artikelen over geschiedenis didactiek
Een eeuw van macht
De negentiende eeuw is misschien wel een der meest wonderlijke periode uit de geschiedenis. Het was een tijd waarin alles wat als modern werd gezien ongelooflijk snel ouderwets bleek te zijn, waarin enorme steden binnen één generatie uit de grond verrezen, nieuwe Europese landen werden gevormd en mensen voor het eerst bijna direct over een afstand van duizenden kilometers konden communiceren. Wat al deze veranderingen gemeen hadden, was het streven naar macht bij alle rangen en standen, van de bankier die op economische macht uit was tot de horige die onder het juk van zijn landheer probeerde uit te komen, van de ingenieur die het milieu ondergeschikt maakte aan het maatschappelijk belang tot de psychiater die de wetenschap gebruikte om de menselijke natuur te onderdrukken.
Inhoud
Een eeuw van macht. Een wereld van grenzeloze Europese arrogantie
De negentiende eeuw is misschien wel een der meest wonderlijke periode uit de geschiedenis. Het was een tijd waarin alles wat als modern werd gezien ongelooflijk snel ouderwets bleek te zijn, waarin enorme steden binnen één generatie uit de grond verrezen, nieuwe Europese landen werden gevormd en mensen voor het eerst bijna direct over een afstand van duizenden kilometers konden communiceren. Wat al deze veranderingen gemeen hadden, was het streven naar macht bij alle rangen en standen, van de bankier die op economische macht uit was tot de horige die onder het juk van zijn landheer probeerde uit te komen, van de ingenieur die het milieu ondergeschikt maakte aan het maatschappelijk belang tot de psychiater die de wetenschap gebruikte om de menselijke natuur te onderdrukken.
Richard J. Evans geeft een volledige beschrijving van de
revoluties, de oorlogen en de opbouw van rijken die de
negentiende eeuw markeerden. De eeuw van de macht is
een boek van een historicus op het hoogtepunt van zijn kunnen en
essentieel voor iedereen die probeert inzicht te krijgen in het
Europa van toen én nu.
Hij heeft het uiteraard over de politieke en sociale
omwentelingen, zoals de eenwording van Italië en Duitsland, de
ontvoogdingsstrijd van de arbeiders, de opkomst van het
feminisme en de afschaffing van de slavernij. Doch schijnbaar
triviale onderwerpen komen evenzeer aan bod. Wat vertelt de mode
in snorren en baarden over een tijdperk? Wat betekende de
uitvinding van de fiets voor de ontwikkeling van de
vrouwenbeweging?
Tegelijk toont hij aan dat deze eeuw alle kiemen in zich droeg
die zouden leiden tot de Eerste Wereldoorlog.
De eeuw van Europese wereldmacht en onvoorstelbare Europese
arrogantie startte onder een ongunstig gesternte. 1815 bracht
niet alleen het einde van Napoleon in Waterloo. Maar ook de
natuur roerde zich opvallend met de uitbarsting van de vulkaan
Tambora op het eiland Soembawa (huidig Indonesië), ‘de grootste
natuurramp sinds mensenheugenis’, die het jaar zonder
zonneschijn veroorzaakte met onvermijdelijk wereldwijd slechte
oogsten en hongersnoden als gevolg het volgende jaar (1).
Een uitstekende recensie van De eeuw van de macht vind je op
Historiek.
Dat laat mij toe in te zoomen op een aantal andere m.i.
belangrijke onderdelen.
Er zijn boeken die een hele bibliotheek samenvatten, ze zelfs
vervangen.
Dit boek bevat over zijn hele 1102 bladzijden effectief een hele
bibliotheek informatie over de meest uiteenlopende thema’s. Het
levert een ideale introductie, een overzicht voor iemand die
zich ruimschoots wil oriënteren over een zeer breed gamma van
interessepunten en chronologie. Maar dat bakent meteen ook de
parameters af. Evans’ stijl is wat ik noem:
analytisch-synthetisch. Soms echter is de auteur te synthetisch
en laat je achter met het onbevredigde gevoel dat je aanvullende
literatuur nodig hebt, zeker over onderwerpen waarvan je dacht
dat je ze in je studieperiode diepgaander had gekregen. Dat
pogen we op te vangen in de voetnoten en de literatuurlijst.
Even verduidelijken met enkele relevante voorbeelden, die niets
afdoen van de waarde van het boek, laat dat duidelijk zijn.
1. De Belgische afscheiding. Wij willen Willem weg, p. 125 e.v.
Voor de lezers van deze site uiteraard een belangrijk onderwerp.
Evans geeft een goede synthese voor een internationaal
doelpubliek, maar voor ons gaat hij er wat te snel overheen.
En met een aantal onjuistheden. Brussel was een
hoofdzakelijk Vlaamse stad, geen Franstalige zoals Evans
verkeerdelijk meldt, maar kende wel een Franstalige
elite. Hun aantal groeide reeds sinds de Bourgondische
periode (ca. 1500) en nog meer sinds de Franse tijd (tot
1815). Antwerpen telde (net als Gent en veel andere
opkomende industriesteden) zeer veel orangisten, maar
zeker geen protestantse meerderheid (p. 127). Ook in het
onafhankelijke België zouden de orangisten nog decennia
een geduchte macht met veel invloed blijven. Zij waren
niet vergeten wat ze aan de industriële politiek van
Willem I te danken hadden (Witte, 2014).
