artikelen over geschiedenis didactiek
Komt een Italiaan naar de Nederlanden: Ontdek 500 jaar stad en streek met koopman Guicciardini
Komt een Italiaan naar de Nederlanden | Museum
Plantin-Moretus (museumplantinmoretus.be)
3 december 2021 – 6 maart 2022. Kaarten van Mercator,
Ortelius, prenten van Pieter Bruegel
Inhoud
Komt een Italiaan naar de Nederlanden: Ontdek 500 jaar stad en streek met koopman Guicciardini
Jos Martens
In 2021 was het precies 500 jaar geleden dat de
Italiaanse schrijver Lodovico Guicciardini (1521-1589)
geboren werd. Deze bijzondere verjaardag laat het Museum
Plantin-Moretus niet onopgemerkt. Met de expo Komt
een Italiaan naar de Nederlanden keren we met de
bestseller van Guicciardini terug naar de welvarende
Nederlanden van de 16de eeuw.
In 1552 beslist de koopman Lodovico Guicciardini dat het
tijd is voor een carrièreswitch. Hij wordt schrijver. In
1567 publiceert hij zijn bestseller: Descrittione di
tutti i Paesi Bassi. In dit boek beschrijft hij de
economie, staatkunde, taal, flora, fauna en volksaard
van de Nederlanden. Het boek wordt meer dan 60 keer
uitgegeven, bij verschillende drukkers en vertaald in
een hele reeks talen: Frans, Latijn, Duits, Engels,
Nederlands.
Bekend gebleven is de vertaling in het Nederlands, het
werk van de befaamde taalkundige Cornelis Kiliaan en
uitgegeven door Christoffel Plantin. Zie hieronder
facsimile van de uitgave 1612. De lexicograaf
Kiliaan van Duffel (1528 - Antwerpen 1607),
stelde het eerste Latijns-Nederlandse woordenboek samen:
Dictionarium Teutonico-Latinum (1574).
Op de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
(DBNL) vind je het volledige
Etymologicum Teutonicae Linguae, 3de druk
uit 1599. Je kunt telkens ook de bladzijden in de
originele uitgave bekijken.
Lodovico Guicciardini, Beschrijvinghe van alle de
Neder-landen (ed. Petrus Montanus), Haarlem,
Fibula-Van Dishoeck, 1979, 420 blz., 31 x 21,5 cm, bijna
3 kg.
Het boek is grotendeels gedrukt in een puntige gotische
letter, zoals de late handgeschreven getijdenboeken. De
Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren (DBNL)
publiceerde de hele tekst van deze uitgave in modern
lettertype; tekst volledig doorzoekbaar op trefwoord,
aanmerkingen en toelichtingen in marge aan de
rechterkant van de pagina’s; ook downloadbaar in PDF
(204 Mb).
Lodovico Guicciardini, Beschrijvinghe van alle de
Neder-landen · dbnl
Op
deze website is de originele volledige uitgave uit
1612 doorbladerbaar. Elke pagina kan uitvergroot (396
afbeeldingen).
Zelfde mogelijkheid op Google Boeken.
Beschrijvinghe van alle de Nederlanden, ... - Lodovico
Guicciardini - Google Boeken
Tot nog toe vonden wij geen volledige moderne
Nederlandstalige uitgave. Uitvoerige fragmenten of
interpretaties ervan zijn herhaaldelijk opgenomen, onder
andere in Geoffrey Parker, De Nederlandse opstand,
Het Spectrum, 1981. Sindsdien heeft een ploeg
vrijwilligers in het kader van deze tentoonstelling een
volledige hedendaagse vertaling bezorgd, bereikbaar via
de site van de expo - zie hieronder
Waarom is Guicciardini blijvend interessant, ook voor
onze 21ste eeuw? Zijn boek geeft de situatie weer tot
zowat 1559, net voor de Nederlanden getroffen werden
door troebelen, de beeldenstorm van 1566 en de
Tachtigjarige Oorlog (tot 1648, Vrede van Münster), met
onder veel meer ellende de bloedbaden van de Spaanse
Furie in Antwerpen en Mechelen, de moordpartijen her en
der door Spaanse troepen of Geuzen. Hier en daar heeft
de auteur in latere edities geactualiseerd, tot vlak
voor zijn dood in 1589, zoals het geval is in de
Nederlandse vertaling, hieronder in de postume uitgave
uit 1612.r />
In hoofdzaak evoceert hij een uitvoerig panorama van een
wereld die reeds verdwenen was voor hij overleed. (Zoals
de verovering van Antwerpen door de hertog van Parma in
1585, waardoor de economie grotendeels tot stilstand
kwam en waarop een grootscheepse uittocht volgde, die de
Gouden Eeuw van de Verenigde Provinciën mogelijk
maakte.)
Zijn Beschrijvinghe is daardoor in alle betekenissen van
het woord een uniek tijdsdocument.
Facsimile van de Nederlandse vertaling door Cornelis
Kiliaan.
Gedrukt in Amsterdam, 1612. (eigen exemplaar). De
drukker Willem Jansz. zal later internationale roem
verwerven als kosmograaf door zijn atlas, onder zijn
later aangenomen naam Blaeu (1571-1638).
Frontispice (links) en titelpagina uit de
oorspronkelijke Italiaanse versie 1581 (rechts) – beide
ingekleurd
Frontispice: centraal: allegorische voorstelling van de
Lage Landen met spiegel van de voorzichtigheid in
rechterhand en visnet in linker. De drie mannelijke
figuren stellen de Rijn voor (druiventros op het hoofd);
de Maas (vis onder de arm) en de Schelde (leeuwenwelp).
Rondom voorwerpen die de sectoren voorstellen waarin de
Lage Landen uitmunten: penselen & burijn (beeldende
kunsten), stoffen (textielindustrie), (wand)tapijt,
gedrukte boeken.
Titelpagina, randfiguren: allegorische voorstelling van
kunsten en wetenschappen. (Aristodemo 2020:25)
Ingekleurd. Van sober tot verguld
De drukker leverde meestal het boek af in losse
katernen, die door de ‘vergaarders’ in de juiste
volgorde waren gebracht. Het drukken geschiedde op het
degelijke, duurzame handgeschepte papier uit lompen en
niet op ons hedendaagse houtvezelpapier, dat al door
zijn eigen zuren verteerd wordt op het ogenblik dat het
van de persen rolt.
Daarna kon de klant zijn boek naar eigen smaak en
financiële middelen samenstellen. Bijvoorbeeld in
atlassen werden vaak kaarten van andere herkomst
ingevoegd.
Kleurendruk voor illustraties bestond nog niet. Plantin
gebruikte bij voorkeur kopergravures. De vervaardiging
in koperplaat met de vlijmscherpe steekbeitel, de
burijn, vergde veel vakmanschap, kostte veel tijd en
geld. Kopergravures moesten als diepdruk op een
afzonderlijke soort pers gedrukt worden, in
tegenstelling tot houtsneden, die met de tekstbladen
meekonden onder de drukpers. Maar ze lieten fijnere
afwerking toe, onder meer door de streepjesarceringen,
waren veel duurzamer en konden dus veel langer en voor
hogere oplagen herbruikt worden.
