Artikelen over het begin van de Reformatie in het Drentse
Gasselte en de eerste predikanten.
Wessel Enno Pieter Germs (1904-1907)
Van 1 juli 2018 tot haar plotselinge dood op 20 augustus 2019 was mijn vrouw Rosée van der Kaap-Busscher predikant van het Witte Kerkje in Gasselte. In die periode heb ik mij verdiept in de kerkelijke geschiedenis van Gasselte. Op deze pagina's publiceer ik af en toe resultaten van mijn onderzoek.
Inhoud
- Magazine: alle artikelen op Histoforum.
- Het begin van de Reformatie in Gasselte: Johannes Fabritius.
- Bernardus Fabritius, zoon van Johannes.
- Lodewijk Fabritius, zoon van Bernardus.
- Albertus Conradus Fabritius, broer van Lodewijk.
- Warnerus Emmen, schoonzoon van Albertus Conradus.
- Helperus Ritzema, opvolger van Warnerus Emmen.
- Lucas Schukking, opvolger van Helperus Ritzema.
- Albert Jan Hartman, opvolger van Johannes Dijck.
- Johannes Bernardus Folkerus Heersprink, opvolger van Albert Jans Hartman.
- Barend Sanders, opvolger van Johannes Heersprink.
- Roelof Klein, opvolger van Barend Sanders.
- Tammo Tammerus Heringa, opvolger van Roelof Klein.
- Fokke Christiaan Ydema, opvolger van Tammo Tammerus Heringa.
- Wessel Enno Pieter Germs, opvolger van Fokke Christiaan Ydema.
- Jelte Boonstra, Wessel Enno Pieter Germs.
- Douwe Faber, opvolger van Jelte Boonstra.
- Jacob Cornelis Anthonie Nijenhuis Ockhuijsen, opvolger van Douwe Faber.
- Gerrit Jacob Mooi, opvolger van Jacob Cornelis Anthonie Nijenhuis Ockhuijsen.
- Teunis Adrianus van der Vlies, opvolger van Gerrit Jacob Mooi.
- Jelte Oosterhuis, opvolger van Teunis Adrianus van der Vlies.
- Jan de Bruijn, opvolger van Jelte Oosterhuis.
- Hendrik Fokke Winterwerp, opvolger van Jan de Bruijn.
- Gerrit Johannes Romijn, opvolger van Hendrik Fokke Winterwerp.
- Anthony Jan Roodzant, opvolger van Gerrit Johannes Romijn.
- Johannes Luchies, opvolger van Anthony Jan Roodzant.
- Tjeerd van der Bij, opvolger van Johannes Luchies.
- Frans Don, opvolger van Tjeerd van der Bij.
- De geschiedenis van het Witte Kerkje.
- De Weem: pastorie van het Witte Kerkje.
- De Spaanse griep in Gasselte (1918).
Wessel Enno Pieter Germs (1904-1907)
Albert van der Kaap en Aafke Huizing
De opvolger van Fokke Ydema als dominee in Gasselte
was Wessel Enno Pieter Germs. Hij diende de gemeente
bijna drie jaar, van 17 april 1904 tot 20 januari 1907.
Na het vertrek van dominee Ydema gaat het kiescollege
(bestaande uit J. Doedens, G. v.d.Woude, hoofd van de
school, H. Braam Gzn., J. Hogensch, J. Huges Jzn., J.
Mulder Jzn., J. Tingen, A. v.d. Schoot en A. Moek) aan
de slag. Consulent is de heer H.H.Brucherus Cleveringa
en president kerkvoogd is dan J. Kamping. Op zondag 29
november 1903 gaat Wessel Enno Pieter Germs, kandidaat
tot de Heilige Dienst te Didam, voor in de eredienst in
Gasselte. De reiskosten die de heer Germs zal kunnen
declareren worden door de kerkenraad begroot op ongeveer
tien gulden. Al bij de eerste (proef) preek komt den
verloofde van Germs mee naar Gasselte. Ze is dan net 18
jaar geworden en heeft het haar nog niet opgestoken. Dat
brengt één van de kerkenraadsleden, die de verhoudingen
blijkbaar niet goed begrepen heeft, er toe te informeren
wat de dochter van de a.s. dominee van Gasselte vindt.