Een tweede voorbeeld: in augustus 1831 vielen de Nederlanders inderdaad het kersverse België binnen, zoals Evans schrijft. Ze bezorgden het samengeschraapte Belgische leger op de as Eindhoven – Hasselt – Leuven om de paar kilometer een flinke pandoering, waarover hij niet rept, alvorens “Leopold snel een Frans leger te hulp riep, dat de Nederlandse soldaten verdreef (p. 129).”
‘Een wonder van politieke scheikunde. Dat was de Belgische
afscheiding van 1830. Niemand had het zien aankomen, weinigen
hadden het echt gewild. En toch gebeurde het’.
(Op de Beeck 2015, Inleiding)
In 1980 zond de toenmalige BRTN-wetenschappen een twaalfdelige
reeks uit (van 45 minuten per deel) over 150 jaar Belgen.
De eerste aflevering, Wij willen Willem Weg, behandelde de
Belgische afscheiding uit het Verenigd Koninkrijk der
Nederlanden (1830). Door een lacune in het contract kwamen de
rechten van deze aflevering toe aan de eindauteur dr. Edward De
Maesschalck, die ze afstond aan de VVLG (Vlaamse Vereniging voor
Leraren Geschiedenis & Cultuurwetenschappen), waar ze jarenlang
tegen een zeer gunstige prijs op video aangeboden is aan
leraren. Onder de titel Beeldvorming over het Verenigd
Koninkrijk en de Belgische afscheiding tref je op de
website een
uitvoerige bespreking van inhoud en productieproblemen
(zoals het omzetten van geleerde wetenschappelijke bijdragen van
professoren in bruikbare televisietaal en –beelden) plus
uitgeteste tips voor didactische verwerking.
Sterk aanbevolen!
Opmerkelijk is de invalshoek van De Maesschalck. Hij bekijkt de
gebeurtenissen tussen 1815 en 1830 vanuit het standpunt van
Willem I. In de commentaartekst zegt hij: "Pogen wij ons in te
leven in de verliezende partij: Willem I, koning der
Nederlanden. Voor hem was 1830 een regelrechte nachtmerrie. Want
de man had zijn best gedaan. Hij heeft gepoogd een goede vader
te zijn voor zijn onderdanen, ook die van het Zuiden."
Het oordeel over Willem I is niet alleen in deze uitzending maar
ook in de huidige generatie Vlaamse schoolboeken veel positiever
dan vroeger. In een handboek economie (dat een hoofdstuk
grondwettelijk recht bevatte), ca. 1980 in gebruik in het Vlaams
voortgezet onderwijs, gaf men als enkele van de belangrijkste
oorzaken voor de Belgische opstand aan: ‘Willem legde het
Nederlands op in het hele land en wilde het protestantisme
opdringen, waar zijn katholieke onderdanen in het Zuiden
godsdienstvrijheid eisten.’
Op 20 oktober 2018 is in Gent
dit bronzen standbeeld onthuld van Willem I, koning der
Verenigde Nederlanden. In zijn hand houdt hij de
stichtingsoorkonde van de universiteit van Gent. Een
burgercomité zamelde 24.000 euro in voor het beeld, de
Vlaamse regering droeg 9.000 euro subsidie bij.
Dit was een manifest verkeerde voorstelling van de feiten.
Willem was in zijn door de mogendheden opgelegde grondwet
verplicht tot godsdienstvrijheid, wat zijn katholieke onderdanen
in het Zuiden, hun geestelijken op kop, een doorn in het oog
was. Zij wilden restauratie van de situatie tijdens het Ancien
Régime, met name: staatskerk en dus de afschaffing van de
scheiding tussen kerk en staat. Zijn taalpolitiek had tot doel
in Vlaanderen en (het toen nog hoofdzakelijk Vlaamse) Brussel
het Nederlands als officiële taal te herstellen, waartoe de
Franstalige ambtenaren vijf jaar kregen om de taal aan te leren.
Veel hedendaagse Vlaamse historici zien de belangrijkste reden
van de afscheiding in de mentaliteit van deze Franstaligen, met
name hun racistische minachting tegenover een in hun ogen
volstrekt inferieure taal. In hoeverre deze visie gekleurd is
door hedendaagse ervaringen met een nog steeds ongewijzigde
geesteshouding van velen onzer Franstalige broederen, is de
vraag. Ik ben geneigd ze te onderschrijven, daar persoonlijke
ervaring gesteund wordt door documenten ca. 1830. In deze optiek
zijn de meeste andere argumenten opgeklopte rationaliseringen
achteraf. Wat uiteraard niets afdoet aan hun gewicht in 1830,
daar ze voor de tijdgenoten reële waarde hadden. Vlaamse
historici zijn dan, eveneens in deze optiek, geneigd 1830 te
beschouwen als een tweede historische gemiste kans, na de
Pacificatie van Gent in 1576, toen de humanistische,
verdraagzame visie van Willem van Oranje al spoedig getorpedeerd
werd door fanatici aan protestantse en katholieke zijde, wat zou
leiden tot de scheiding van de Nederlanden.
2. Geplunderd Afrika
De Europese arrogantie, machtswellust en hebzucht komt nergens
krasser tot uiting dan in de ‘scramble for Africa’, de
vanzelfsprekende manier waarop de Europese naties Afrikaans
grondgebied in bezit namen, door willekeurige lijnen de grenzen
op de kaart afbakenden zonder rekening te houden met de
autochtone volkeren en de ‘inferieure’ inboorlingen meedogenloos
uitbuitten. Niet dat het elders beter was: Australië met de
jacht op de Aboriginals als sport; de uitmoording van de
Tasmaniërs enz. (vanaf p. 969).