Eén gedocumenteerd voorbeeld: Vesalius beklaagde zich in
brieven herhaaldelijk over de talrijke piraatuitgaven
van zijn De humani corporis fabrica (Over de bouw van
het menselijk lichaam, 1543) geïllustreerd met
magistrale houtsneden naar tekeningen van
(hoogstwaarschijnlijk) Jan Steven van Kalkar, een
medewerker van de beroemde Venetiaanse schilder Titiaan,
die her en der opdoken. Vaak met erbarmelijke kwaliteit
van drukwerk en minderwaardige illustraties. Christoffel
Plantin, toen beginnende drukker, vestigde zijn
reputatie voorgoed door de meest befaamde
plagiaateditie, Vivae imagines partium corporis humani
(‘Levendige afbeeldingen van delen van het menselijk
lichaam’) door Johannes Valverde in 1566, dus het jaar
voor de Descrittione van Guicciardini (en twee jaar na
het overlijden van Vesalius). Die wordt beschouwd als
een keerpunt in de geschiedenis van de boekillustratie
omdat hij hiervoor prachtige burijngravures op
koperplaat gebruikte, in plaats van houtsneden zoals
Vesalius. (Aldersey-Williams, Anatomie 2013)
Anatomie. De ontdekking van het menselijk lichaam.
Verkoos de klant kleuren, dan gingen de katernen naar
‘afsetters’ (inkleurders). Dat waren meestal
gespecialiseerde familiebedrijfjes, waarin even vaak ook
vrouw en kleine kinderen meewerkten. Een echt boek als
kleurboek! ‘Afsetten’ kostte meer naargelang de
kwaliteit en kon dus de prijs van een boek gevoelig
opdrijven. De Nederlandse vertaling van Guicciardini uit
1612 hierboven is ongekleurd gelaten, de Italiaanse
uitgave uit 1581 is zeer bekwaam ingekleurd.
Dan pas gingen de katernen naar de boekbinder. Zo was
Plantin zijn carrière gestart voor hij drukker werd. De
klant kon kiezen tussen een band uit perkament of leer,
al dan niet versierd met blind- of goudstempels. Vaak -
en tot in onze tijd toe - werden de boekranden (of een
ervan) met bladgoud versierd: dit heet ‘goud op snee’ en
werd vooral bij kostbare drukken uitgevoerd (zoals bij
de facsimile van bovenstaande Nederlandse vertaling
effectief gebeurde.)
Bespreking
Drukker Plantin gaat digitaal
Elke unieke tentoonstelling schenkt mij het voorrecht
toegang te krijgen tot een bijzondere wereld die ik
zonder het museum niet zou leren kennen. Het is mij
vergund binnen te treden in een schatkamer van kennis,
waarvan ik heel even de exclusiviteit mag ervaren. (Bart Stouten, De Standaard, zaterdag 7.1. 2017) |
Museologische problemen
Een groots opgezette tentoonstelling als deze wil
aanzetten via een selectie van goed gekozen voorwerpen,
een tijd en tijdgeest te leren kennen en helpen
begrijpen.
Om daarin te slagen moet je ze aantrekkelijk kunnen
maken. Een collectie oude boeken en kaarten is alleen
opwindend voor mensen met vooraf reeds interesse en
basiskennis.
Nu leren eerdere ervaringen dat net dit type
tentoonstellingen met voorsprong de moeilijkste soort
expo is voor verwende tijdgenoten en vooral leerlingen.
Natuurlijk heb je in Plantin-Moretus als bonus de
onvergelijkelijke sfeer, met onder veel meer de
mogelijkheid het hele huis en het bedrijf van Plantin en
zijn opvolgers te ontdekken, de schilderijen, de
bibliotheek en bovenal de drukkerij, waar je bovendien
een op de authentieke pers gedrukt sonnet kunt kopen.
Maar toch!
Op dit punt is deze expo een model! Een paradigma voor
toekomstige tentoonstellingen! Ze doet de reputatie van
Plantin-Moretus als klantvriendelijke instelling
andermaal alle eer aan.
De evocatie van de Nederlanden in de 16de eeuw,
vertrekkend bij Guicciardini, is een uitstekend idee,
museologisch bijzonder goed uitgewerkt, zeer
toegankelijk voor niet-specialisten en jongeren onder
meer door de Bruegelprenten en schilderijen uit eigen
bezit, telkens met korte attractieve teksten op de
muren.
En vooral: via een uitgekiende website, meertalig
(Nederlands, Frans, Engels, Duits) perfect aangepast aan
deze ellendige coronatijden, met lockdowns en sluitingen
allerhande.
De vorige dagen heb ik uitvoerig gegrasduind in de site
bij de tentoonstelling: knap werk (in hoofdletters!)
gelukwensen voor alle onderdelen.
Overlopen we even de site in Nederlandstalige versie.
Het virtuele bezoek start met een algemene voorstelling
in een filmpje van 4 minuten met tweetalige
ondertiteling in Nederlands en Engels.
Dan beland je bij de schrijver Jeroen Olyslagers (
auteur van de veel gelauwerde roman Wildevrouw (2020),
die zich afspeelt in Antwerpen, in dezelfde periode als
Guicciardini)
In een reeks van 11 audioverhalen heeft hij vijf thema’s
uitgelicht, elk opgehangen aan 1 prent of schilderij,
begeleid door muziek uit de tijd:
1. eten en drinken
2. Antwerpen aan de stroom: haven en handel
3. koophandel in Antwerpen
4. zeden en gewoontes, feesten
5. Reisgids voor de Nederlanden van Friesland tot
Noord-Frankrijk.
Tijdens zijn commentaar is telkens tekst uit het boek
uitvergroot: een goede kennismaking met lettertype &
uitspraak van het 16de - eeuwse Nederlands
Vervolgens arriveren wij bij
De wedergeboorte van
Guicciardini door de in Antwerpen geboren columnist
Mohammed Ouaamari, die in 10 kortverhalen beschrijft hoe
Guicciardini als hedendaagse vreemdeling Antwerpen zou
ervaren.
Guicciardini en Plantin waren immers beiden migranten,
allebei bouwden ze een roemrijke carrière uit in
Antwerpen. Dat is een rode draad door de expo:
nieuwkomers hebben de stad mee vormgegeven tot wat ze is
en doen dat nog steeds. In een ontroerende,
confronterende en grappige epiloog geven hedendaagse
nieuwkomers hun kijk op de stad. Die blik van de
buitenstaander is wat Guicciardini’s boek zo bijzonder
maakt.
Tussendoor krijg je nog een van filmpje 28 blz. met
bezoekersgids -die je natuurlijk bij je bezoek eveneens
op papier ontvangt
Bijzonder interessant en belangrijk is het gedeelte
Guicciardini bij je thuis. Dit onderdeel zal uitermate
nuttig blijven voor Nederlanders en Vlamingen die later
dan de tentoonstelling zelf naar Antwerpen komen.
