Artikelen over het begin van de Reformatie in het Drentse Gasselte en de eerste predikanten.

Johannes Bernardus Folkerus Heerspink (1843-1843)

Van 1 juli 2018 tot haar plotselinge dood op 20 augustus 2019 was mijn vrouw Rosée van der Kaap-Busscher predikant van het Witte Kerkje in Gasselte. In die periode heb ik mij verdiept in de kerkelijke geschiedenis van Gasselte. Op deze pagina's publiceer ik af en toe resultaten van mijn onderzoek.

Inhoud

  1. Magazine: alle artikelen op Histoforum.
  2. Het begin van de Reformatie in Gasselte: Johannes Fabritius.
  3. Bernardus Fabritius, zoon van Johannes.
  4. Lodewijk Fabritius, zoon van Bernardus.
  5. Albertus Conradus Fabritius, broer van Lodewijk.
  6. Warnerus Emmen, schoonzoon van Albertus Conradus.
  7. Helperus Ritzema, opvolger van Warnerus Emmen.
  8. Lucas Schukking, opvolger van Helperus Ritzema.
  9. Albert Jan Hartman, opvolger van Johannes Dijck.
  10. Johannes Bernardus Folkerus Heersprink, opvolger van Albert Jans Hartman.
  11. Barend Sanders, opvolger van Johannes Heersprink.
  12. Roelof Klein, opvolger van Barend Sanders.
  13. Fokke Christiaan Ydema, opvolger van Tammo Tammerus Heringa.
  14. Wessel Enno Pieter Germs, opvolger van Fokke Christiaan Ydema.
  15. Jelte Boonstra, Wessel Enno Pieter Germs.
  16. Douwe Faber, opvolger van Jelte Boonstra.
  17. Jacob Cornelis Anthonie Nijenhuis Ockhuijsen, opvolger van Douwe Faber.
  18. Gerrit Jacob Mooi, opvolger van Jacob Cornelis Anthonie Nijenhuis Ockhuijsen.
  19. Teunis Adrianus van der Vlies, opvolger van Gerrit Jacob Mooi.
  20. Jelte Oosterhuis, opvolger van Teunis Adrianus van der Vlies.
  21. Jan de Bruijn, opvolger van Jelte Oosterhuis.
  22. Hendrik Fokke Winterwerp, opvolger van Jan de Bruijn.
  23. Gerrit Johannes Romijn, opvolger van Hendrik Fokke Winterwerp.
  24. Anthony Jan Roodzant, opvolger van Gerrit Johannes Romijn.
  25. Johannes Luchies, opvolger van Anthony Jan Roodzant.
  26. Tjeerd van der Bij, opvolger van Johannes Luchies.
  27. Frans Don, opvolger van Tjeerd van der Bij.
  28. De geschiedenis van het Witte Kerkje.
  29. De Weem: pastorie van het Witte Kerkje.
  30. De Spaanse griep in Gasselte (1918).

Johannes Bernardus Folkerus Heerspink (1843-1843)

PDF-versie

Albert van der Kaap en Aafke Huizing

 

De opvolger van Albert Jan Hartman als dominee in Gasselte was Johannes Bernardus Folkerus Heerspink. Hij diende de gemeente slechts een half jaar, van 26 maart 1843 tot 15 oktober 1843.

Na het emeritaat van dominee Hartman brengen de collatoren, de tien eigenerfden die het recht hebben om een predikant te kiezen, op 12 september 1842 een beroep uit op dominee Hinno Willem Jan Sannes uit Schildwolde. Sannes komt uit een familie van predikanten, want ook zijn vader, opa en overgrottvader waren predikant. Sannes neemt het beroep echter niet aan en dan valt de keuze op Johannes Bernardus Folkerus Heerspink, zoon van dominee Johannes Herman Heerspink en Janna Gosselaar.


Johannes Heerspink werd geboren op 21 december 1812 in Sleen. Op 12 juli 1842 trouwt hij in het, net over de grens gelegen, Duitse Bunde met Diddina Haukea Hitjer (1821-1889), dochter van Hermann Hitjer en Edina Mescher, met wie hij tien kinderen kreeg (1). Een broer van Diddina, Herman Hitjer, was predikant, in Oudeschans, Sleen, Zalk en Eelde. Van Deddina is een, Duitstalig, receptenboekje bewaard gebleven met achterin grappige spreuken en gedichten, zoals Probates Mittel die Männer bei guten Laune zu erhalten.


