artikelen over geschiedenis didactiek

Formatief handelen

Formatief handelen betekent dat je werkt aan de groei van leerlingen. Het is dan ook zeker niet hetzelfde als diagnostisch toetsen. Wat is het dan wel?

Formatief handelen en interpretatie

Elders op Histoforum staat een korte beschrijving van formatief handelen. Op deze pagina een voorbeeldmatige uitwerking voor het omgaan met interpretaties.

 

Interpretatie

Een verhaal over het verleden is geen kopie van de werkelijkheid, maar een interpretatie van het verleden. Er zijn verschillende interpretaties mogelijk, en die kunnen allemaal tegelijkertijd waar zijn. Maar dat betekent niet dat elke interpretatie van het verleden even waardevol of zelfs maar juist is. Hoe goed of aannemelijk een interpretatie is hangt af van de onderbouwing met argumenten ontleend aan historische bronnen.

 

Hoe kun je formatief werken aan het verbeteren van het geven van onderbouwde interpretaties door leerlingen?


1. Feedup (waar gaat de leerling naar toe?)

Leerdoel
Je kunt een verklaring van een gebeurtenis geven en die aannemelijk maken door die verklaring te onderbouwen met argumenten die je ontleent aan primaire bronnen of aan boeken geschreven door historici.

Succescriteria
Je wordt beter in het geven van verklaringen voor gebeurtenissen als je je verklaring niet alleen met argumenten kunt onderbouwen, maar als je ook een enerzijds-anderzijds redenering op kunt zetten. Je maakt duidelijk dat er zowel voor als tegen een bepaalde visie op een gebeurtenis iets te zeggen valt. Nog mooier is het als je na zo'n afweging zelf tot een onderbouwde keuze bent gekomen.

Je kunt
• een interpretatie in een verhaal herkennen;
• ik kan een eigen interpretatie van een gebeurtenis onderbouwen met argumenten.

Verhelderen van leerdoelen
Het is belangrijk dat leerlingen precies begrijpen wat er van hen verlangd wordt en hoe een succesvolle prestatie eruit ziet. Je kunt bijvoorbeeld aan de hand van een voorbeeld uitleggen wat met de succescriteria wordt bedoeld en hoe je een opdracht (met bronnen) over interpretatie moet aanpakken.

 

Het is belangrijk leerlingen, het liefst aan de hand van een concreet voorbeeld, duidelijk te maken dat historici verschillende interpretaties kunnen geven van eeen gebeurtenis en dat niet allemaal een zekere geldigheid beschikken mits zij met deugdelijke argumenten zijn onderbouwd.

2. Feedback (waar staat de leerling nu?)


De Beeldenstorm en de religieuze overtuiging van Willem van Oranje

Hieronder staan twee opdrachten die zowel betrekking hebben op interpretatie als op standplaatsgebondenheid.

 

Opdracht

 

De Beeldenstorm

 

Leerdoel

• Je kunt beredeneren welke bron geschreven is door een katholieke auteur.
• Je kunt beredeneren waarom katholieken en protestanten in de zestiende eeeuw anders dachten over de Beeldenstorm
• Je kunt beredeneren waarom katholieken en protestanten tegenwoordig mogelijk anders denken over de Beeldenstorm
 

Gebruik bron 1 t/m 3


Katholieken en protestanten hadden vaak een verschillende kijk op de Beeldenstorm.
1. Welke bron is, volgens jou, in ieder geval geschreven door een katholiek? Beredeneer je antwoord.
2. Welke schrijver heeft het meeste begrip voor de beeldenstormers? Licht je antwoord toe met een of meer elementen uit een bron/de bronnen.
3. Beredeneer waarom protestanten en katholieken in de zestiende eeuw waarschijnlijk verschillend hebben gedacht over de uitspraak: 'De Beeldenstorm was een catastrofe'.
4. Beredeneer/verklaar waarom er tegenwoordig door katholieken en protestanten mogelijk anders over de Beeldenstorm geoordeeld wordt dan in de zestiende eeuw.
5. Heb je een antwoord kunnen geven op de vorige vragen? Geef zonodig aan waarom dat, volgens jou, niet gelukt is.

Iets eenvoudiger versie

Gebruik bron 1 t/m 3

Katholieken en protestanten hadden vaak een verschillende kijk op de Beeldenstorm.