De racistische minachting voor de ‘wilde, ongeciviliseerde
neger’ is ronduit stuitend. De beroemde Engelse
ontdekkingsreiziger Richard Burton schreef in 1860, toen hij de
oevers van het Tanganjikameer bereikte, het volgende:
‘De studie van de neger is de studie van mensen zonder
geestelijke ontwikkeling. Hij zou veel liever een gedegenereerde
blanke willen zijn dan een wilde, die moeizaam de eerste stappen
zet op de weg naar ontwikkeling, als het hem niet zo totaal
onmogelijk was zijn toestand te verbeteren. Het lijkt me toe dat
hij behoort tot een van die kinderlijke rassen, die nooit het
peil van Mens bereikend, als een versleten schakel terugvallen
uit de lange keten van natuurlijk leven.’
Eén rotsvaste overtuiging hebben alle Europese naties nog
gemeen: elke staat die zich respecteert heeft kolonies nodig.
Begin twintigste eeuw was haast heel Afrika na veel
bloedvergieten en complete genocides verdeeld onder de
kolonisatoren.
Dat gevoelen van minachting, gekoppeld aan het algemene
imperialisme verklaart het gemak waarmee de Europese
grootmachten hun veroveringen gewelddadig uitvoerden en
goedpraatten. Noord-Afrika, de Engels-Egyptische Soedan en de
madhistenopstand laten we hier buiten beschouwing (2). Zie de
bespreking bij de film
Khartoum.
Wij beperken tot ‘Zwart Afrika’. Voor een meer
cultuurhistorische benadering in de vroegere cultuurgeschiedenis
en de kolonisatie van Benin (West-Afrika, huidige Nigeria): zie
op deze site
Een geschiedenis van de wereld in 100 voorwerpen
(deel 3).
Voor die van de Asjanti in het huidige Ghana, zie
Asjanti,
koninkrijk van het goud.
Slechts enkele van de vele voorbeelden die Evans geeft.
Toen de Engelsen in 1834 vruchtbaar land van de Xhosa
annexeerden, een landbouwersvolk waaruit later Nelson Mandela
zou voortkomen, veroverden die het gebied weer. De
gouverneur-generaal Benjamin D’Urban verklaarde dat de Xhosa
moesten worden uitgeroeid. Het stamhoofd werd doodgeschoten en
zijn oren afgesneden als trofee! De nieuwe Engelse regering
onder leiding van Lord Melbourne (1779-1848), die ontsteld was
door het optreden van D’Urban en vreesde voor torenhoge kosten
bij constante oorlogsvoering, sloot een compromis en trok zich
terug van het Xhosaland ( p. 972). Dat werd niet positief
ontvangen door de van Nederlandse immigranten afstammende star
calvinistische Boeren. Die trokken tussen 1835 en 1837 in
karavanen met ossenwagens noordwaarts in hun beroemde ‘Grote
Trek’. Hierbij kwamen ze in botsing met de Ndebele en vooral met
de krijgszuchtige Zoeloes.
Conflicten tussen de Britten en Boeren en met de Zoeloes bleven
tientallen jaren aanhouden. Britse arrogantie leidde in 1879 tot
een zware nederlaag bij Isandlwana (zie hiervoor de bespreking
bij de film
Zulu uit1964.)
Met de Boeren waren de Britten nog niet klaar. Dat zou nog twee
Boerenoorlogen
vergen tot en met 1902 … en de invoering van de eerste
concentratiekampen.
De Duitsers kwamen pas laat op het toneel van kolonisatie, daar
alle inspanningen tot 1870 gericht waren op de eenmaking van het
land onder Bismarck en Pruisen.
Zij zouden de kroon op het werk zetten met de genocide van de
Herero en Nama in Duits-Zuidwest-Afrika, het huidige Namibië, in
1904 (p.964). De twee volkeren werden praktisch uitgemoord! Dit
kent een weerklank tot op de huidige dag: bij het werken aan dit
artikel verscheen volgende
Bijlage.
Extreem geweld en volkerenmoord vormden trouwens een constante
in de verschillende andere Duitse kolonies als Duits
Oost-Afrika, Togo en Kameroen. Vreemd genoeg kon dat bijna
geruisloos gebeuren, vergeleken met de internationale, vooral
Britse ophef rond de situatie in Centraal-Afrika.
3. Leopold II en zijn Kongo - Vrijstaat, p. 976 e.v.
Over Leopold II van België en zijn ‘Kongo – Vrijstaat’ schrijft
Evans de bitterste, zwartste bladzijden die ik ooit gelezen heb.
Indien zijn cijfers kloppen, is het nog erger dan ik wist. En
dan ben ik voor het schoolboek Fundamenten 5 (1993) na heel wat
studie de verantwoordelijke voor het hoofdstuk over die
Kongo-Vrijstaat, een van de eerste keren dat in een Vlaams
schoolboek negatief over Leopold II en de Europese kolonisatie
bericht werd in zowel basistekst als bijgevoegde documenten (3).