Je kunt zijn reis door de Nederlanden volgen op
onderstaande kaart.
Dwars door de Nederlanden | Museum Plantin-Moretus
(museumplantinmoretus.be)
Ook is er de mogelijkheid door zijn hele boek te
bladeren (in de ongekleurde Italiaanse versie van de 3de
druk, 1588).
Blader door ‘Descrittione di
tutti i Paesi Bassi’ | Museum Plantin-Moretus
(museumplantinmoretus.be)
STADSPLAN ANTWERPEN - VIRGILIUS BONONIENSIS (1565)
Een van de absolute topstukken is de Virgilius
Bononiensis Antverpia, uit 1565, de grootste en meest
gedetailleerde plattegrond van de stad die we uit de
zestiende eeuw kennen. De kaart is het enige bewaarde
exemplaar. Ze meet 120 x 265 cm, en was samengesteld uit
een collage van niet minder dan 20 bladen ingekleurde
houtsneden.
De kaart verkeerde in vervallen staat. Het verloop van
de restauratie stelt in feite (zonder het uitdrukkelijk
te vermelden) het probleem scherp dat het tentoonstellen
van dergelijke onschatbare, unieke kwetsbare voorwerpen
meebrengt.
We kunnen de restauratie in opeenvolgende fasen
chronologisch volgen in een filmpje van 5 minuten & een
hele reeks foto’s, met daarbij een audiobestand speciaal
voor blinden en slechtzienden. Het resultaat kan
werkelijk tot in het kleinste detail bekeken, in zeer
hoge resolutie.
Een ander identiek topstuk is Mercators kaart van
Vlaanderen 1540, eveneens het enige bewaarde exemplaar.
(Over Mercator, zijn loopbaan, kaarten en globes, zie
Gerard Mercator,
de man die de aarde in kaart bracht
(PDF).
BESCHRIJVING VAN ALLE NEDERLANDEN Anno 2022
Meer dan veertig jaar geleden, in 1980, kocht ik een
prachtige facsimile, goud op snee, van Guicciardini’s
Beschrijvinghe van alle de Neder-Landen, toen het
duurste boek in mijn bibliotheek.
De foliant is, zoals al vermeld, grotendeels gedrukt in
een puntige gotische letter, wat de lectuur van het 16de
-eeuwse Nederlands niet bepaald bevorderde.
Alleen het voorwoord door Montanus is gezet in het
humanistische lettertype, door de Venetiaanse drukker
Aldo Manutius
De drukker van Venetië en onder anderen Garamond in het begin
van de eeuw reeds ontwikkeld (nog steeds onze bron voor
o.a. het gelijknamige lettertype en het veel gebruikte
Times New Roman). Mercator verfijnde dit in zijn boekje
over schoonschrift (1540), verspreid met het oog op de
belettering van zijn kaarten en toegepast op zijn
beroemde globe uit 1541 (bewaard in Mercatormuseum
Sint-Niklaas).
Ik was echter al tientallen jaren op zoek naar een
versie in modern Nederlands.
In 2021 heeft een groep vrijwilligers van het Museum
Plantin-Moretus samengewerkt aan het ambitieuze plan om
de tekst uit het centimeters dikke boek voor iedereen
toegankelijk te maken. Zij baseerden zich op de reeds
eerder vermelde versie in de Digitale Bibliotheek der
Nederlandse Letteren Lodovico Guicciardini,
Beschrijvinghe van alle de Neder-landen (ed. Petrus
Montanus). Fibula-Van Dishoeck, Haarlem 1979 (facsimile
van de uitgave 1612).
De volledige tekst is omgezet in hedendaags Nederlands.
Een heus monnikenwerk!
Beschrijvinghe van
alle de Neder-landen - een moderne vertaling | Museum
Plantin-Moretus (museumplantinmoretus.be)
De vertaalde teksten volgen de paginering van de
originele uitgave uit 1612.
Elk hoofdstuk vormt een apart bestand. Hoofdstuk per
hoofdstuk kan je downloaden in PDF. Ik telde 77
hoofdstukken!
Extra duiding door de vertalers staan als voetnoten in
de tekst. Hier en daar is een tussentitel toegevoegd
voor de leesbaarheid
De bijvoegsels komen niet voor in de eerste tekst van
Guicciardini zelf. Ze zijn geschreven door de
Amsterdamse uitgever Petrus Montanus in 1612. Ze
verhalen wat er gebeurde na 1567 (zie verder).
Zijn Descrittione di tutti i Paesi Bassi uit 1567, de
eerste volledige stedenatlas van de Nederlanden, was een
bestseller. Het is een minutieuze beschrijving van de
Nederlanden, van Artesië tot Friesland, met een glansrol
voor zijn nieuwe thuisstad, het New York van de 16de
eeuw. Vandaag biedt Guicciardini’s boek een unieke blik
op Antwerpen op het toppunt van zijn welvaart,
geschreven op een moment dat de mooie tijden al bijna
voorbij waren: godsdienstperikelen en de Spaanse Furie
bonkten met wapengeweld op de poorten.
Hij start zijn reisgids met een algemene beschrijving,
dan volgt Brabant, Leuven, Brussel, Antwerpen.
Antwerpen, het meest uitvoerige onderdeel begint (zoals
alle besproken steden) met een gedetailleerd stadsplan
over twee volle bladzijden, ingevoegd tussen pagina 56
en 57.
Dit wijst erop dat de kaarten niet mee genummerd zijn
omdat ze afzonderlijk gedrukt werden van kopergravures
die, zoals reeds vermeld, een aparte pers vereisten.
‘In Antwerpen staan 13.500 gebouwen, schreef hij, de
stad is bijna volgebouwd. En de huurprijzen zijn
torenhoog – hij sprak uit eigen ervaring.’ Het pronkstuk
van de expo is immers de monumentale ingekleurde
plattegrond die Antwerpen toont in 1565, gemaakt door de
Bolognees Virgilius Bononiensis.
‘In de haven heb ik soms wel 2.500 schepen geteld’,
schreef Guicciardini. ‘Ze liggen zo dicht bij de kade
dat je ze kan aanraken.’ Guicciardini telde graag. Zo
telde hij 170 bakkers, bijna 80 beenhouwers, 600
kleermakers en kousenmakers, 300 schilders en
beeldhouwers, 125 smeden – je had hier een grote
luxe-industrie.
Kunst als handelswaar
Antwerpen is ‘Nobilissimi totius Orbis Terrarum’… het
belangrijkste handelscentrum van de hele wereld;
(stadsplan tussen pagina 56 en 57). En het hart van dit
handelscentrum is de Nieuwe Beurs, gebouwd in 1531.
(tussen p. 60 en 61).
De Nieuwe Beurs is het schakelcentrum tussen alle
Europese handelsbeurzen.