Kinderen van Johannes en Didddina

Van de vier zoons, die volwassen werden, is het beroep bekend, Herman was predikant, Eduard Folkert Jan arts, Johannes jurist en de jongste zoon, Bernard Frederik Johannes, was burgemeester (van Noordbroek). Van de dochters Johanna Margaretha Frederika (getrouwd met een predikant), Edina Lubberta Henriette (ook getrouwd met een predikant), Margaretha Elidia Taletta (getrouwd met een notaris) en Albertina Elidia is geen beroep bekend. Het lijkt niet onwaarschijnlijk dat zij, zeker na hun huwelijk, ook geen beroep buitenshuis meer hadden.

Van de kinderen van Johannes en Didddina liggen in het archief in Assem diverse stukken. Bijvoorbeeld van Albertine Elidia, die mogelijk ongehuwd was, een vraagboekje over kennis van de Bijbel en een diploma van bekwaamheid in behandeling der was en strijken uit 1901.


Johannes bezocht het Gymnasium in het Duitse Lingen en werd op 12 september 1832 ingeschreven als student theologie in Groningen. Volgens de Vindicat Atque Polit-almanak woonde hij in 1833 in de Stoeldraayerstraat bij de weduwe Buissink en in 1835 in de Folkingestraat bij de familie Cremer (2).

 
Na op 6 oktober 1836 tot proponent te zijn bevorderd door het provinciaal kerkbestuur van Drenthe, werd hij op 5 november 1837 bevestigd als predikant te Kolderveen door zijn neef ds. Evert Heikes Sikkes, predikant te Bonda (2 Tim. IV:7, 8a; intrede Joh. X:16b).


2 Timotëus vers 7 en 8

Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden. Nu wacht mij de krans van de gerechtigheid die de Heer, de rechtvaardige rechter, aan mij zal geven op de grote dag; en niet alleen aan mij, maar aan allen die naar zijn komst hebben uitgezien.



Van zijn eerste gemeente nam hij afscheid op 19 maart 1843 (2 Joh. vs. 3), om op 26 maart zijn intrede te doen te Gasselte, (Ef. IV:15) na door zijn broer Folkert Herman Heerspink, predikant te Gieten, bevestigd te zijn (2 Cor. V:20a).


2 Johannes vers 3

Genade, barmhartigheid en vrede zullen bij ons zijn, van God, de Vader, en van Jezus Christus, de Zoon van de Vader, in waarheid en liefde.


Brief aan de Efeziërs 4 vers 15

Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toe groeien naar hem die het hoofd is: Christus.


Tweede brief aan de Corinthërs 5 vers 20

Wij zijn gezanten van Christus, God doet door ons zijn oproep. Namens Christus vragen wij: laat u met God verzoenen.



Zijn verblijf in Gasselte was slechts van korte duur. In hetzelfde jaar namelijk hield Johannes de gedachtenisrede (27 pagina’s) na de dood van zijn broer Folkert die predikant in Gieten was. In de Vaderlandsche letteroefeningen, jaargang 1845 werd deze, in druk verschenen rede, als volgt beschreven: ‘Eene eenvoudige en hartelijke hulde aan eenen ontslapen broeder, die en den ontslapene, en den Spreker vereert en door den laatste tevens aan de vertroosting, stichting, vermaning der Christelijke gemeente wordt dienstbaar gemaakt. Het zou onvoegzaam zijn, zoo iets anders dan aan te kondigen.’ (3) Op de begraafplaats in Gieten staat voor hem een gedenkteken in de vorm van een zuil.


Blijkbaar viel deze rede zo goed dat men hem in diens vacature beriep, een beroep dat hij aannam. Nog in datzelfde jaar deed hij er op 22 oktober zijn intrede (m. Joh. IV:37; bevestigd door dominee Cornelis Tjassens Keiser, predikant te Enum met dezelfde tekst die ook zijn broer had gebruikt toen hij in Gasselte werd bevestigd (2 Cor. V:20).


Hij was o.a. voorzitter van ’t Nut in Gieten en bleef er werkzaam tot hij wegens emeritaat op 16 november 1879 zijn afscheidspreek hield (m. Fil. I:27), waarna hij zich vestigde te Groningen. Hij woonde van 1880-1890 aan de Ossemarkt 258b en van 1880 tot aan zijn dood op 30 juni 1899 aan het Lopende diep 2 (4).