In 1885 slaagde Leopold erin om de controle te verwerven over
Congo, dankzij uitgekiende public relations, overtuigingskracht,
misleiding, omkoperij en bijkomende investeringen met eigen
geld. De imperialistische grootmachten van het moment lieten hem
begaan omdat ze elkaar dat gebied niet gunden. Leopold was voor
hen allen het mindere kwaad: de koning van een klein landje kon
de internationale geostrategische balans toch niet in gevaar
brengen.
Wat Leopold ooit had voorgesteld als een wetenschappelijke en
humanitaire missie, eindigde voorlopig, vooraleer de Belgische
regering daar erg in had, in een autonome vrijstaat. Omdat
België nog altijd van geen kolonies wilde weten, gaf het zijn
koning dan maar de toestemming om tegelijkertijd het staatshoofd
van die vrijstaat te worden.
Leopold regeerde als een autocratische vorst over het immens
grote land ('tachtig keer zo groot als België') en zijn
rechteloze Afrikaanse onderdanen. De vrijstaat was een militaire
dictatuur, bestuurd door een internationaal legertje van
ingehuurde officieren en ambtenaren - de koning zou er nooit een
voet zetten. Om de zaak leefbaar te houden, deelde hij
concessies uit aan internationale bedrijven om het land te
exploiteren. Een centraal gedeelte, het zogeheten Kroondomein,
reserveerde hij als absoluut privébezit voor zichzelf.
Het schandaal groeit
De vrijstaat was geen land, maar een bedrijf. Het moest vooral
snel veel geld opbrengen, ook omdat Leopold er zich flink voor
in de schulden had gestoken. Daarom startte hij een massale
exploitatie van wat het snelst geld kon opbrengen: ivoor en
rubber.
Om het rendement hoog te houden, werden de Congolezen tot
dwangarbeid verplicht. Desnoods met geweld, met gijzelingen, het
vernietigen van voedselvoorraden of het afhakken van handen van
weerspannigen of hun kinderen. Dat dwangregime ontwrichtte de
lokale economie. De eenzijdige grondstoffenexploitatie, toen en
later, zou de Congolese landbouw definitief ten gronde richten.
Over die schandalen hebben wij op school nooit wat gehoord.
Leopold werd integendeel in de bloemen gezet en verheerlijkt als
‘onze grootste koning.’
Ik zie nog de verbazing, woede en verontwaardiging op de
gezichten van mijn medestudenten toen we aan de universiteit
voor het eerst kennismaakten met de werkelijke toedracht. Een
ontdekking, en geen prettige! Bij allen overheerste hetzelfde
gevoel: wat zijn wij en het hele land levenslang door ons
onderwijs belazerd! Kritiek op Leopold was tot dan toe beperkt
gebleven tot zijn liederlijk seksleven. De waarheid drong
slechts langzaam en met mondjesmaat door. En werd nog lange tijd
niet door iedereen aanvaard.
Dat mocht Edward De Maesschalck, eindredacteur van de reeds
vermelde televisiereeks 150 jaar Belgen, nog in 1980 ervaren:
voor de aflevering over de Belgische kolonisatie van Kongo werd
tegen de auteur klacht neergelegd wegens majesteitsschennis. Die
werd echter na een kort gesprek met de rechter uitermate
discreet geseponeerd!
Wij willen Leopold weg!
Standbeelden. Heel België is bezaaid met standbeelden van
Leopold II, van protserige of heroïsche ruiterbeelden, tot
eenvoudige borstbeelden.
Iedere stad, iedere gemeente die zich respecteerde plaatste er
een “ter ere van onze grootste koning, onze meest visionaire
vorst, te groot voor zijn kleine land. De Koning-Bouwer: de
koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis en het Legermuseum
in het Brusselse Jubelpark, het Afrikamuseum in Tervuren. En
vooral: de vorst die ons Congo heeft geschonken, 80x groter dan
België; Bestrijder van de Arabische slavenhandel, de Brenger van
Beschaving aan de wilde negers”.
Ook in mijn woonplaats, Hasselt (Belgisch Limburg) is er een
standbeeld voor de koning. Weggestopt achter het monument voor
de gesneuvelden in twee wereldoorlogen, in een uithoek van het
Kolonel Dusartplein (4). Bij de inhuldigding in 1952 waren alle
schoolkinderen aanwezig, zwaaiend met papieren Belgische
vlaggetjes.
‘Hulde aan Zijne Majesteit Leopold II en aan al zijn Limburgse
medewerkers’(uit 31 gemeenten, van Beek tot Zolder), zo staat er
te lezen op het metersbrede monument. Links onder het borstbeeld
van de koning: een missionaris en het opschrift BESCHAVING;
rechts een soldaat en opschrift BEVRIJDING. Centraal is onderaan
een gedenkplaat toegevoegd met de namen van in het tot Zaïre
omgedoopte Congo vermoorde Limburgers 1960-1965.
Reisden die medewerkers af naar het verre Afrika om in de
Kongo-Vrijstaat hun sadisme bot te gaan vieren? Of idealistisch
om effectief beschavingswerk te verrichten? Wie zal het zeggen.
Opvallend is dat zeer velen erg jong overleden zijn. In die
begindecennia stierven de blanken als vliegen. Dat zou later nog
eens herhaald worden bij de eerste missiezusters.
Meezwalpend op de golven van internationale politiek-correcte
hysterie is er de laatste jaren ook in België een tendens om de
standbeelden van Leopold omver te werpen. Of te bekladden. (Op
het onderwerp hoop ik in een afzonderlijk artikel terug te
komen, omdat het onze gevaarlijk kortzichtige opvattingen over
omgang met geschiedenis demonstreert).
