artikelen over geschiedenis didactiek
Formatief handelen
Formatief handelen betekent dat je werkt aan de groei van leerlingen. Het is dan ook zeker niet hetzelfde als diagnostisch toetsen. Wat is het dan wel?
Inhoud
Formatief handelen
Eenvoudig en toch zo moeilijk
Er bestaan verschillende benamingen voor wat we hier formatief handelen noemen, bijvoorbeeld formatief toetsen, formatieve evaluatie of responsive teaching. Veel benamingen zijn verwarrend en roepen misverstanden op.
Wat is formatief handelen?
Formatief handelen is een cyclisch proces waarin drie
fasen kunnen worden onderscheiden. Elke fase geeft
antwoord op een kernvraag:
1. Waar gaat de leerling naar toe? (Feedup)
2. Waar staat de leerling nu? (Feedback)
3. Hoe komt de leerling naar de gewenste situatie?
(Feedforward)
Feedup
Als docent heb je een bepaald doel met je onderwijs. Je
wil dat leerlingen na verloop van tijd (een korte of
langere periode) iets kunnen laten zien. Ze beschikken
aantoonbaar over kennis en vaardigheden. Probleem is
alleen dat we een leerdoel heel vaak niet expliciet
maken voor ons zelf, laat staan dat we dat leerdoel
delen met onze leerlingen. En wie heeft zijn leerlingen
wel eens duidelijk gemaakt hoe succes er precies
uitziet?
En hoe vaak formuleren we leerdoelen samen met onze
leerlingen of formuleren we samen met hen de
succcescriteria.
Feedback
Wat doe jij als docent en wat doen leerlingen om de gestelde doelen te behalen? Dragen de/alle activiteiten van jullie beiden bij aan het behalen van de doelen? En hoe controleer je of alle leerlingen de uitleg hebben begrepen, de belangrijkste info uit je verhaal halen en niet slechts die ene leerling die een vraag moet beantwoorden? En hoe vaak krijgen leerlingen kritische vragen van jou of een medeleerling naar aanleiding van hun werk/prestaties?
Feedforward
Hoe help je leerlingen verder in hun leerproces? Is je feedback gericht op de taak (het zorgen voor een zo hoog mogelijk cijfer op de toets) of probeer je door gerichte vragen en tips het leerproces te verbeteren zodat een volgende, vergelijkbare opdracht, groei te zien zal/kan geven? Richt je feedback op kennis van het specifieke onderwerp, of eerder op generieke kennis en op historisch denken en redeneren?
Noot
Zorg ervoor dat er een logisch verband is tussen leerdoelen, activiteiten (van docent en leerling) en de toetsing. Zie bijvoorbeeld het artikel over Backward Design.
Lees eventueel dit document voor een uitvoeriger beschrijving van formatief handelen en werken aan groei en/of bekijk deze animatie.
Formatief handelen en chronologie
Het is belangrijk dat leerlingen chronologisch besef ontwikkelen. Dat wil niet zeggen dat leerlingen gebeurtenissen aan jaartallen moeten kunnen koppelen, maar wel dat leerlingen inzicht krijgen in de logische (al dan niet causale) volgorde van gebeurtenissen. Zij moeten kunnen beredeneren waarom een bepaalde gebeurtenis eerder of later moet hebben plaatsgevonden dan een andere.
Hoe kun je hier formatief aan werken?
1. Feedup (waar gaat de
leerling naar toe?)
Leerdoelen
De volgende leerdoelen hebben betrekking op chronologie
en kunnen worden gebruikt bij elk willekeurig onderwerp.
Het is niet zinvol om voor deze leerdoelen
succcescriteria te benoemen.
Je kunt …
• het onderwerp plaatsen in het juiste tijdvak/de juiste
tijdvakken en in de juiste periode (prehistorie,
oudheid, middeleeuwen, vroegmoderne tijd en/of moderne
tijd);
• gebeurtenissen, verschijnselen, ontwikkelingen en
personen die van belang zijn voor het onderwerp (met
behulp van een tijdbalk) ordenen.
Succescriteria
Je wordt hierin steeds beter als je:
• zo nauwkeurig mogelijk kunt bepalen wanneer iets
plaatsvond;
• kunt aangeven of iets eerder moet hebben
plaatsgevonden dan iets anders en waarom.