‘Door deze opeenhoping van buitenlanders komt er nieuws
over allerlei gebieden in Antwerpen terecht.’
Niet alleen dat: ze zal tevens het model worden voor
alle latere grote beurzen, onder meer de Amsterdamse,
die in de volgende eeuw de rol van Antwerpen volledig
zal overnemen.
Guicciardini is laaiend enthousiast over de prachtig
beurs, haar weelderige architectuur en haar efficiënte
organisatie. Over een Europese primeur in dit gebouw
springt hij nogal luchtig heen: op de tweede verdieping,
aan de oorspronkelijke bouwtekening pas toegevoegd in
1531, is voor de rijke liefhebber kunst te koop in alle
denkbare varianten, afmetingen en gewichten.
Wat hieraan zo nieuw is? Tot dan toe bezocht de
liefhebber de kunstenaar en gaf opdracht voor een werk.
In de Beurs is dat rechtstreekse verband verbroken.
Kunst is hier handelswaar, alsof het suiker of
specerijen betrof. Schilderijen, beeldhouwwerk,
retabels, boeken, kaarten, Turkse tapijten, lapis lazuli
uit Afghanistan, zijden gewaden... vormden een gegeerde
retourvracht voor de vreemde kooplieden die Antwerpen
aandeden en raakten zo verspreid over heel Europa en
zelfs verder (o.a. Madeira, Canarische eilanden).
Daarbij was veel van dit nieuwe beroep in handen van
vrouwen.
Dit kwam reeds terloops aan bod in Martens, J.,
Brabantse retabels. De hemel op aarde.
Zie ook Pye 2021, hfdst. 9 Kunst als handel.
De zelfstandige positie van de vrouwen was een van de
aspecten die Guicciardini het meest opvielen. Ze mochten
de straat op zonder begeleiding, rondreizen en dus zelfs
handel drijven zonder dat hun man zich ermee bemoeide.
Hij schreef bewonderend over die sterke vrouwen,
assertief, meertalig (‘velen spreken vlot drie of vier
talen’). Maar zag ook een schaduwkant: volgens hem waren
vrouwen de baas in de Nederlanden.
Net in deze periode was ‘De strijd tussen de broeken en
de rokken’ een veel gepubliceerd onderwerp van
schimpscheuten op pantoffelhelden en bazige kijvende
wijven (vaak geïllustreerd met houtsneden en op
bedenkelijk niveau -natuurlijk- door mannen geschreven).
Het thema zou nog eeuwen populair blijven, eigenlijk
zeker tot omstreeks 1900, ondanks enkele geleerde
adellijke ‘blauwkousen’ als de hertogin van Milaan
Beatrice d’Este (1475-1497) in het Italië van de
Renaissance. Denk maar aan het weigeren van vrouwen aan
de universiteiten en de strijd om vrouwenstemrecht door
de suffragettes bij het begin van de 20ste eeuw.
De Nieuwe Beurs, gerestaureerd in alle oude pracht.
Nieuwe
Beurs, met de bovenverdieping, waar de door Guicciardini
besproken kunsthandel gebeurde.
Zwanenzang der Verenigde Nederlanden
Tussen p. 68 &69 over dubbele pagina. Het nieuwe
stadhuis. Ingekleurde kopergravure.
Reeds in 1576 volgde er een zware klap voor het
stadhuis. Spaanse soldaten, die in geen maanden soldij
hadden ontvangen, besloten de stad Antwerpen - de
rijkste stad uit de regio - te plunderen (de ‘Spaanse
furie’). Doordat er vanuit het stadhuis flink verzet
geboden werd, staken ze het gebouw in brand. Het dak en
het interieur overleefden de vuurzee niet. De
herstelwerkzaamheden begonnen twee jaar later. Volgens
Montanus’ Bijvoegsel vielen er meer dan 8000
slachtoffers. De afbeeldingen, vaak verspreid als losse
prenten, zijn ronduit gruwelijk met stapels naakte en
opengekerfde lijken.
Links bovenaan in kadertje: Domus Senatoria€
Antwerpiensis. Rechts: Pos Hisp. Milit. ince(n)dium
instaurata, waarschijnlijk toegevoegd na 1580 (komt
immers reeds voor in de Italiaanse uitgave van 1581).
Het kleine kadertje rechtsboven tekent meteen het einde
van Guicciardini’s idyllische, vreedzame, vruchtbare en
rijke Nederlanden uit zijn boek. Bij zijn dood in 1589
is er reeds 20 jaar oorlog uitgebroken. Te vuur en te
zwaard, met galg en rad. En hoe! Bruegels Ekster (1568)
zit reeds op de galg het jaar voor zijn dood in 1569;
Egmond en Hoorn zijn onthoofd; de Geuzen hebben Den
Briel veroverd. En Willem van Oranje is vermoord (10
juli 1584). Tachtig jaar oorlog! Tachtig jaar
vernieling, bloed, brand, plunderingen en verkrachting.
Over Antwerpen geeft Guicciardini onder meer lijsten met
de namen van belangrijke ambtenaren kunstenaars, enz.
Een aantal van hen waren hoogstens twee jaar na de
eerste druk van 1567 al vermoord door de Bloedraad van
Alva. Exemplarisch één tekenend voorbeeld: Antoon van
Straelen (1521 - Vilvoorde 24 september 1568),
buitenburgemeester in de lijst vooraanstaanden van
Guicciardini. Hij wordt niet met adellijke titels
vernoemd, maar bezat wel een aantal heerlijkheden
waaronder Merksem. Bij het vertrek van koning Filips II
naar Spanje trad hij op als diens geldschieter. Hoewel
zelf katholiek was van Stralen tolerant ten opzichte van
andere godsdiensten. Na de Beeldenstorm van 1566 wilde
hij met Willem van Oranje een toenadering tot stand
brengen tussen katholieken en lutheranen. Hij zou de
eerste arrestant van de hertog van Alva worden. Het
nieuws van zijn aanhouding wekte grote beroering in de
Scheldestad. Voor veel kooplieden en handwerkslieden was
dit het signaal om de stad te verlaten. Ondanks
aandringen van veel vooraanstaanden in zijn voordeel
werd hij na gruwelijke martelingen op 24 september 1568
onthoofd.
Guicciardini zelf ontsnapte evenmin aan de ‘beroerlijke
tijden’. In 1569 werd hij op bevel van Alva in de
gevangenis gegooid, omdat hij in naam van de Italiaanse
kooplui een memorandum had geschreven tegen Alva’s
belasting van de Tiende Penning (een omzetbelasting van
10% op de verkoop van roerende goederen: eten en
drinken, kleding enz., een voorloper en equivalent van
de moderne btw. De heffing op producten van handel en
nijverheid was in de Nederlanden nog niet eerder
voorgekomen.)
Hij kwam vrij in 1570 door bemiddeling van niemand
minder dan Cosimo I de’Medici (1519 - 1574), groothertog
van Toscane.