Ook in Hasselt. Studenten aan de plaatselijke hogeschool stelden
drie voorbeelden voor, waarbij het monument onherkenbaar zou
verminkt worden.
Bij een van de ontwerpen zouden de bestaande zijpanelen, met
daarop een missionaris en de woorden ‘beschaving’ en
‘bevrijding’, worden vervangen door foto’s van slachtoffers van
Leopolds wandaden.
Idesbald Goddeeris, hoogleraar geschiedenis aan de KU Leuven,
die geraadpleegd werd over de hele problematiek, vertolkt
precies wat ook onze mening is. “Het bewind van Leopold II in
zijn ‘privékolonie’ Kongo-Vrijstaat, van 1885 tot 1908, stond
bekend voor zijn wreedheid. Het probleem is niet dat ene
standbeeld, maar dat er heel veel van zijn… Laat de standbeelden
dus overeind en leg hun betekenis uit. We kunnen de geschiedenis
niet veranderen. Maar we kunnen haar wel herschrijven en
onderwijzen op basis van wetenschappelijk onderzoek.”
De standbeelden verwijderen? Omvergooien zoals dat van Saddam
Hoessein in Irak? Of Lenin na de val van de Sovjet-Unie? Of
zoals Stalin deed op een beroemde foto uit 1920 van Lenin als
redenaar, waar hij Trotski en Kamenev liet verdwijnen, die hij
had laten executeren?
Zo kunnen we nog een heel eind verder doorgaan (5). Tot en met
Tienanmenplein, Beijing 1989. Een student verspert een hele
tankcolonne de weg. In het jaaroverzicht op video-cd, was de
student uit de beelden verdwenen: digitaal weggegomd uit de
historische realiteit. Of om hier voorlopig te besluiten met de
verwoesting van Palmyra (Syrië) in 2015 door Islamitische Staat.
Denk je daarmee ook het verleden te verwijderen, al dan niet met
zijn mistoestanden? Dit komt neer op een damnatio memoriae
(vervloeking van de herinnering) zoals het wegbeitelen van namen
op de tempels in het Oude Egypte. Het enige dat daaruit ooit
positief is voortgekomen: de ontdekking van de ‘vergeten’, uit
de geschiedenis geschrapte farao Toetanchamon door Howard Carter
in 1922! Maar het betekent wel:
geschiedenisvervalsing!
Het stadsbestuur in Hasselt nam een wijzere beslissing. Sinds ik
bovenstaande foto van het monument nam, is er in 2018 een
opvallende tekstplaat aangebracht.
Dit monument werd in 1952 opgericht ter ere van alle Limburgers
die stierven in Kongo-Vrijstaat tussen 1885-1908. De periode
waarin de Belgische koning Leopold II het land als zijn
privédomein beheerde. Van 1908 tot en met 1960 werd het gebied
een kolonie van België. |
Wat soft van tekst? Het is de uitdrukkelijke bedoeling van het
stadsbestuur dat scholen, ook van het basisonderwijs, het
monument bezoeken en in de lessen behoorlijke, correcte
toelichting krijgen. Leerlingen hoeven in de toekomst niet meer
zo belazerd te worden als wij indertijd!
Zie ook de bijlage: Het vernieuwde AfricaMuseum in Tervuren.
Na het publiceren van dit artikel verscheen een merkwaardig boek van een Congolese auteur dat in zekere zin een gedeeltelijke rehabilitatie inhoudt van Leopold II (zeker afgezet tegen het onbewind van de huidige corrupte regeringen): Nzeza Kabu Zex-Kongo, J.-P. , Léopold II. Le plus grand chef d’Etat de l’histoire du Congo (2019).
Nawoord. Dekolonisatie, racisme en ‘inferieure rassen’
Hier gaan we even een flinke brok buiten het kader.
In de ‘scramble for Africa’ is de domme, racistische Europese
arrogantie de gemeenschappelijke noemer. Stopte dat in Congo in
1908 bij de overdracht van het gebied aan België? Natuurlijk
niet.
Het eurocentrische superioriteitsgevoelen stoelde op onbegrip,
gebrek aan kennis en daardoor minachting voor alles wat de
blanken niet begrepen, wat niet beantwoordde aan hun normen: de
gebruiken, kleding –of vooral het ontbreken daarvan- muziek enz.
‘Hetzelfde gold voor het bredere perspectief van het
maatschappelijk leven. Voor deze Europeanen was de Afrikaanse
muziek, de dans, de mime en het schouwspel niet meer dan een
wild en verdorven toegeven aan de zonden van het vlees. Voor
Afrikanen sprak uit dergelijke opvatting een zinloze
onverdraagzaamheid of een betreurenswaardig onvermogen tot het
uiten van vreugde. In de verslagen is veel te vinden waaruit dit
blijkt.’ (Davidson, Afrika, 1984,
p. 132-133).
Jared Diamond verduidelijkt, decennia later: ‘Ik was nogal
naïef. Uit het feit dat de Papoea's stenen werktuigen
gebruikten, geen kleren droegen en het schrift niet kenden,
leidde ik aanvankelijk af dat ze primitief waren (6).