Germs moet er met zijn 24 jaar dus al behoorlijk oud
hebben uitgezien.
Een week later (3 december) komen kerkenraad en
kiescollege tot het oordeel dat de preek goed bevallen
is. Op 28 februari 1904 wordt er, na afloop van de
godsdienstoefening, een vergadering belegd. De
kerkenraad neemt het unanieme voorstel om de heer Germs
te benoemen over.
Wessel Enno Pieter Germs (1,2),
was het op een na jongste kind (van de negen) van
dominee Frederik Henderikus Germs en Louisa Suzanna
Brouwer. Hij werd geboren op 26 december 1878 in
Avereest (Hardenberg) en trouwde op 25 januari 1906 in
Utrecht met Petronella Christina Prins, geboren op 7
november 1885 in Almelo, dochter van Pieter Cornelis
Prins (landmeter bij het kadaster) en Margaretha Johanna
Mager, dochter van een stadsarchitect (3).
Hij bouwde o.a. de neo-renaissancistische kaaswaag in
Purmerend. Ze krijgen een kind, Enno.
Hij studeerde aan de Rijksuniversiteit Utrecht en kwam
als kandidaat uit Didam naar Gasselte. Op 17 april 1904
wordt hij in Gasselte bevestigd door zijn zwager ds. J.
Koerts Sikkama, predikant te West Zaan en echtgenoot van
zijn zuster, Catharina Maria Germs,. De tekst is Matteüs
4:4.
Matteüs 4:4 Maar Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Er staat geschreven: “De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God.”’ |
Zijn intrede preek op dezelfde dag is over Habbakuk 2:4
Habbakuk 2:4 Wie niet oprecht is kwijnt weg, maar de rechtvaardige zal leven door zijn trouw. |
Gasselte komt er al snel achter, dat dominee zo zijn principes heeft. Hij ergert zich aan de Nieuwjaarsvisites, die vaak ontaarden in een drinkgelag en aan de borrels die hem worden aangeboden als hij op huisbezoek komt. Om daar een einde aan te maken sluit hij zich in 1906 aan bij de geheelonthouders. Hij is vrijzinnig in hart en nieren en houdt spreekbeurten door de hele provincie voor de verenigingen van Vrijzinnig Hervormden. Ook wordt hij lid van het classicaal bestuur van de classis Assen. In 1907 wordt hij door het classicaal bestuur der Nederlands Hervormde Kerk te Assen beroepen tot gestichtspredikant te Veenhuizen (4). Dominee neemt het beroep aan en het echtpaar vertrekt op 20 januari 1907 naar Veenhuizen. Hier werkte hij tot 1 december 1945, toen hem het emeritaat werd verleend.
Bestuur van de classis
Hij was eerst enkele jaren praeses en daarna meer dan
vijfentwintig jaar scriba-quaestor van het classicaal
bestuur van Assen. Tijdens zijn ambtsbediening in
Veenhuizen was hij één van de mede-oprichters van de
afdeling van het Nederlands genootschap tot zedelijke
verbetering van gevangenen, waarvan hij ook voorzitter
is geweest. Ook gaf hij in Veenhuizen de aanzet tot het
oprichten van een afdeling van het Groene Kruis (5)
.
Gevangenen hebben door de eeuwen heen veel steun gehad
vanuit de kerk waartoe ze behoorden. De pastoor en de
dominee waren er in het algemeen zowel voor de
gedetineerden als voor de ambtenaren. Ze deden alle
moeite om de gevangenen weer op het juiste spoor te
zetten, zodat ze weer normaal zouden kunnen functioneren
in de maatschappij. Maar de geestelijken waren er ook
voor de ambtenaren en deden vaak goed werk voor de
dorpsgemeenschap van Veenhuizen.
Het haasje
Predikanten in Veenhuizen kwamen regelmatig op
huisbezoek, zoals ook Dominee Germs, die zeer geliefd
was in het dorp. Op een dag kwam Dominee Germs, met zijn
zilverwitte snor en puntbaard, strak in het zwart
gekleed, even bij de familie Douwes aanwippen. Het was
oorlog en vlees was op de bon. Vader Aise Douwes had net
een haas gestrikt en geslacht. „Mo” Douwes was die aan
het braden. „Wat ruikt het hier lekker” zei Germs. „Ja,
vannacht gevangen,” zei Douwes en vervolgde: „Mo, geef
Dominee ook een stukje, dat lust hij wel.” Natuurlijk
lustte Dominee dat wel. Dat ging er in als zijn preek
bij een ouderling.