1. Een van de drie bronnen is geschreven door een katholieke auteur.
a. Blijkt uit bron 1 dat de auteur katholiek is? Ja/nee, want …
b. Blijkt uit bron 2 dat de auteur katholiek is? Ja/nee, want …
c. Blijkt uit bron 3 dat de auteur katholiek is? Ja/nee, want …
d. Trek op basis van je antwoorden bij a t/m c een conclusie: Welke bron is volgens jou zeker door een katholieke auteur geschreven?
2. Wie heeft het meeste begrip voor de beeldenstormers?
a. Heeft de schrijver van bron 1 begrip voor de beeldenstormers? Ja/nee dat blijkt uit…
b. Heeft de schrijver van bron 1 begrip voor de beeldenstormers? Ja/nee dat blijkt uit…
c. Heeft de schrijver van bron 1 begrip voor de beeldenstormers? Ja/nee dat blijkt uit…
d. Trek op basis van je antwoorden bij a t/m c een conclusie: Welke auteur heeft volgens jou het meeste begrip voor de beeldenstormers?
3. Een uitspraak: 'De Beeldenstorm was een catastrofe'.
a. Was een katholiek die in de tweede helft van de zestiende eeuw leefde het met deze uitspraak eens, volgens jou? Waarom wel, of waarom niet?
b. Was een protestant die in de tweede helft van de zestiende eeuw leefde het met deze uitspraak eens, volgens jou? Waarom wel of waarom niet?

 

 

Bron 1
In de weken en maanden die verloren gingen met nutteloze correspondentie met de koning, die toch niet wilde toegeven, omdat hij overtuigd was het in geweten niet te mogen doen, voerden de hagenprekers (1) een felle campagne tegen de 'afgoderij van de beeldendienst'. Zij hitsten hun toehoorders op, de hand aan het werk te slaan en de kerken van alle 'afgoden' te zuiveren en in bezit te nemen……
Buiten Vlaanderen beperkte de Beeldenstorm zich hoofdzakelijk tot de steden. De overheid, verlamd van schrik, zag in de meeste plaatsen werkeloos toe. Waar ze kordaat optrad, dropen de vandalen af. Het tekent wel scherp de lakse houding van de overgrote meerderheid der bevolking en van de magistraten, dat ze zulk een gruwelijke heiligschennis en massamoord op de kerkelijke kunst niet hebben verhinderd.


1. Een hagenpreek is een protestantse kerkdienst in de open lucht.


Bron: Commissaris, A.C.J. (1956). Leerboek der Nederlandse geschiedenis, eerste deel tot 1795,19e druk, blz. 85

Bron 2
Een fragment uit een schoolboek over de Beeldenstorm (1566)
Niet alleen de onderdrukking van de geloofsvrijheid was aanleiding tot deze fanatieke vernieling van kerken en kerksieraden. Wij moeten ook denken aan de ernstige economische omstandigheden, die in dit jaar 1566, dat ook wel het hongerjaar genoemd is, onder het lagere volk heersten. 'In het begin van 1566 nam de nood ontzettende vormen aan; de mensen verhongerden letterlijk. Een Spanjaard, Castellanos genaamd, die in januari naar Spanje reisde, vertelde er ooggetuige van te zijn geweest, dat in de provincie Artois tal van vrouwen zich hadden opgehangen, om niet te hoeven zien hoe haar kinderen voor haar ogen van de honger stierven.


Meijer, J. (1958). Keten der geslachten, nieuw leerboek voor de algemene en vaderlandse geschiedenis voor alle scholen voor vhmo, deel II. J.M. Meulenhoff Amsterdam, blz. 104/105.


Bron 3
Maar hoe zou het gaan als de winter aanbrak? Dan zou het afgelopen zijn met de hagenpreken. Was het niet eerlijk als de gereformeerden hun eigen kerken zouden hebben? Maar dan geen kerken met afgodsbeelden! Het begon in het zuiden van Vlaanderen, in de zomer van datzelfde jaar; Groepjes calvinisten trokken na afloop van een hagenpreek langs de wegen, gooiden kruisen en beelden om en vernielden een kapel. Het duurde niet lang of ook in de steden werd het onrustig. In Antwerpen drong op maandag 19 augustus een menigte de Onze-Lieve-Vrouwekerk binnen, haalde de beelden omver en sloeg ze in stukken. Daarna kwamen de andere kerken en ook de kloosters aan de beurt.
Vanuit Antwerpen verspreidde de Beeldenstorm zich over de Nederlanden. Calvinisten trokken door de straten van de steden, gewapend met bijlen en touwen. Groepjes oproerkraaiers sloten zich bij hen aan. In talloze kerken en kloosters werden beelden, schilderijen en altaren vernield. Daarbij gingen ook kunstschatten verloren. Er werd veel vernield, maar er werd bijna niet geroofd en gestolen. En de geestelijken werden met rust gelaten.
Het ging de calvinisten immers om de zuivering van de kerken. Daarna konden die kerken dan gebruikt worden voor de prediking van Gods Woord. De manier waarop het was gegaan, was echter niet de juiste.


