegen Benin om het bloedbad te wreken. Ondanks hun moed en numerieke overmacht waren de Bini geen partij voor de met moderne geweren en Maxim-mitrailleurs uitgeruste Europeanen. Toen enkele raketten uit de hemel kwamen vallen en explodeerden tussen de menigte op een van de binnenplaatsen van het paleis, was het pleit snel beslecht. De Oba en zijn volk vluchtten het woud in. De Britse troepen troffen een verlaten stad aan, bezaaid met de lijken van de geofferden. Na vier eeuwen welvaart en macht verdween Benin tussen de coulissen van de geschiedenis.

De Oba werd verbannen. En de schitterende bronzen kunstvoorwerpen raakten verstrooid over musea in de hele westerse wereld. Op een totaal van naar schatting 3000 beelden belandden er 200 in het British Museum. Het Museum voor Volkenkunde in Leiden liet zich evenmin onbetuigd. Het beschikt met 117 voorwerpen over een aanzienlijk deel van de Britse oorlogsbuit, aan het begin van de vorige eeuw aangekocht via tussenhandelaren in Hamburg en Londen (Duchâteau 1990: 189)

Op foto’s uit 1897 in Leiden zien we de trotse overwinnaars getooid met hun tropenhelmen poseren tussen de omvangrijke oorlogsbuit. Daartoe behoorden enorme ivoren slagtanden, sieraden van koraal en honderden koperen beelden en plaquettes. Een groot deel daarvan werd geveild om de kosten van de strafexpeditie te dekken en aangekocht door musea overal ter wereld. Want de Benin-bronzen verwekten sensatie. Ze hebben de Europese opvattingen over de Afrikaanse cultuur veranderd. Hoe konden die ‘barbaren’ kunst van zulke universele kwaliteit voortbrengen? Allerlei wilde theorieën sproten te voorschijn: afkomstig uit het oude Egypte? Benin een van de verloren stammen van Israël? (Die kwamen nogal vaak opduiken als men geen raad wist voor een sluitende verklaring.) Of waren de sculpturen ontstaan onder Europese invloed in de renaissance, ten tijde van Michelangelo en Donatello?
Maar al snel bleek dat de Benin-bronzen een unieke West-Afrikaanse oorsprong hadden. De Europeanen moesten schoorvoetend hun opvattingen over de eigen culturele superioriteit grondig herzien.

‘Het is verbijsterend dat tegen het einde van de 19de eeuw de over het algemeen gelijkwaardige en harmonieuze contacten tussen Europeanen en West-Afrikanen uit de 16de eeuw, vrijwel volledig uit het Europese collectieve geheugen waren verdwenen’. Vergeet niet: een identiek lot viel China met zijn eeuwenoude cultuur te beurt.

Benin werd het slachtoffer van de ‘scramble for Africa’ de strijd tussen de Europese landen onderling om de heerschappij in Afrika. Tegenwoordig kijken we met verbazing naar de onbegrijpelijke arrogantie van de 19de eeuw, die tot op heden zoveel negatieve gevolgen heeft voor de gewone Afrikanen.


Hedendaagse driedimensionale bronzen buste.

Levende geschiedenis
Reeds in 1914 (het jaar van de Eerste Wereldoorlog) plaatsten de Engelsen weer een Oba op de troon. Hij betrok (en betrekt nog steeds) een sober paleis zonder verdiepingen, gebouwd rond een binnenplein. De hoofdingang aan de straat wordt omlijst door prachtige bronzen hoogreliëfs, vervaardigd door de leden van het nog steeds bestaande ‘Royal Guild’ van bronsgieters.

De traditie wil dat de bronsgiettechniek in Benin ergens omstreeks 1500 op aanvraag van de Oba geïntroduceerd is door een ambachtsman uit Ife, die de techniek leerde aan de metaalbewerkers in Edo.