Gerestaureerde stadhuis (2022). De bronzen Brabofontein
van de beeldhouwer Jef Lambeaux, daterend uit 1887 stelt
de handwerpende Silvius Brabo uit de ontstaansmythe
voor.
De bijvoegsels zijn geschreven door de Amsterdamse
uitgever Petrus Montanus in 1612. Ze komen niet voor in
de eerste tekst van Guicciardini zelf.
Wat er gebeurde na 1567? Een voorbeeld: Antwerpen. Zoals
Guicciardini zelf zegt beschrijft hij de situatie tot
ca. 1560, de laatste jaren van bloei voor een paar
honderd jaar (doordat de Hollanders de Schelde zouden
afsluiten). Maar toen zijn boek uitkwam in 1567 was Alva
er al. En dus moest hij bijzonder voorzichtig zijn.
Gelukkig is er het Bijvoegsel in 1612 van Montanus, die
van pagina 100 tot 104 een samenvatting geeft van de
gebeurtenissen na dat rampjaar. De gebeurtenissen die
hij zelf als (oog)getuige heeft meegemaakt. Montanus is
uitermate beknopt, volkomen begrijpelijk voor zijn
tijdgenoten, maar niet voor ons, die heel wat meer
uitleg zouden kunnen gebruiken. Daarvoor moet je echter
naar een van de boeken uit onze lijst ‘Meer weten’ en
‘Nog meer weten’
De voorbije dagen heb ik zitten grasduinen in de moderne
versie van Guicciardini’s Beschrijvinghe, met daarnaast
de geopende facsimile van 1612.
Vaststelling: het mag dan de eerste reisgids van de
Nederlanden zijn met een uitstekende beschrijving van
Antwerpen en een aantal grote steden met oude
geschiedenis. Bij Leuven vermeldt hij bijvoorbeeld ook
het Collegium Trilingue; bij Rotterdam (natuurlijk)
Erasmus; bij het toen eveneens erg belangrijke Mechelen
de plantkundige Dodoens, enz.
Als je verder bladert is het echter een ratjetoe. Geen
idee of jullie de treinavonturen van Michael Portillo op
televisie volgen met zijn Great Railroad Journeys, aan
de hand van o.m. zijn Appleton’s Guide uit laat 19de
eeuw. Daar lijkt Guicciardini op. Nogmaals, met
bovenvermeld voorbehoud.
Als voorbeeld volgende citaat:
p.389
‘Hasselt ligt op de rivier de Demer, op vier mijl van
Maastricht en zes van Luik. Het is een redelijk mooi
stadje en goed bewoond. Niet ver van Hasselt ligt aan de
Demer het fraaie dorp Kuringen, waar het heerlijk paleis
staat dat de voornoemde kardinaal daar heeft doen
bouwen. Omwille van de aangename omgeving gingen de
bisschoppen zich daar dikwijls met de hovelingen
vermaken.’
Een tweede voobeeld (p. 390)
‘Twee mijl van Stokkem en zeven van Luik ligt Maaseik,
op de linkeroever van de Maas. Het is een redelijk goede
stad. Een mijl daarvandaan ligt de aangename plaats
Thorn, met de grote en prachtige abdij van de oude orde
en stichting van de kanunnikessen. Daar worden geen
andere vrouwen toegelaten dan dochters van graven,
baanderheren of ten minste van ridders van adel, zoals
ook te Bergen in Henegouwen. Deze vrouwen mogen een man
huwen, behalve de abdis. Zij heeft een groot jaarinkomen
en heeft ook groot zeggenschap over het gebied en de
dorpen, zowel in het geestelijke als in het wereldlijke.
Ze staat onder de bescherming van het keizerrijk en
heeft zodanige macht en privileges, dat ze goud en
zilver geld doet munten. Hierdoor bezit ze een eervolle
status, met kanunniken en kapelaans die instaan voor de
kerkdienst en veel andere dienaars en officieren.’
Vooral het stukje over Thorn vind ik goed; zo verwijst
hij ook onder meer naar Munsterbilzen en andere
gelijksoortige abdijen.
Helaas is bij dat hoofdstuk over Hasselt en Kuringen het
Bijvoegsel van Montanus in februari 2022 nog niet
omgezet in modern Nederlands.
Een laatste vraag: waarom pas een Nederlandse vertaling
in 1612? (voor zover wij konden nagaan was dat in de
lange rij vertalingen effectief de eerste in het
Nederlands) Het antwoord ligt vermoedelijk in de
politieke situatie. Montanus voegde zijn beknopte
teksten toe tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621),
de korte vredesperiode in de catastrofale Tachtigjarige
Oorlog, getekend tussen de opstandige gewesten en de
landvoogden Albrecht en Isabella, toen iedereen uitgeput
smachtte naar een definitieve vrede (wat helaas pas in
1648 zou gebeuren). Maar waardoor je wel de gelegenheid
kreeg een boek uit te geven als de Beschrijvinghe,
bestemd voor zowel een Noordelijk als Zuidelijk publiek
Mijn verwijzing naar Michael Portillo en zijn Appleton's
Guide is niet toevallig: Portillo filmt telkens een hele
uitzending rond een korte vermelding in zijn gids, ook
al zijn over de plaatsen buiten de grote steden
nauwelijks enkele regels geschreven Net zoals bij
Guicciardini. Hier kan het effect zijn dat je beslist
een gegidst bezoek wil brengen aan dat te kort vermelde
Kuringen, het (gerestaureerde) vrouwenklooster
Herkenrode, of Thorn, de Balije Biesen (landcommanderij
van de Teutoonse ridders), Middelburg (beslist de
moeite), of Vlissingen (wel met mooi stadsplan in het
boek) enz. enz.
Kortom, al die te beknopt vermelde bestemmingen
Blijvende bereikbaarheid?
Verdwijnende hyperlinks blijven een internetpest. Na de
tentoonstelling Dames met klasse (Mechelen 2005)
beloofden de curatoren mij dat de link naar hun
voortreffelijke uitvoerige didactische begeleiding (zeer
bruikbaar in onderwijs voor multimediaal en
vakoverschrijdend werken) op Pienternet bewaard zou
blijven. Tot 2019 was dat ook zo. Maar nu is ze
verdwenen.
In dit geval zou ik het doodjammer vinden, vooral indien
de vertaling van de Beschrijvinghe... hetzelfde lot zou
ondergaan en dus ook alle inspanningen van de vertalers.
Dit verdient blijvende bereikbaarheid.
De verantwoordelijken van het museum hebben ons
uitdrukkelijk beloofd dat de gegevens ook na de
tentoonstelling toegankelijk zullen blijven.
Wij hebben niet de gewoonte de info na een expo offline te halen. We houden per expo graag een dossiertje online. En voor deze expo geldt dat zeker. Immers het betreft onze eigen collectie en Guicciardini is een van de 10 topauteurs die we in ons museum op de eerste verdieping in de kijker zetten. |
Onbekend is onbemind
Om te besluiten: nogmaals onze gelukwensen aan de
vertalers. Niet alleen verrichtten zij een titanenwerk,
maar tevens een dat zeer geschikt is om Guicciardini
eindelijk in het leerprogramma en de schoolboeken
geschiedenis te krijgen!
