Veldpost in W.O.I |
||||
Veldpost 13 | ||||
|
Het bergen en begraven van lijken aan het westfront De getallen varieren, maar alleen al in de eerste beide jaren van de oorlog sterven er vermoedelijk meer dan twee miljoen soldaten op alle fronten. Tijdens de gevechten is het meestal niet mogelijk de doden te begraven. Hooguit worden ze in haastig gegraven massagraven gelegd. Slechts een enkeling krijgt een individueel graf op een van de nabijgelegen kerkhoven. Na de oorlog wordt in veel Fransen gemeentes geëist dat de lijken van de vijanden worden verwijderd. Om die reden wordt in het verdrag van Versailles vastgelegd dat er buiten de dorpen grote militaire begraafplaatsen moeten komen. Willi Lutz, Vizefeldwebel, geboren in 1891, sneuvelt in juni 1916 in Noord-West Frankrijk.
Hij wordt in eerste instantie begraven op het nabijgelegen dorpskerkhof.
Na de oorlog wordt hij herbegraven: Lille zuid, Kriegsgräberabteilung, Graf Nr. 2091. "Heute abend kam ich mit meinen beiden Hausfrauen zum erstenmal ins Gespräch. Sie sagten, sie beten täglich zu ihrem Gott, daß der Krieg bald aufhöre, ob ich auch dies bete ? Ich blieb ihnen die Antwort schuldig. Sie sagte weiter: La querre, grand malheur (der Krieg, großes Unglück). Ihre beiden Männer im Feld, keine Korrespondenz, keine Zeitung, kein Brot, keine Kohlen usw. In allem auf Deutschland angewiesen. Die eine der beiden Frauen zeigte auf ihre Nähmaschine und erzählte mir, diese sei sehr gut. Seit 15 Jahren keine Reparatur. Ich schaute näher hin und lese "Singer". Ich sagte, das ist ein deutsches Fabrikat. In Deutschland alles sehr gut. Sie lachte bejahend und sagte: Auch die Soldaten, die deutschen Soldaten, sind sehr sehr gut, aber naiv. Sie glauben alles, was in den deutschen Zeitungen steht. " Willi Lutz wordt op jet dorpskerkhof van Marquillers in Nord-West Frankrijk begraven. Hoe moeilijk het is om de doden te begraven beschrijft Ludwig Reder.
Hij is het hulpje van een stafarts, die in juni 1917 an aan het
westfront sneuvelt. Ondanks alle problemen krijgen hoge officieren ook
na hun dood nog een voorkeursbehandeling. Reder bericht op 22 juni 1917
in een brief aan de zuster van de overledene:
|
|||
© 2000-2005 Albert van der Kaap, Enschede. Alle rechten voorbehouden. |