Baaijens, P.A., Klinken, L.D. van e.a., Er is geschiedenis; Geschiedenis voor het basisonderwijs, blz. 43/44

 

Toelichting

Je kunt leerlingen de opdracht eerst individueel laten maken en de resultaten vervolgens met een klasgenoot laten bespreken. Het lijkt zinvol om deze opdracht ten slotte ook klassikaal na te bespreken.

 

Katholiek of protestant?

 

In deze opdracht beredeneren leerlingen op basis van een aantal bronnen of Willem van Oranje protestant of katholiek was. De uitkomsten zullen sterk afhankelijk zijn van het niveau dat leerlingen inmiddels hebben bereikt in historische redeneren en/of van hun capaciteiten.

 

De opdracht kan complexer worden gemaakt door er een aantal bronnen aan toe te voegen waarin geen, voor de vraag relevante, informatie staat. In dat geval voegt u de vraag toe welke bronnen bruikbare informatie opleveren voor het kunnen beantwoorden van de vraag.

Opdracht

Leerdoel

• Je kunt beredeneren of Willem van Oranje katholiek of protestant was.
• Je kunt een met argumenten onderbouwd antwoord geven hoe Willem van Oranje dacht over godsdienstvrijheid.

 

Succcescriterium

Je prestatie wordt beter als je er in slaagt een enerzijds-anderzijds redenering op te zetten.

 

Willem van Oranje werd de leider van de opstand van de Nederlanden tegen Spanje. Godsdienst speelde in dit conflict een belangrijke rol. In deze opdracht onderzoek je of Willem van Oranje katholiek of protestant was.

 

Gebruik de bronnen

1. Beredeneer of Willem van Oranje katholiek of protestant was.
2. Hoe dacht Willem van Oranje over godsdienstvrijheid?

De opdracht kan, desgewenst, worden vereenvoudigd door vraag één op te delen in deelvragen:

1. Toon voor elke bron - met een element uit de bron - aan of Willem van Oranje volgens deze bron katholiek of protestant was (1 t/m 3 of 1 t/m 5).
2. Was Willem van Oranje op zijn sterfbed, volgens jou, eerder katholiek of protestant. Waarom denk je dat?
3. Hoe dacht Willem van Oranje over godsdienstvrijheid? Licht je antwoord toe met een of meer elementen uit de bron(nen).


Bronnen

Bron 1
De koning dwaalt, wanneer hij denkt dat de Nederlanden, gelegen tussen landen waar godsdienstvrijheid heerst, voortdurend de bloedige vervolgingen en het doden van protestanten verdragen kunnen. Al ben ik katholiek, ik kan niet goedkeuren dat vorsten hun onderdanen de vrijheid van geloof willen verbieden.

Bron: Willem van Oranje in 1564

Bron 2
Het begon allemaal op de Dillenburg in het graafschap Nassau in Duitsland, waar Willem van Oranje in 1533 geboren werd. De Reformatie was toen al volop in beweging. Willems ouders sympathiseerden met de nieuwe leer van Maarten Luther en wilden hun kinderen daarin ook opvoeden. Met hun oudste zoon liep het echter aanvankelijk anders. Toen Willem op elfjarige leeftijd het prinsdom Orange van zijn kinderloze neef erfde en daarmee grote invloed zou krijgen in de Nederlanden, moest hij op last van de keizer naar Brussel komen, waar hij aan het hof een katholieke opvoeding kreeg.