Het lidmaatschap van de Royal Guild is erfelijk van vader op zoon. De bronsgieters van Benin zijn immers nog steeds actief, nu niet meer exclusief voor de Oba, maar ook ten behoeve van de buitenlandse toeristen. Dat levert beelden op, lichtjes aangepast aan de westerse smaak en zo te onderscheiden van de vroegere, maar nog steeds getuigend van uitmuntend vakmanschap. In de BBC4-documentaire Lost Kingdoms of West Africa (dl. 4) is kunsthistoricus Gus Casely-Hayford getuige bij het gieten van messing. Opvallend is hoe de bronsgieter allerlei materialen in de smeltkroes stort, zelfs een afgedankte gegalvaniseerde badkamerkraan!

De roof van de Benin-kunst heeft de kennis van en de bewondering voor de cultuur van het koninkrijk over de wereld verspreid, maar ook een wond nagelaten in het bewustzijn van veel Nigerianen. De huidige Oba van Edo, koning Erediauwa, vroeg bij wijze van ‘moreel appèl’ in 2007 de bronzen terug te geven. Zowel het British als Leiden weigerden. In het Benin-museum in Benin City zijn daardoor uitsluitend replica’s van de historische bronzen te bewonderen, weliswaar magistrale kopieën door leden van het huidige bronsgietergilde, waardige opvolgers van hun voorouders uit de 16de eeuw.

 

Asjanti, koninkrijk van het goud

 

Niet in het boek van McGregor
De lotgevallen van het Asjanti-rijk, gelegen in het hedendaagse Ghana, vertonen zoveel overeenkomsten met Benin dat het de moeite loont de geschiedenis ervan eveneens afzonderlijk te behandelen.

De tekst is hoofdzakelijk afkomstig van de door de server opgeheven (1 september 2022) Joos-site, een ICT pioniersproject voor leerlingen, door het Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Cultuur bekroond in 2000. De tekst was onderdeel van een veel ruimere leereenheid: De conquistadores: wereldveroveraars met oogkleppen, waarin de ontmoetingen van Europa met andere culturen behandeld werden, vanaf de Grote Ontdekkingen in de 15de eeuw.

De leereenheid is over de jaren heen steeds aangevuld. Ze is herhaaldelijk uitgewerkt door leerlingen voortgezet onderwijs in verscheidene scholen en lerarenopleiding.

 

Het Wikipedia lemma over dit onderwerp bevat een overvloed aan foto’s.
Op YouTube tref je een aantal films van verschillende lengte en kwaliteit onder zoekterm Ashanti Kingdom, iets wat nog niet bestond toen we met de leereenheid startten als ICT-pilootproject.

Ondanks het vernietigend effect van de infame slavenhandel op de Afrikaanse samenlevingen als geheel, schenen sommige staten er nauwelijks door verstoord. Een daarvan was het opmerkelijke koninkrijk van Asjanti, dat rond 1800 meer dan de helft van het huidige Ghana en grote delen van de naburige landen Ivoorkust en Togo omvatte. Asjanti was veruit het welvarendste van alle recentere vorstendommen van het pre-koloniale Afrika, hoewel het pas gesticht was op het einde van de 17de eeuw, toen volgens de overlevering voor de eerste grote Asjanti-vorst een gouden stoel uit de hemel daalde.

 


De legendarische "Gouden Stoel", uitgestald boven op een met leder overtrokken stoel van Europees model.