Journalisten vragen regelmatig aan auteurs om een dik boek in
één zin samen te vatten. Voor dit boek bestaat er zo'n zin: 'De
geschiedenis heeft voor verschillende volkeren een verschillende
loop genomen als gevolg van verschillen in het milieu van die
volkeren, niet vanwege biologische verschillen tussen de
volkeren zelf. Dat verschillend tempo in ontwikkeling en
technologisch niveau heeft niets te maken met raciale
superioriteit, maar alles met geografie.’
Later formuleerde hij de stelling dat de doorsnee Papoea of San
(Bosjesman) verre van dom is, intelligenter dan -pak weg- de
doorsnee Amerikaan. Intelligenter moet zijn, of hij overleeft
het niet in de jungle of de Kalahari! De school is het leven, en
zakken voor het examen betekent de dood.
België bleef een volkomen wit land, in tegenstelling tot
Nederland waar men al eerder ervaring had met gekleurde buren
uit Suriname of de Molukken. De eerste kennismaking met zwarte
Afrikanen, buiten het kader van missiefilms e.d., gebeurde pas
met het Congolese dorp op de Brusselse Wereldtentoonstelling van
1958 – die een grote invloed zou hebben op de dekolonisatie,
waar geen van beide partijen op dat ogenblik ook maar enig idee
van had. Ze zou amper twee jaar later, op 30 juni 1960 volgen,
in de hoofdstroom van de meeste Afrikaanse landen.
Als de kolonisatie een misdaad tegen de menselijkheid was, dan
geldt hetzelfde voor de manier waarop de dekolonisatie gebeurde.
Zeker in Congo. De macht werd door de Belgen hals-over-kop
overgedragen. De onafhankelijkheid kwam onverwacht. Er was geen
zwarte elite klaargestoomd, geen universitairen, geen opgeleide
hogere militaire kaders. De Belgen dachten natuurlijk op alle
terreinen stevige vingers in de Congolese pap te houden. Liep
dat even anders! Het gevolg was een complete politieke en
humanitaire ramp die nu al meer dan een halve eeuw voortduurt,
tot op de dag van vandaag.
Ergens omstreeks 1965 hielpen vrienden een jong Congolees gezin,
waarvan de vader als een van de eerste Congolezen aan de
Leuvense universiteit studeerde. Op een dag, kort na zijn
aankomst in het land, vroeg hij om de Dijle te zien in Leuven.
Toen wij bij de rivier arriveerden, vloekte hij liederlijk in
het Vlaams, Frans en Lingala. “Is dat de Dijle? Dat beekje. Ik
kan er bijna over springen. Ik woon aan de oevers van de
Congostroom. In het regenseizoen kun niet eens de andere oever
zien! Op school bij de paters moesten we de loop van de
Belgische rivieren uit het hoofd leren: de Schelde, de Demer
enz.” In het verdere gesprek bleek dat zij Belgische
aardrijkskunde kregen en Belgische geschiedenis, met dezelfde
schoolboeken die ook ons basisonderwijs vergalden. Ik stond
stomverbaasd: dit was mijn eerste kennismaking met wat de
beroemde Braziliaanse pedagoog Paulo Freire (1921-1997) ‘mentale
kolonisatie’ noemt. De kolonisator ‘bezet’ de geesten van de
gekoloniseerde: die heeft geen eigen geschiedenis voor de
aankomst van de ‘ontdekkers’. En geen taal: zelfs geleerde
Zuid-Amerikaanse professoren spreken van ‘dialecto’ en niet van
taal – Freire schreef vanuit een Latijns-Amerikaanse context.
In Belgisch-Congo nam dat soms potsierlijke vormen aan.
Voornamelijk Belgische missionarissen en missiezusters legden
een zeer uitgebreid netwerk van basisscholen over het hele land.
Het voortgezet onderwijs volgde wat schoorvoetend: er waren
opgeleide lagere ambtenaren nodig voor de administratie.
Congolezen konden de eretitel ‘evolué’ verwerven als ze een
examen aflegden in blanke gewoontes, met mes en vork eten,
Europese kleren dragen enz. Lovanium, de eerste universiteit,
werd pas in 1954 gesticht als een afdeling van de Katholieke
Universiteit Leuven en werd dan ook genoemd naar de stad.
(Lovanium is Latijn voor Leuven.)
Ging het na de onafhankelijkheidsgolf beter met Congo? Met heel
het zwarte continent?
Mobutu, Kabila, Mugabe… Noem me één land dat min of meer
behoorlijk bestuurd wordt!
Congo is een heel rijk land. Rijk aan kostbare grondstoffen.
Congo is een heel arm land. Congo wordt nog steeds
hartstochtelijk en gewelddadig geplunderd.
Zowel Lieve Joris (Terug naar Congo, 1987) als David van
Reybrouck (Congo, 2010) verhalen dat hun inheemse zeglieden
vroegen: “Kunnen de Belgen niet terugkomen en de boel weer
overnemen?”
Dit betekent niet dat het toen beter was, wel dat de toestand
daarna zoveel slechter werd! Op elk terrein van het dagelijks
leven. Klasmakkers en kennissen, die meestal tot 1967 actief
waren in onderwijs en luchtvaart, bevestigen dit. (Ze werden op
de punt van de bajonetten het land uitgeschopt na de muiterij
van Jean Schramme en zijn huurlingen).