Dit is geen loze opmerking!
Een rondvraag in kennissenkring, bij familieleden en bij
kleindochter (die in Vlaams 4de secundair net met de
humanisten bezig is): Guicciardini? Nooit van gehoord.
Volstrekt onbekend (net als trouwens Gemma Frisius,
Kiliaan, Dodoens, Busbeke, Nicolaes Cleynaerts,
Joos de Rijcke, Buggenhout-Ecuador
1498-1998 index (telenet.be) en nog een paar anderen).
Slechts twee mensen uit de groep kenden Guicciardini:
een oud-klasgenoot die de tentoonstelling onlangs
bezocht en een tweede die als boekhandelaar de facsimile
- uitgave van Beschrijvinghe... uit 1612 de voorbije
drie decennia een paar keer had verkocht.
Wel bekend: Mercator, Vesalius, Bruegel, de cartograaf
Ortelius (bij sommigen), en bij iedereen: Columbus 1492.
Opmerking van allen: waarom ontbreekt die man in onze
handboeken geschiedenis? Waarom heeft Antwerpen daar
niet veel eerder wat mee gedaan? En Italië? Is hij daar
bekend?
Net zoals ik bezochten zij het museum over de jaren
herhaaldelijk en beschouwen het als een der mooiste en
historisch belangrijkste ter wereld - in ieder geval als
een van onze lievelingsmusea. En Werelderfgoed!
Didactische tips
Een tentoonstelling als deze is - zeker voor leraren -
een dankbare gelegenheid om vlot didactisch materiaal te
verzamelen. Beslist bij een onderwerp als Guicciardini’s
boek, dat in veel schoolboeken vermeld wordt, zonder dat
studenten (of hun leraren) ooit ook maar een behoorlijk
fragment in originele vorm hebben gelezen.
Onderstaande is andermaal opgevat als multimediale
modulaire vakoverschrijdende leereenheid. Ze kan
opgebroken in afzonderlijke onderdelen naargelang
niveau, leeftijd, voorkennis (geziene leerstof), kans op
vakoverschrijdend samenwerken met collega’s, beschikbare
tijd in enkele lessen of een uitvoerig geheel, waarin
lange tijd een volledig tijdsgewricht (bijvoorbeeld
eenheid en scheiding van de Nederlanden) wordt
bestudeerd. In het verleden zijn beide herhaaldelijk
toegepast, al dan niet in samenwerking met een aantal
scholen. De uitvoerige versies meestal bij gelegenheid
van een herdenkingstentoonstelling. Dit sinds 1976!
Herdenking Pacificatie van Gent; 1984, moord op Willem
van Oranje; 1994, De Nederlanden in Kaart; 1997 en 1998
Dirk Bouts (Leuven); 2000 Karel V - jaar; 2005 Dames met
klasse (Mechelen); 2009 Karel de Stoute (Brugge).
Karel de Stoute.
Werkvormen: groepswerk gedeeltelijk parallel,
gedeeltelijk complementair.
De werkwijze moet natuurlijk aangepast aan de doelgroep,
doch kan eveneens zijn nut hebben voor geïnteresseerden
buiten het onderwijs.
Verdeel de deelnemers in groepjes van maximum 5. Nummer
de deelnemers van bijvoorbeeld 1 tot 5. Zorg dat in elke
groep minstens een persoon is, met omwille van het
onderwerp, Nederlands als moedertaal (wat in sommige
scholen/afdelingen een probleem zou kunnen vormen).
Laat bij de opeenvolgende taken telkens eerst de hele
groep aan de oplossing werken.
Zet dan alle nummers 1 samen in één groep; zelfde voor
nummers 2 en volgende. Hierna brengen ze per nummering
verslag uit in plenum en dus niet per oorspronkelijke
groep.
Haven van Antwerpen omstreeks 1560, met
Onze-Lieve-Vrouwekerk op de achtergrond. Merk op de
voorgrond links, galei met roeispanen en latijnzeil.
Dergelijke schepen werden op de Noordzee niet gebruikt.
Zijn afkomstig uit Middellandse Zee.
Er zijn twee wegen mogelijk.
1. Bezoek Museum Plantin-Moretus en stadsbezoek
Antwerpen
2. Guicciardini na de tentoonstelling
Vooraf
Welke weg je ook kiest; een aantal aspecten/punten zijn
onvermijdelijk gemeenschappelijk.
Kennismaking met Plantin,
De woordenaar:
Christoffel Plantijn (histoforum.net)
zijn drukkerij
Columbus (histoforum.net)
en zijn museum
Museum Plantin Moretus
(histoforum.net)
Website van het Museum Plantin-Moretus
Museum
Plantin-Moretus in Antwerp (museumplantinmoretus.be)
Is geschikt voor een kennismaking door studenten: bevat
alle nodige info meertalig Nederlands, Engels, Frans,
Duits.
Over het museum zijn op YouTube een hele reeks filmpjes
van verschillende lengte te vinden.
Vroege boekdrukkunst:
Xavier Azpeita, De drukker van Venetië.
De
drukker van Venetië (histoforum.net)
Op Youtube is er een ruime keuze aan goede filmpjes.
Geef zoekfunctie Early Printing in.
Gutenberg pers – duur 6,48 minuten. How a
Gutenberg printing press works
Printing on a Gutenberg pres – duur 3,14 minuten. -
Printing on a Gutenberg press .
Deze twee horen samen.
Kennismaking met Ortelius en zijn Theatrum Orbis
Terrarum en nog twee andere atlassen, op de site
van de KB nationale bibliotheek (geïllustreerd).
Atlas Ortelius | Koninklijke Bibliotheek (kb.nl)
Kennismaking met Mercator ‘de man die de aarde in kaart
bracht’.
GERARD MERCATOR (histoforum.net)
Opdracht
Kennismaking met Guicciardini en zijn Beschrijvinghe:
elke groep krijgt een verschillende bladzijde. Begrijp
je wat hij schrijft?
Ga bij Guicciardini na wat er over jullie stad/gemeente
met haar bezienswaardigheden gezegd wordt. Is daar heden
nog iets van te zien?
Wanneer er toeristische gidsen zijn, vraag hen of er nog
iets van Guicciardini in hun opleiding zit. Bedoeling:
actualisering. Geschikt voor een lezing, al dan niet met
PowerPoint.
Muziek & beeldende kunst
In deze periode kent de polyfonie haar hoogtepunt. De
Nederlanden speelden hierbij een vooraanstaande rol en
componisten uit onze streken traden in heel Europa op
aan de talrijke vorstelijke hoven.
Dit onderdeel hebben wij in lessen esthetica muziek
steeds laten uitwerken en naar voor brengen door
vrijwilligers. Al die tijd hadden wij het voordeel van
minsten twee studenten in de groep, die conservatorium
volgden of in een bandje musiceerden.