Bron: http://www.kerkbladvoorhetnoorden.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=1812:de-godsdienst-van-willem-van-oranje-1533-1584&catid=14:artikelen&Itemid=28 

Bron 3
In 1573 heeft Oranje zich openlijk onder de calvinisten geschaard toen hij deelnam aan een avondmaalsviering. Over plaats en datum daaromtrent bestaat geen duidelijkheid. Men vermoedt Dordrecht, omdat de plaatselijke predikant, Bartholdus Wilhelmi, het gebeuren vermeldt in een brief van 23 oktober 1573 aan de Nederlandse vluchtelingengemeente in Londen: de prins van Oranje, 'onse godtsalige stadthouder', heeft met de gemeente het brood gebroken en zich aan de kerkelijke discipline onderworpen, 'hetwelcke niet kleyn te achten en is'. Oranje is nooit een strenge calvinist geworden. Toch was zijn overgang niet louter een overgang pro-forma, getuige zijn uitspraak uit 1577: 'Zo kaal als ik van hoofd ben, zo calvijns ben ik van hart en in dat geloof zal ik sterven'.

Bron: http://www.kerkbladvoorhetnoorden.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=1812:de-godsdienst-van-willem-van-oranje-1533-1584&catid=14:artikelen&Itemid=28
 
Bron 4
De historicus P.J. Blok schreef in 1903:
In alle opzichten groot was de verandering, die voor onze elfjarige Willem in 1544 aanbrak. De dood van zijn neef Réné maakte hem tot erfgenaam van de rijke goederen der Oranje-Nassau's in de Nederlanden en Frankrijk. Het schijnt wel, dat de godsdienst van zijn vader het grootste beletsel was, waardoor deze, aan wie de erfenis toch eigenlijk toekwam, uitgesloten werd. Zelfs tegenover de jonge Willem werd in de omgeving van Karel V ernstig het bezwaar geopperd, dat hij, „zoon van een ketter", eenmaal misschien de machtigste edelman in de Nederlanden zou worden. Het is waarschijnlijk, dat dit bezwaar werd opgeheven, doordat de vader erin berustte, dat zijn jonge zoon voortaan te Brussel zou worden opgevoed, natuurlijk in de roomse leer. Zo zou de erfenis tenminste niet voor zijn huis verloren gaan, waarvoor anders gegronde vrees bestond.

Bron: http://www.periodata.nl/BlokGodsdienstOranje.pdf
 
Bron 5
De historicus P.J. Blok schreef in 1903:
Eerst toen de Prins na allerlei teleurstelling deze hoop liet varen; eerst toen hij na de val van Haarlem, als de zaak der vrijheid dreigde te gronde te gaan, niet meer mocht aarzelen om zich, geheel aan het Calvinisme te geven; eerst in die geweldige crisis van de opstand tegen Spanje is hij over alle bezwaren heengestapt en heeft in October 1573 openlijk het Avondmaal der Calvinisten bezocht. Van deze tijd af is de Prins onafscheidelijk verbonden aan de Calvinistische bevolking, die hem reeds vroeger met geestdrift had begroet als de nieuwe Makkabeeër, de godsgezant, die het nieuwe Israël kwam redden uit de klauwen van de boze vijand.

Bron: http://www.periodata.nl/BlokGodsdienstOranje.pdf
 

Toelichting

Door deze opdracht in tweetallen te laten maken bevorder je de discussie. Een klassikale nabespreking ligt bij deze opdracht waarschijnlijk het meest voor de hand. Om leerlingen beter te maken in het interpreteren is het zinvol om vooral feedback te geven op het proces. Bij formatief handelen ligt de focus op het verbeteren van de aanpak van de leerling en niet in de eerste plaats op het verbeteren van het resultaat van de huidige opdracht. Focus dus op betere resultaten op de lange termijn. Vraag leerlingen bijvoorbeeld hoe zij de opdracht hebben aangepakt en welke problemen zij daarbij tegen kwamen.  


Zie ook het artikel over Feedback op Histoforum. Wat is goede feedback? Tips voor effectieve feedback.

 

3. Feedforward (hoe komt de leerling naar de gewenste situatie?)


De klassikale nabespreking kan gebruikt worden om leerlingen tips te geven voor een volgende opdracht die betrekking heeft op interpretatie.

 

 

Andere voorbeelden

 

* Formatief handelen in relatie tot chronologie

* Formatief handelen in relatie tot standplaatsgebondenheid.  

* Formatief handelen in relatie tot causaliteit 1: oorzaken van historische gebeurtenissen 

* Formatief handelen in relatie tot causaliteit 2: gevolgen van historische gebeurtenissen  

* Formatief handelen in relatie tot het werken met bronnen.  

* Formatief handelen in relatie tot continuďteit en verandering

 

 

Copyright Albert van der Kaap, 2019 
 


  •  

    u