Oorspronkelijk had Asjanti zijn kracht te danken aan de goudhandel met de westelijke Soedan. Goud komt zelfs tegenwoordig nog rijkelijk voor in het gebied, in rivierzand en ertslagen. De Asjanti's namen de slavenhandel heel gemakkelijk op. Zij beschouwden de aanwezigheid van Europese kooplieden aan de kust gewoon als een nieuwe mogelijkheid handel te drijven en hun macht te vergroten. En een van de middelen daartoe waren musketten uit het verre Birmingham. Doordat zij nooit gebukt waren gegaan onder Europese agressie, speelden zij de Nederlanders handig uit tegen de Engelsen en ontwikkelden zij hun eigen, zeer efficiënte organisatie voor de slavenhandel, compleet met klerken, die konden lezen en schrijven, en legers waarmee geen naburige macht zich kon meten. De hoofdstad, Koemasi, werd het hart van een ingewikkeld maar zeer winstgevend economisch rijk.
Typisch voor de Asjanti’s was - en is - hun soepelheid in het assimileren van nieuwigheden. De talrijke figuratieve beeldjes in messing, brons of koper, die zij gebruikten als gewichten voor het wegen van goud, vormen een fraaie kunstzinnige staalkaart van zulke innovaties: Europese sleutels, koffers, stoelen bekleed met bespijkerd leer, musketten, kruithoorns, westerse hoeden enz.




Figuratieve goudgewichten in brons of messing, gegoten met verloren wastechniek, voor afwegen in een weegschaal met twee hangende schalen, zoals ook bij ons gebruikt tot omstreeks 1960.


De Asjanti-vorsten en hun adel droegen prachtige gewaden uit Chinese zijde, die dwars over het continent waren aangevoerd, vanuit de Oost-Afrikaanse havens als Mombasa. Hun wevers haalden de ragfijne delicate draden uit elkaar, om ze op hun smalle weefgetouwen opnieuw te weven volgens patronen die meer aan de eigen smaak beantwoordden. De stof werd gedragen, omgeslagen als een antieke Romeinse toga, wat de Asjanti een zeer statig uiterlijk verleende en nog steeds doet. (Hoewel tegenwoordig voor gewone kleding geen zijde meer gebruikt wordt, maar wel nog steeds de kenmerkende traditionele luisterrijke veelkleurige weefpatronen)


De "Omanhene" (hoofdman) van Koemawoe ca 1980.

 


Viering van 25 jaar koningschap van Asantehene Otumfuo Opoku Ware II In Koemasi (Ghana), augustus 1995. Naast de koning, de mythische Gouden Stoel. De huidige Asantehene (sinds 1999 ) is Otumfuo Nana Osei Tutu II..

Koninklijke sieraden


Koninklijke herauten, elk met zijn persoonlijke sprekersstaf. De herauten behoren (nog steeds) tot de Raad van de koning en brengen de vorstelijke proclamaties over aan de menigte. De vergulde figuren op de top van hun staf symboliseren Asjanti-spreekwoorden.

Toen de koloniale druk in de loop van de 19de eeuw steeds groter werd, nam de koning van Asjanti, de Asantehene, zelfs Fransen in dienst voor zijn administratie en het contact met Europa. Het uitstekende leger van naar schatting meer dan 60.000 geduchte en getrainde krijgers had een Duitse instructeur. En toen hun land in 1901 uiteindelijk door de Engelsen werd overmeesterd na een reeks van beschamende en vernietigende koloniale oorlogen (sinds 1823!), stonden de Asjanti's al met één been in de moderne wereld.


Het optreden van de Europese kolonisatoren was doordrongen van racistische meerderwaardigheidsgevoelens. In 1896 worden Asantehene Prempeh en de koningin-moeder gedwongen zich in Koemasi te onderwerpen aan de Engelse invallers in een vernederend ritueel.

Omstreeks 1960 werden haast alle Afrikaanse landen onafhankelijk. De oude vorstendommen zijn door de nieuwe ‘moderne’ leiders afgeschaft of gereduceerd tot een schaduw van hun vroegere bestaan. In Nigeria en Ghana werden ze hersteld in althans een fractie van hun oude glorie. Nu behoren ze meestal tot de best geleide en vaak meest welvarende gebieden van hun land. In Koemasi, hoofdstad van het vroegere Asjantirijk, zetelt weer een Asantehene, dragen de hoogwaardigheidsbekleders weer de luisterrijke veelkleurige gewaden. In Benin City, hoofdstad van de Nigeriaanse staat Edo (de historische naam voor volk, taal, en stad), vergadert de Oba elke dag met zijn raadsleden en hofdignitarissen, op zijn hoofd zoals vroeger, een kapje van rode koralen. Ook al zijn de meesten nu economisten of juristen, afgestudeerd aan de gerenommeerde universiteiten van Oxford, Cambridge of Yale en werken ze meer met hun hypermoderne laptops dan met hun ceremoniële gouden zwaarden.