Zij vergeleken moderne hits met polyfonie. Dit is enkele
keren uitgewerkt tot en met een live mini-concert met
dwarsfluit, gitaar, viool (waarvoor de hele groep
verzocht op te treden na lestijd, om andere klassen niet
te storen). Tien jaar later spraken zij er als
oud-leerlingen nog over!
Creatieve collega’s kunnen beslist nog meer
mogelijkheden aanbrengen. Twee Indische meisjes wilden
een sessie over Indische raga’s brengen. Is echter
wegens corona-perikelen niet kunnen doorgaan. Eveneens
kansen voor studenten met teken- of schildertalenten. In
het kader van een opendeurdag presenteerden studenten zo
uitvergrotingen van boekillustraties, weef- en
goudsmeedtechnieken en twee schilderingen van
Incabouwwerken. Plus enkele uitvergrote foto’s en
YouTube-filmpjes over onder meer spin- en weeftechnieken
uit de Andes, gelardeerd met een kleine tentoonstelling
van hedendaags Incatextiel.
Nog: beeldende kunst uit de Renaissance laten
vergelijken met niet-Europese kunstvormen.
Stadsbezoek: Antwerp Museum App – gratis - Nederlands
&Frans & Engels & Duits
Bijzonder goed uitgewerkt. Openingspagina geeft een
voorsmaakje van de mogelijkheden, telkens in je
keuzetaal.
Ideaal als voorbereiding van een stadbezoek en tijdens
een (virtuele) stadswandeling, plus gevarieerde
mogelijkheden voor leerlingenwerk.
Wandelingen: best ieder vooraf downloaden op slimme
telefoon.
Keuze uit 20 musea, met praktische informatie, de
aanduiding: gratis of betalend, de werken die er
aanwezig zijn & situatiefoto’s, bijvoorbeeld voor Museum
Plantin-Moretus, het MAS (Museum aan de Stroom) enz.
Onder ‘Art’ vind je een enorme keuze aan kunstwerken.
Enkele fragmenten
1. Het Museum voor Schone Kunsten Antwerpen is niet
aanwezig: reeds enkele jaren gesloten wegens grondige
renovatie. Datum heropening voorzien op 25 september
2022.
Toch blijft de collectie van het museum dichtbij en
toegankelijk. Zo kan je belangrijke kunstwerken op
verschillende gastlocaties in en rond Antwerpen
bewonderen.
De collectie van het Koninklijk Museum voor Schone
Kunsten telt zo’n 8200 schilderijen, beelden, tekeningen
en prenten. Het museum bezit belangrijke werken van de
Vlaamse primitieven, Peter Paul Rubens en de barok, maar
ook moderne kunst van Henri De Braekeleer en de Vlaamse
expressionisten.
Topstukken uit binnen- en buitenland
In het museum vind je de grootste verzameling werken van
Rik Wouters en de belangrijkste collectie ter wereld van
het werk van James Ensor. Het KMSKA legt de nadruk op
kunst uit de Zuidelijke Nederlanden en België. Toch
bezit het ook enkele opmerkelijke buitenlandse
topstukken. Van schilderijen van Jean Fouquet, Titiaan
en Amedeo Modigliani tot beelden van Ossip Zadkine en
Auguste Rodin.
Ontdek de collectie elders in de stad
Omwille van de renovatie van het museumgebouw kan je het
museum op het Zuid op dit moment niet bezoeken.
Ondertussen kan je kunstwerken uit de collectie op
andere plekken bewonderen, zoals bijvoorbeeld in de
Onze-Lieve-Vrouwe kathedraal en in het
Snijders &
Rockoxhuis.
2. Nicolaas Rockox (1560-1640) speelde vijftig jaar lang
een belangrijke rol in het openbare leven van Antwerpen.
Niet alleen had hij een voorname politieke functie, hij
werd ook zeer gewaardeerd als humanist, oudheidkundige,
mecenas, munt- en kunstverzamelaar.
Zijn fraaie collectie antiquiteiten en oude munten
bezorgde hem Europese faam. Hij vertoefde in
kunstenaarskringen en was goed bevriend met Rubens,
Antoon van Dyck en Frans Snijders, zijn buurman. Maar
ook met de drukkers Jan en Balthasar Moretus (opvolgers
van Plantin) onderhield hij goede contacten.
3. Gilbert van Schoonbeke (1519-1556) bepaalde als
urbanist het uitzicht van Antwerpen in de Gouden Eeuw
(foto’s van stadsplan met zijn verwezenlijkingen)
Antwerps stadsgezicht: Antwerpse groente- en
zuivelmarkt, midden 16de eeuw - Pieter Aertsen.
Merk de kruiwagen, midden onderaan, die lijkt met zijn
gebogen draagberries op wat de kaasdragers van Alkmaar
tot op heden plegen te gebruiken.
Tot omstreeks 1900 waren verschillende modellen van
kruiwagens in voege, naargelang het werk waarvoor ze
ontworpen waren.
1. Stadsbezoek en bezoek aan de tentoonstelling
Komt een
Italiaan naar de Nederlanden.
Bij een stadswandeling zijn de hoogtepunten: kathedraal,
stadhuis en standbeeld Brabo (met de daaraan verbonden
sagen), Rubenshuis, Plantin-Moretus - zie de app
Antwerpen.
Voor het bezoek aan het Plantin-Moretus en de
tentoonstelling vind je reeds voldoende in bovenstaande.
Op de app is natuurlijk een item over het museum. Kies
eerst je taal: Nederlands, Frans, Engels of Duits.
Dan: zie ligging op het stadsplan.
Vervolging een Tour doorheen het hele museum en de vaste
collectie; bij elke halte een heel korte uitleg &
audiofragment. Dit laatste is goed voor kinderen, voor
adolescenten en volwassenen veel te kinderlijk. Zo
bezoek je onder veel meer de drukkerij, de letterkamer,
bibliotheek & kapel.
2. Na de tentoonstelling
Sinds de Memling-tentoonstelling in Brugge in 1994, nu
alweer een kwart eeuw geleden, heeft de vraag ons
beziggehouden: wat te doen in de klas met een
tentoonstelling na de tentoonstelling?
Hier zijn er terug 2 mogelijkheden: 1) stadsbezoek; 2)
zonder stadsbezoek.
1. Bezoek stad en museum
Hiervoor vind je meer dan voldoende hierboven. De
Antwerpen – app bewijst andermaal haar nut.
2. Alleen virtueel stadsbezoek
Plantin zal nu slechts een onderdeel zijn van een reeks
lessen over humanisme, boekdrukkunst, wetenschap en
techniek.
Mogelijkheid tot inschakelen in een geïntegreerde
leereenheid die kan doorlopen tot bij de scheiding van
de Nederlanden door de Tachtigjarige Oorlog.
Ook nu kan de veeltalige app ingeschakeld, eveneens voor
CLIL- TTO groepen.