Heerspink bleef tot het einde toe een overtuigd aanhanger van de Groninger Richting. Hij was, zooals ook uit zijn geschriften blijkt (hij schreef o.a. een geschiedenis van de theologiebeoefening aan de Groningse Academie en een biografie over zijn leermeester Petrus Hofstede de Groot), een dankbaar leerling en warm bewonderaar van de hoogleraren Loius Gerlach Pareau en Petrus Hofstede de Groot. Hij was jarenlang voorzitter van het Provinciaal Kerkbestuur van Drenthe en woonde verscheidene zittingen van de Algemene Synode der Nederlands Hervormde Kerk bij, 't laatst in 1878. Verder was hij o.a. in 1878 lid van de commissie van voordracht voor de benoeming van kerkelijke hoogleraren en van 1877 tot aan zijn dood lid van de commissie van Toezicht op den druk en de uitgave der Evangelische Gezangen. Hij was Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.


De afscheidsrede die hij op 16 november 1879 in Gieten hield is in druk verschenen (21 pagina’s).


Heersprink bezat aardig wat land, want op 5 december 1845 werden ten huize van Jan Harms Ottens, kastelein in Gieten, door Heerspink enige landerijen verhuurd voor een periode van drie jaar. Het gaat om een akker bouwland op de esch in Gieten, de Heugentakker, de Kruisakker, de Holtakker en de Vuileers voor in totaal 42,25 gulden (5). Maar ook later werd er nog land van hem verhuurd.


Johannes Heersprink overleed op 30 januari 1899, zijn vrouw Deddina was tien jaar eerder, op 17 februari 1889 overleden. Beiden zijn begraven op de Noorder begraafplaats in Groningen.

Johannes Herman Heersprink, vader van Johannes Bernardus

De vader van Johannes Bernardus Folkerus Heersprink, Johannes Herman was o.a. predikant in de Kolonie van Weldadigheid in Veenhuizen, in 1818 opgericht door Johannes van den Bosch. Het doel was om de ernstige armoede in de Hollandse steden na de Franse Tijd (1795-1813) te bestrijden en kansarmen aan het werk te zetten in ‘dwanggestichten’ in het Drentse dorp Veenhuizen. Ver van de boze stadswereld kregen armen, weeskinderen en zogenoemde ‘asocialen’ de kans om door hard te werken hun leven weer op de rit te krijgen. In 1824 arriveerden de eerste weeskinderen in de kinderkolonie en op 1 augustus 1824 kreeg de kinderkolonie een eigen protestantse predikant: Johannes Herman Heerspink. Heerspink was veertig jaar toen hij met zijn werk in Veenhuizen begon en ging met zijn gezin in Westervelde wonen. Hij gaf de kinderen in Veenhuizen catechisatie, preekte in het dorp en ontpopte zich tot een populaire en zeer geliefde predikant (6).

Hij stierf op 8 mei 1832 toen de typhus de kolonie aandeed. Op zijn graf, op de begraafplaats van Veenhuizen, prijken de schone woorden: 'Johannes Herman / Heerspink / Geboren den 13 Maart 1785 / overleden den 8 Mei 1832 /Hier rust een menschenvriend / een leeraar van Gods kerk / Vriendschaps Vereniging / legt op zijn asch deez' zerk, / Deez' waardige gezand, / van Jezus reine leer / werd haar te vroeg ontrukt, / haar leeraar is niet meer; / Veenhuizen smeekt O God, / geef ons een Heerspink weer' (7).


Noten

 

1.http://www.homanfree.nl/Gietgen/heerspink2.htm 
2.https://books.google.nl/books?id=pC30ZJ-myhoC&pg=PA421&lpg=PA421&dq=Diddina+Haukea+Hitjer&source=bl&ots=tV06hxNkhr&sig=O1N2Vn7zuApHg-cSB7IUfPTceQo&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwi_vbyd3pbcAhXLJFAKHWQODckQ6AEIQzAI#v=onepage&q=Diddina%20Haukea%20Hitjer&f=false
3.https://www.dbnl.org/tekst/_vad003184501_01/_vad003184501_01_0039.php 
4.Zie ook: Finke, B.J. & Heerspink, W. (2008) Heerscopinck: De geschiedenis van de erven en geslachten eerspink 1325-2000. Deel 1 Echteler, Klein-Ringe, Rheeze. Hilversum: Verloren. br /> 5.Finke, B.J. en Heerspink, W. (2008). Heerscopinc. De geschiedenis van de erven en geslachten Heerspink 1325-2000. Deel I Echteler, Klein-Ringe, Rheeze. Hilversum: Verloren.
6.Zie voor meer informatie: Finke, B.J. & Heerspink, W. (2008) Heerscopinck: De geschiedenis van de erven en geslachten Heerspink 1325-2000. Deel 1 Echteler, Klein-Ringe, Rheeze. Hilversum: Verloren.
7.https://historiek.net/weeskinderen-kinderkolonie-veenhuizen/64393/


 

Copyright Albert van der Kaap en Aafke Huizing, 2020

 


  •  

    u