Tips voor didactische verwerking (CLIL/TTO)

Nota: onderstaande tips kunnen mutatis mutandis toegepast bij alle voorwerpen.

Voorkennis activeren: brainstormen; in mindmap?- afhankelijk van wat al gezien is. Interessant is zeker na te gaan wie de namen Ife en Benin iets zeggen, wie iets van deze culturen weet. In het verleden hadden we in vier klassen niemand in dat geval!
- Bij elk voorwerp: lokalisatie – kaarten meestal op Wikipedia te vinden.

- Tijd: Ife? Benin:1500 – 1535. Wat gebeurde elders gelijktijdig?
- Grote Ontdekkingen: de Benin - bronzen zijn een rechtstreeks resultaat van de Portugese ontdekkingstochten rond Afrika.
- Driehoekshandel.
- Europa: periode van Humanisme en Hervorming.
- Byzantijnse Rijk: ingenomen door de Ottomanen – periode van Süleiman, de Grote Turk.
- China: Ming-dynastie, zie De wereld reizen van Zheng He en The Chinese Armada. Dragons of the Sea.
- India: de Mogols.

Werkvorm: groepswerk, kleine groepjes (2 à 3 leerlingen)
Leermiddelen: internet, beamer, laptop
Werkwijze: diverse mogelijkheden:
- podcast van de uitzending laten beluisteren;
- afdrukken van bijbehorende transcript en zo nodig bewerken - ingekort aan klas bezorgen. Alternatief: de bijbehorende tekst uit het boek bezorgen;
- zoeken van bijkomende informatie/illustraties, filmpjes. Zowel over Ife als Benin zijn er enorm veel en goede illustraties te vinden op internet.
- Presentatie in plenum:
- intro door leden van het werkgroepje;
- PowerPoint met illustraties.

- Klasgenoten vragen laten stellen.

Evaluatievragen: zelf opstellen door werkgroepje/ door klas laten formuleren: “Welke vragen zou je hierover stellen op toets als je een intelligente leraar/lerares was?”
Nota: goede vragen van leerlingen heb ik altijd weerhouden, al dan niet wat bijgewerkt.

Aanvulling uit ervaringen van collega’s zijn zeer welkom!

Epiloog

In drie bijdragen poogden wij het boek van MacGregor en de bijbehorende programma’s voor te stellen.
De selectie was een persoonlijke keuze, bepaald en beperkt door persoonlijke voorkeur – enerzijds minder bekende voorwerpen, bij voorkeur uit culturen die in ons onderwijs marginaal of zelfs helemaal niet aan bod komen, doch tevens interessant voor geïnteresseerden buiten het onderwijs – anderzijds een model opleveren voor interactieve multimediale uitwerking door leerlingen in lessen en zeker CLIL/TTO geschiedenis (voornamelijk) in het Engels

Maar meer dan een voorstelling uit rijkgevulde schatkamers is het niet. Alle tijdperken en alle culturen kunnen aan bod komen zoals in het boek, zeker als je de mogelijkheden van internet benut. Het blijft me fascineren hoe je door de hyperlinks toegang krijgt tot een eindeloos web van kennis. En dan ondergaat het door hedendaagse magie een metamorfose tot “een boek dat een hele bibliotheek vervangt”, zoals de bedoeling was voor de 12de eeuw met het Liber Floridus.