Slot. Onderwijs en racisme
In het (Vlaamse) schoolboek Algemene aardrijkskunde voor het 4de
jaar voorgezet onderwijs (15-16 jarigen) stond een uitvoerig
hoofdstuk Menselijke aardrijkskunde. Het begon met de
verschillende rassen: een ‘neger’ op de laagste trap, dan
opklimmend de andere ‘kleuren’ tot de hoogste trap met –wat
dacht je- het blanke ras. In het eerste handboek, gedrukt in
1969, waaruit ik zelf les gaf was dat vervangen door een
hoofdstuk De levenswijzen, met op de laagste trap de
jagers-verzamelaars, behorend tot De niet-produktieve
levenswijzen, met De moderne stedelijke levenswijzen als
uiteindelijk streefdoel. Kleine zijsprong: de laatste cijfers
voor de wereldbevolking dateerden uit 1967: 3, 492 miljard – in
2011 overschreden we de 7 miljard, 2016 toont 7,39 miljard!
Later verdween Menselijke aardrijkskunde uit het programma.
Jammer. Met behulp van een filmprojector plus een aantal 16
mm-films van ons Ministerie van Onderwijs kon ik mijn eerste
grote vakoverschrijdende en multimediale leereenheid opzetten,
die eigenlijk neerkwam op: “We zouden beter niet te hoog van de
toren blazen, we slagen er niet in de problemen van deze planeet
op te lossen en het zal alleen maar erger worden. Van zogenaamde
primitieve volkeren kunnen we nog heel wat leren (7)”.
De leereenheid werd later op haar beurt voor verschillende
oud-leerlingen inspiratiebron bij eindverhandelingen hoger
onderwijs en universiteit. Wat pleit voor de impact van deze
voor hen zo ongewone aanpak: een antropologische initiatie in
zogenaamde ‘primitieve’ niet – Europese culturen. Iets wat de
kolonisatoren van de vorige eeuwen blijkbaar volledig misten!
Meer Informatie
Baird, Julia, Victoria Koningin, Amsterdam, Nieuw Amsterdam,
2017, 740 blz.
Blom, Philipp, De duizelingwekkende jaren. Europa 1900-1914,
Amsterdam, De Bezige Bij, 2011, 756 blz. – ook als e-boek.
Bossenbroek, Martin, De
Boerenoorlog, Athenaeum - Polak & Van Gennep,
Amsterdam, 2012, 613 - 400 blz – ook als e-boek.
Caljé, Pieter & den Hollander, Jaap, De lange twintigste eeuw.
Van 1870 tot heden, Houten/Antwerpen, Het Spectrum, (1990) 2011,
11de druk, 1007 blz.
Davidson, Basil., Afrika, een groots continent, Haarlem,
Rostrum, 1984, 288 blz.
Dröge, Philip, De schaduw van Tambora. De grootste natuurramp
sinds mensenheugenis, Houten/Antwerpen, Het Spectrum, 2015, 229
blz.- ook als e-boek.
Hobsbawm, Eric (1917-2012), Een eeuw van uitersten. De
twintigste eeuw 1914-1991, Utrecht, Het Spectrum, 1995, 723 blz.
– ook als e-boek, 2010.
Joris, Lieve, Terug naar Congo, Atlas Contact, 1987 - e-boek,
2009.
Jung Chang, De keizerin. Het verhaal van de vrouw die bijna
vijftig jaar over China heerste, Amsterdam, Meulenhoff, 2013,
729 blz. - ook als e-boek.
Lis, Catharina & Soly, Hugo, Armoede en kapitalisme in pre-
industrieel Europa, Antwerpen, Standaard Uitg., 1986 – ook als
gratis PDF.
McLeod, M., The Asante, Londen, Brit. Museum, 1984, 192 blz.
(begeleidend boek voor de tentoonstelling Asante, Kingdom of
Gold, Museum of Mankind).
Nzeza Kabu Zex-Kongo, J.-P., Léopold II. Le plus grand chef d’Etat de l’histoire du Congo, Paris, Editions L’Harmattan, , 2019, 199 blz. ).
Olusoga, David & Erichsen, Casper, The Kaiser’s Holocaust.
Germany’s Genocide ande the Colonial Roots of Nazism,
Londen, Faber & Faber, 201, 400 blz.
Op de Beeck, Johan, Het verlies van België. De strijd tussen de
Nederlandse koning en de Belgische revolutionairen in 1830,
Amsterdam, Horizon, 2015, 397 blz.
Romein, Jan, Op het breukvlak van twee eeuwen. De westerse
wereld rond 1900, Amsterdam, Querido, 1976², 960 blz.
Spence, Jonathan, Op zoek naar het moderne China, 1600-1989,
Amsterdam, Agon, 1991, 835 blz..
Terraine, John, Het machtige werelddeel. De geschiedenis van
Europa in de 20ste eeuw, Amsterdam/Brussel, Elsevier 1975.
Tuchman, Barbara (1912-1989), De trotse toren. Een portret van
de wereld in de jaren 1890-1914, Amsterdam/Brussel, Elsevier,
1985³, 678 blz.
Tuchman, Barbara, De kanonnen van augustus. De eerste
oorlogsmaand 1914, Amsterdam, Agon, (1962), 1989 5de druk,
539blz.
Van Reybrouck, David, Congo, een geschiedenis, Amsterdam, De
Bezige Bij, 2010, 1016 blz. – ook als e-boek.
Von der Dunk, H.W., De verdwijnende hemel. Over de cultuur van
Europa in de twintigste eeuw, Amsterdam, Meulenhoff, 2000, 2
dln, 496 & 576 blz.