In dat geval bieden de boeken en filmpjes in
onderstaande lijst een mogelijkheid. Laat elk groepje 1
boek lezen en naar voor brengen en voorstellen in
plenum. Gebruik zeker de voorgestelde films over
wetenschap en techniek. Mogelijkheden zijn andermaal
legio.
Lees beslist
Eeuwen op zoek naar de tijd
(Histoforum Magazine 2018).
Werk je een reeks lessen uit rond eenheid en scheiding
van de Nederlanden, zie dan de uitvoerige leereenheid
Willem van Oranje
op dvd.
Op Histoforum vind je tevens een aantal bijzonder
geschikte lessen door Albert van der Kaap, onder meer
over de moord op Willem van Oranje. (ingeven in
zoekfunctie)
Meer weten
Aristodemo, Dina, Lodovico Guicciardini (1521-1589) in
de ban van de Lage Landen, Antwerpen, Phoebus
Foundation, 2020, 104 blz.
Bescheiden lijkend boekje over een prachtig ingekleurd
exemplaar van de laatste Italiaanse uitgave uit 1588.
Atlas De Wit 1698. Stedenatlas van de Lage Landen van
Groningen tot Kamerijk, Tielt, Lannoo, 2012, 320 blz.
Verklaring en ondertitels in Nederlands, Frans, Engels.
Imhof, Dirk e.a. (red.),
Museum Plantin Moretus.
Antwerpen, Uitg. Snoeck, 2016, 160 blz.
Lampo, Jan, Vermaerde Coopstadt, Antwerpen in de
Middeleeuwen, Leuven, Davidsfonds, 2000, 115 blz.
Langereis, Sandra,
De Woordenaar. Christoffel Plantijn:
’s werelds grootste drukker en uitgever,
Amsterdam, Balans, 2014, 399 blz.
Thomas, W. & E. Stols (red.),
Een wereld op papier.
Zuid- Nederlandse boeken, prenten en kaarten in het
Spaanse en Portugese wereldrijk (16de - 18de
eeuw), Leuven - Den Haag, Acco, 2009, 479 blz.
Van der Stock, Jan (red.), Stad in Vlaanderen 1477-1787
(tentoonstellingspublicatie), Brussel, Gemeentekrediet,
1991, 616 blz.
Pye, Michael, Antwerpen. De gloriejaren, De Bezige Bij,
400 blz.
Soly, Hugo, Urbanisatie en kapitalisme in Antwerpen in
de 16de eeuw. De stedebouwkundige en industriële
ondernemingen van Gilbert van Schoonbeke,
Gemeentekrediet van België/Historische Uitgaven Pro
Civitate, nr 47, 1977, blz. 132 e.v.
Wilson-Lee, Edward, De gezonken verzameling van
Ferdinand Columbus, Amsterdam, Meulenhof, 2021, 478 blz.
- ook als e-boek.
Vanpaemel, G. & T. Padmos (red.), Wereldwijs.
Wetenschappers rond keizer Karel, Leuven, Davidsfonds,
2000.
Films
YouTube:
Was Leuven het Silicon Valley van de 16e eeuw?
– Nederlands, Universiteit van Vlaanderenn - 14 minuten.
Het geniale astrolabium
YouTube-films over een analoge computer, 1200 jaar lang
het meest gesofisticeerde astronomische instrument.
Tom Wujec,
Anatomy of the Astrolabe
(2009) - duur: 9, 25 minuten, met ondertitels en
transcript van de commentaar in 24 talen!
– ook langere versies van zelfde uitzending voorhanden,
tot 20’.
In tegenstelling met de titel bespreekt hij geen 13de -
eeuws, maar een 16de -eeuwse astrolabium (van Arsenius,
leerling van Mercator).
Seb Falk,
Astrolabes: The Medieval ‘Smartphone’, Engels-
duur: 9.34 minuten. <LINK>
Astrolabes: The Medieval 'Smartphone'? | Seb Falk -
YouTube
Ook verscheidene langere films over de inhoud van zijn
bijzonder goede boek De verlichte middeleeuwen (2020).
William Greenwood,
How to use an astrolabe?
(2018) – Engels – duur: 6,26 minuten.
Armillarium
Animate it _ Armillary Sphere – duur: 3,42 min. Voorstelling. Vormt
duo met volgende:
Armillary Sphere animation – duur: 4,14’
How to Use an Armillary Sphere
– 10,30 minuten
Duidelijke en gedetailleerde concrete demonstratie.
Romans
Joris Tulkens,
De Odyssee van Pedro en Luisão, Antwerpen,
Davidsfonds/Standaard Uitg., 2019, 474 blz.
Javier Azpeita,
De drukker van Venetië, Amsterdam,
Wereldbibliotheek, 2019, 382 blz.
Jeroen Olyslagers, Wildevrouw, Amsterdam, De
Bezige Bij, 2020, 416 blz.
Nog meer weten
Op aanvraag van deelnemers aan het museumbezoek
zijn enkele vlot bereikbare, korte publicaties met veel
illustraties beknopt geannoteerd toegevoegd:
Verrelst, W. & J. Martens,
Bruegel als
renaissancekunstenaar.
Beslist gebruiken: spreekwoorden; kinderspelen
Zeer dankbaar materiaal: voor landbouw en leven op het
platteland
Inside Bruegel,
Wenen 2018.
De Feyter, B, Kelly Everaert, K., e.a.,
Bouwen en wonen.
Zie ook hier zeker: Plattelandsinterieurs bij Bruegel en
volg de links over haard, zitplaatsen enz.
Ook:
De pot van Olen.
Martens, J.,
Brabantse retabels. De hemel op aarde
Poortvliet, Rien, De tresoor, Kampen, Kok, 1991, 208
blz. Charmant en degelijk werk van de grote
Kaboutertekenaar. Speelt in 1566, tijd van Guicciardini,
op platteland. Sterk aanbevolen!! Moeilijk nog te vinden
en tot op dit ogenblik helaas nog niet herdrukt
Dubbe, B.,
Huusraet. Het stedelijk woonhuis in de
Bourgondische tijd, Hoorn, Uitg.
PolderVondsten, 2012, 276 blz.
De inhoud loopt chronologisch verder tot in de tijd van
Guicciardini. Complementair met De tresoor en Bouwen en
wonen. Aanbevolen.
Sellink, M. & Martens, M., Bruegel ongezien. De
verborgen Antwerpse collecties, Leuven, Davidsfonds,
2012, 224 blz.
Degryse, Karel, Pieter Seghers. Een koopmansleven in
troebele tijden, Antwerpen, Hadewijch, 1990, 159 blz.
Educatieve Dienst van de Musea, Over letters, boeken en
prenten, Antwerpen, Museum Plantin-Moretus, 1989, 70
blz.
Roman. John Vermeulen, De ekster op de galg. Roman over
leven en werk van Pieter Bruegel, Utrecht, Het Spectrum,
1992, 352 blz.
YouTube films over Bruegel zie
Bijlage Clil visueel
(helemaal onderaan bij Doorbraak voor tweetalig
onderwijs?