Zelf heb ik op mijn zoektocht enorm veel bijgeleerd. Toevallig belandde ik door een der links op YouTube dat ik tevoren nog nooit met deze bedoeling gebruikt had. De onuitputtelijke overvloed aan goed beeldmateriaal die je hier aantreft was zeker niet de initiële bedoeling van de auteur, maar gevolg van het internationaal succes van zijn uitzendingen en boek. Niets hoeft je te beletten in lesomstandigheden meer en andere keuzes te maken, zeker niet als je de inhoud benutten wil, gespreid over verscheidene jaargangen. Een goede leidraad vind je in de knappe reeks Masterpieces of the British Museum die in het kielzog van MacGregors succes is tot stand gekomen.

Meer weten

Films op YouTube


Head of an Ife King (2014) in de reeks Masterpieces of the British Museum, 2 x 15 minuten (Engels, geen onderschriften) – ook de podcast van de uitzending kan in zijn geheel beluisterd, terwijl het beeld onveranderd statisch geprojecteerd blijft (2delen: 9,33’ & 4,38’).
Verder is er een goede kortfilm en enkele lange (meer dan een uur) over geschiedenis en cultuur van Ife en Benin, plus twee filmpjes over het gieten van dergelijke holle beelden via de verloren was-methode.

Benin Plaque: statische podcast zoals Ife Head, 13,48 minuten
Films over geschiedenis van Benin en West-Afrika, waaronder het uitstekende Lost Kingdoms of West Africa (dl. 4) door (zwarte) kunsthistoricus Gus Casely-Hayford. Duur: 48,34 minuten, waarvan 17 over Benin; de rest een speurtocht naar de mogelijke historische bronnen van de unieke Benin-bronzen in andere voorgaande culturen. Bijzonder interessant: een bezoek aan en gesprek met de huidige Oba en met hedendaagse bronsgieters (2014).

Boeken

Attenborough, D., Kingdoms of Bronze, in: The Tribal Eye, N. York, Norton & Cy.(oorspronkelijk een BBC-uitgave ), 1976, p.68 - 87. – Film op YouTube: Benin City Battle 1897 (duur: 9.25’) presentatie door David Attenborough.

Baesjou, R., Prekoloniaal Afrika, in : Universele Wereld Geschiedenis onder redactie van Golo Mann, Hasselt, Heideland, deel 8, 1976, p. 657-681.

Cuyvers, L., De ontdekking van het Oosten, Tielt, Lannoo, 2005, 223 blz. + DVD (4delige tv-reeks). Zie Een maritieme wereldgeschiedenis.

Davidson, B., Afrika, een groots continent, Haarlem, Rostrum, 1984. 288 blz.

Duchâteau, A., Benin. Hofkunst uit Afrika, Brussel, Gemeentekrediet, 1990. 174 blz.

Folch, D., Zheng He. Toen China heerste over de zeeën, in: National Geographic Historia, 2018/1, p. 68-79.

Mendes Pinto, M. (redactie) e.a., Via Orientalis, Europalia Portugal 1991, Brussel, ASLK-Galerij, 1991, p. 61-94.

Martens, J., Ife en Benin: koninklijk brons, in: De conquistadores: wereldveroveraars met oogkleppen.
Lees zo mogelijk het volledige artikel of zeker het onderdeel Afrika, de zwarte mythe. Zie ook de bibliografie.

Niane, D. (red.), Africa from the Twelfth tot the Sixteenth Century ( UNESCO General History of Africa IV), Parijs, UNESCO, 2000 (1984), 774 blz. – gratis download in PDF.

Van Engelen, Marcel, Het kasteel van Elmina. In het spoor van de Nederlandse slavenhandel in Afrika, Amsterdam, De Bezige Bij, 2013, 271 blz.

Wesseling, H., Verdeel en heers. De deling van Afrika 1880-1914, Amsterdam, Bert Bakker, 1991.

 

McLeod, M.D., The Asante, Londen, British Museum, 1984, p. 122 e.v. Gold-weights.


Jos Martens, februari 2018 / januari 2024

 


 

  •  

    u