Verhelderen van leerdoelen en modelling
Het is belangrijk dat leerlingen precies begrijpen wat
er van hen verlangd wordt en hoe een succesvolle
prestatie eruit ziet. Om leerdoelen en succescriteria te
verhelderen kun je, aan de hand van een voorbeeld
voordoen hoe je een chronologie-opdracht kunt aanpakken.
2. Feedback (waar staat de leerling nu?)
Kaartjes
op chronologische volgorde leggen
Deze werkvorm kun je gebruiken om na te gaan of leerlingen de belangrijke gebeurtenissen uit het thema kennen en deze ook in de juiste chronologische volgorde kunnen plaatsen. Bij deze werkvorm kun je als docent, al lopende door de klas, snel zien in hoeverre de leerlingen hiertoe in staat zijn.
Opdracht
Verdeel de klas in tweetallen en geef ieder tweetal 8
(of meer) lege kaartjes. Laat de leerlingen op de
voorkant van elk kaartje een - voor hen - belangrijke
gebeurtenis uit het tijdvak of hoofdstuk opschrijven.
Op de achterkant van het kaartje moeten ze het jaartal
van de gebeurtenis schrijven. Zo maken de leerlingen
acht (of meer) kaartjes met belangrijke gebeurtenissen.
Verzamel alle kaartjes van elk tweetal en geef
vervolgens aan een tweetal de kaartjes die door een
ander tweetal zijn gemaakt. De leerlingen moeten deze
kaartjes met gebeurtenissen vervolgens op chronologische
volgorde leggen. Als beide leerlingen het eens zijn met
de volgorde mogen de kaartjes worden omgedraaid.
De leerlingen kunnen zelf controleren of ze het goed
hebben gedaan.
Om leerlingen beter te maken in het beantwoorden van
chronologievragen is het zinvol om vooral feedback te
geven op het proces. Bij formatief handelen ligt de
focus op het verbeteren van de aanpak van de leerling en
niet in de eerste plaats op het verbeteren van het
resultaat van deopdracht waarmee ze bezig zijn. Focus
dus op betere resultaten op de lange termijn. Je kunt
hierbij onderscheid maken tussen feedback op strategisch
niveau en op het niveau van historisch denken en
redeneren.
Op strategisch niveau
Vraag leerlingen hoe zij de opdracht hebben aangepakt.
Hebben ze bijvoorbeeld bij elke gebeurtenis aangegeven
in welke periode deze heeft plaatsgevonden?
Niveau van historisch denken en redeneren
Vraag leerlingen bijvoorbeeld:
• of ze hebben nagegaan waarom een bepaalde gebeurtenis
eerder of later moet hebben plaatsgevonden dan een
andere gebeurtenis.
• of ze hebben gekeken of er logische volgordelijke
relaties tussen gebeurtenissen zijn.
Zie ook het artikel over Feedback op Histoforum. Wat is goede feedback? Tips voor effectieve feedback.
3. Feedforward (hoe komt de leerling naar de gewenste situatie?)
De
Feedforwardfase kan samenvallen met de feedback fase,
namelijk dan wanneer je met leerlingen praat over hun
prestaties en hen vraagt waar ze moeite mee hadden. In
dat geval geef je hen natuurlijk direct tips voor het
verbeteren van hun leerproces.
Als je de prestaties van de leerlingen diagnostisch toetst (bijvoorbeeld via een toets met open- of gesloten vragen al dan niet met behulp van instrumenten als Socrative of Mentimeter) kun je pas achteraf individueel of klassikaal tips geven. In dat geval is er wel sprake van een afzonderlijke fase.
Meer lezen?
Een uitgebreide versie van formatief handelen en chronologie staat als Word-bestand op Histoforum. Voor een nog uitgebreidere versie met informatie over Constructive Alignment, Backward Design en het formuleren van leerdoelen, klik hier.
Oefenen met chronologie
Leerlingen kunnen op Histoforum oefenen met examenvragen die betrekking hebben op chronologie die betrekking heeft op langere perioden. Laten we het oriëntatiekennis van chronologie noemen.
Meer voorbeelden
* Formatief handelen in relatie tot standplaatsgebondenheid.
* Formatief handelen in relatie tot interpretatie (en standplaatsgebondenheid)
* Formatief handelen in relatie tot causaliteit 1: oorzaken van historische gebeurtenissen
* Formatief handelen in relatie tot causaliteit 2: gevolgen van historische gebeurtenissen
* Formatief handelen in relatie tot het werken met bronnen.
* Formatief handelen in relatie tot continuïteit en verandering
Copyright Albert van der Kaap, 2019