„Luister, Dominee,” zei Douwes, „die kunt u natuurlijk
ook zelf vangen in die grote tuin bij uw woning. „O ja?
Dan moet u me dat toch eens leren, want het is erg
lekker, zo’n haasje”, was het antwoord van Germs. Aise
Douwes nam een stuk dun metaaldraad, maakte er een lus
in en liet de Dominee zien, hoe de strik werd uitgezet
in de achtertuin.
Dominee Germs maait gras in de tuin.
Binnen een week had dominee Germs zelf ook stiekem een
strik gezet achter zijn woning in de tuin. Hij had deze
aan een tak gebonden op een smal paadje onder de heg,
waar konijnenkeutels lagen. Elke avond ging hij stiekem
even kijken of er al een haas of konijn in zat. De
eerste twee avonden was de strik nog leeg, maar de derde
keer was het raak. Er zat een volwassen haas in de strik
en voorzichtig haalde Germs het dode beest uit de strik.
Opeens zag hij een fel licht. Hij werd erdoor verblind
en zag niets meer.
„Wat moet dat daar, u bent in overtreding!” Dominee
Germs schrok zich wild, het was de jachtopziener H., die
hem op heterdaad betrapte. Maar hoe kon dat nou?
Had H. nou zo’n scherpe neus voor stropers, of was
Dominee Germs een beetje onvoorzichtig en had hij
zichzelf verraden? Dat is hem nooit duidelijk geworden.
Feit was wel, dat de jachtopziener er lucht van kreeg en
de dominee een bekeuring gaf voor stroperij. Dominee
Germs was het haasje en liet het stropers werk voortaan
liever over aan de specialisten in dit vak, bijvoorbeeld
aan Aise Douwes…….. (6)
De verheffing van het
volk
Germs en zijn collega De Graaf zetten zich in voor de
‘zedelijke opheffing’ van de landlopers in Veenhuizen.
Zij vooerden individuele gesprekken, maar bezochten ook
geregeld de verblijfzalen, waar ze oog en oor hadden
voor de kommernissen van de bewoners. Ze hielden er
lezingen met lichtbeelden over allerlei onderwerpen.
Deze lezingen waren zo populair dat de predikanten het
wel eens aan de stok kregen met de pastoor, die vreesde
voor een verkeerde invloed op de katholieken.
Op eigen initiatief begonnen ze ook met
reclasseringsactiviteiten. Via het Nederlands
Genootschap tot zedelijke verbetering der Gevangenen
begonnen ze het zwerversvolk na hun ontslag weer op pad
te helpen. Hierbij kregen ze de pastoor wel mee, al
werkte hij langs roomse kanalen (7).
Een zijstraat van de Hoofdweg in Veenhuizen, niet ver
van brouwerij Maallust, en niet ver van hetnationaal
gevangenismuseum, is de dominee Germsweg genoemd.
Op 1 december 1945 gaat Wessel Germs met emeritaat,
waarna hij gaat wonen aan de Torenlaan in Assen. Hij
overlijdt in die plaaats op 23 januari 1970.
Noten
1.Germs, W.E.P., gevangenispredikant te Veenhuizen
(Drents Archief)
2.Zie ook het Pauperparadijs van Suzanna Jansen en het
boek van dominee W.Chr. Germ over de familie Germs.
3.https://www.drijber.info/474/Stamboom_Prins.html
4.Zie ook het Pauperparadijs van Suzanna Jansen en het
boek van dominee W.Chr. Germs over de familie Germs.
5.Het archief in Assen (0879) bevat familie-bescheiden
en foto’s.
6.Clemens van den Brink:
http://www.gevangenisveenhuizen.nl/dominee-germs-is-het-haasje/
7.Jansen. S. (2011) Het pauperparadijs: een
familiegeschiedenis.
Copyright Albert van der Kaap en Aafke Huizing, 2020