Vos, L. & Goddeeris, I., Een geschiedenis van Polen. De strijd
van de witte adelaar, Leuven/Den Haag, Acco, 2011³, 402 blz.
Wesseling, H.L., Verdeel en heers. De deling van Afrika
1880-1914, Amsterdam, Bert Bakker, 1991, 835 blz.
Wesseling, H.L., Europa’s koloniale eeuw. De koloniale
rijken in de negentiende eeuw 1815-1919, Amsterdam, Bert
Bakker, 2003, 396 blz.
Witte, Els, Het verloren koninkrijk. Het harde verzet van de
Belgische orangisten tegen de revolutie 1828-1850, Antwerpen, De
Bezige Bij,2014, 725 blz. – ook als e-boek.
Zamoyski, Adam, De fantoomterreur. Revolutiedreiging en de
onderdrukking van de vrijheid 1788-1848, Balans, 2015, 587 blz.
- ook als e-boek.
Sommige van de publicaties hierboven behandelen reeds de aanloop
tot de Eerste Wereldoorlog. Voor het chronologische vervolg, zie
op Histoforum Magazine:
Een spervuur van publicaties 1914-2014.
Verlinden, Peter, Zwarte trots, witte schaamte? Over kolonialisme en racisme, Uitg. Sterck & De Vreese, 2020, 158 blz. - vnl. p. 99 e.v. Moeten de standbeelden van Leopold II verdwijnen?
Films
Zulu
(1964)
Zulu Dawn (1979): een soort proloog op de vorige film (nog niet
besproken op deze site).
Op YouTube kan je de hele film bekijken & een aantal kortere
fragmenten plus een zeer interessante ‘Making of’ (opgenomen in
2002) waarvan de meeste elementen reeds in de oudere bespreking.
Khartoum
- Gr.- Britt. 1966 - DVD: 2004
Internet
Daens.
Een zoektocht naar de gevolgen van de industriële revolutie.
Een volledige leereenheid op Histoforum.
Zie eveneens op Histoforum Magazine 2018:
Een reis door tijd en ruimte in 100 voorwerpen (deel 3),
Ife en Benin
Noten
1. Dröge, Philip, De schaduw van Tambora. De grootste natuurramp
sinds mensenheugenis, Houten/Antwerpen, Het Spectrum, 2015, 229
blz.- ook als e-boek.
2. Wesseling, H., Verdeel en Heers. De deling van Afrika,
1880-1914, Amsterdam, Bert Bakker, 1991, 521 blz.
&
Churchill, W., My Early Life, Londen, Fontana Books,
1972, 8ste druk – ook als e-boek. We brachten fragmenten hieruit
over de Madhistenoorlog in de bespreking van Wilbur Smith,
Triomf van de zon.
en de film Khartoum (zie hoger bij Meer informatie)
&
Op de Joos de Rijcke-site:
De conquistadores wereldveroveraars
met oogkleppen, en daarin het hoofdstuk Afrika, de
zwarte mythe.
3. Martens, J., Nuytten, S. e.a. Fundamenten 5. De wording van
de moderne samenleving 1750-1918, Leuven, 1993, p. 280-287.
4. Dusart, commandant van het 11de Linieregiment, met Hasselt
als garnizoensstad. Hij sneuvelde in W.O. I bij de strijd om
Luik tegen de Duitse invallers in de nacht van 5 op 6 augustus
1914. Het naar hem genoemde plein was het wapenplein van zijn
regiment.
Louter toevallig ontdekten we een band met Leopold. In 1890
vertrok Dusart naar Kongo-Vrijstaat, toen nog privé-eigendom van
de Belgische koning. Hij verbleef er 3 jaar en streed tegen
Arabische slavenhandelaars vooraleer hij terugkeerde naar
België. In 1910 werd hij bevorderd tot luitenant-kolonel en in
1913 tot bevelhebber van het 11de Linieregiment, gekazerneerd te
Hasselt.
5. van den Berghe, G.,
Kijken zonder zien. Omgaan met
historische foto’s, Kalmthout, Uitg. Pelckmans,
2011, 205 blz.
6. Jared Diamond,
Zwaarden, paarden en ziektekiemen, Houten-
Antwerpen, Het Spectrum, (2000) 2013, 21ste druk – Guns, Germes
and Steel. The Fates of Human Societys, 1997. Evenzeer de moeite
waard:
Idem,
Ondergang. Waarom zijn sommige beschavingen verdwenen en
hoe kan de onze haar ondergang voorkomen?, Utrecht, Spectrum,
2004, 702 blz.– e-boek 2013 - Engels: Collapse.
Idem, Erfenis. Wat we kunnen leren van traditionele
samenlevingen, Het Spectrum, 2013 – The World until Yesterday,
2013.
7. Mundiale vorming, menselijke aardrijkskunde en moedertaal,
een project, in: Impuls, jg.10, 1979, nr.1, p. 14-29. Met veel
inspiratie uit onder meer Richard Leakey, Op het spoor van de
mens, Het Spectrum, 1981.
Referentie
De eeuw van de macht, een wereld van grenzeloze Europese
arrogantie. Evans, Richard. De eeuw van de macht. Europa
1815-1914, Amsterdam, Hollands Diep, 2016, 1102 blz.
Waardering: *****/5
Jos Martens, augustus 2018/2023