Recensies van boeken over de geschiedenis van China.
Geschiedenis van China
In de loop der jaren schreef Jef Abbeel een groot aantal recensies van boeken over de geschiedenis van China. Op deze pagina vindt u een overzicht.
Inhoud
- Recensies over China
- Geschiedenis van China 1
- Geschiedenis van China 2
- Geschiedenis van China 3
- Geschiedenis van China 4
- Geschiedenis van China 5
- Geschiedenis van China 6
- Geschiedenis van China 7
- Geschiedenis van China 8
- Geschiedenis van China 9
- Geschiedenis van China 10
- Geschiedenis van China 11
- Geschiedenis van China 12
- Geschiedenis van China 13
- Geschiedenis van China 14
- Geschiedenis van China 15
- Geschiedenis van China 16
- Geschiedenis van China 17
- Geschiedenis van China 18
- Geschiedenis van China 19
- Geschiedenis van China 20
- Geschiedenis van China 21
- Geschiedenis van China 22
- Geschiedenis van China 23
- Geschiedenis van China 24
- Geschiedenis van China 25
- Geschiedenis van China 26
- Geschiedenis van China 27
- Geschiedenis van China 28
- Geschiedenis van China 29
- Geschiedenis van China 30
- Geschiedenis van China 31
- Geschiedenis van China 32
The Chinese Dream. A society under construction
Het was al langer bekend dat in het oosten van China meer bouwkranen staan dan
waar ook ter wereld. Nu blijkt uit dit nieuwe boek dat ze nog lang niet klaar
zijn met hun plannen.
Het schudt de lezer meteen wakker met enkele vragen. Wat zou er gebeuren als je
heel West-Europa in 20 jaar zou bouwen? En wat als tussen 2008 en 2020 ruim 400
miljoen boeren of toch dorpsbewoners in die nieuwe steden zouden komen wonen ?
De auteurs doen ons geloven dat in 2020 ongeveer 930 miljoen van de dan 1,5
miljard Chinezen in een stad zullen wonen. Nu zijn het er 530 miljoen op 1,3
miljard.
Hoe zal dat allemaal verlopen ? Hoe zullen die nieuwe steden functioneren ? Zal
men er de weg nog vinden? Zal er werkgelegenheid zijn ? Zullen er nog groene
plekken en parken overblijven? Zal de nieuwe stedeling er ’s nachts kunnen
slapen of zal hij dromen van zijn vroegere omgeving? Helaas kan men niet op
alles een afdoend antwoord geven. Samen met foto’s van bouwwerven en torenhoge
buildings, nemen deze vragen de eerste 14 pagina’s in.
Pas dan verschijnen de auteurs: DCF ofwel Dynamic City
Foundation, Neville Mars en Adrian Hornsby. Dynamic City
Foundation is een onderzoeks- en design-instituut, dat zich
bezig houdt met de snelle transformatie van de stedelijke
landschappen in China, de veelsoortige gevolgen daarvan en hoe
designers, planners en sociologen daarop kunnen inspelen door
modellen aan te bieden voor een sterk netwerk van 400 nieuwe
steden.
Op p. 17 staat ook de inhoudstafel, een beetje verdoken en niet
meteen op de handigste plaats. Ze leert ons meteen dat een
veelheid en grote verscheidenheid van onderwerpen aan bod zal
komen : de planning van de megalopolis, architectuur,
energievoorziening, wijzigende landschappen, steden zonder
geschiedenis, uitdijende voorsteden, economie, bestuur,
maatschappelijk leven. De stadsgroei zal in de komende 15 jaar
vooral plaatsvinden in de kleine steden en voorsteden. De
huidige oostelijke randstad van Beijing tot Shanghai is al
genoeg bevolkt ( 385 miljoen ) en zal met nog slechts 90 miljoen
inwoners toenemen tot 475 miljoen(p. 70-71).
De slogan van de Olympische Spelen is overal aanwezig : one
world, one dream of éénzelfde wereld, éénzelfde droom. Die droom
is momenteel voor bijna alle Chinezen : meer welvaart. Velen
dromen van een eigen huis en een auto, voor velen mag de huidige
stabiele situatie (lees : heerschappij van de C.P. ) blijven
bestaan. Vele anderen gaan in overdrive : zij aanbidden
blindelings de Westerse consumptiemaatschappij en presteren vele
overuren om te kunnen pronken met alle nieuwe elektronische
snufjes, dure merkkledij, nog duurdere cosmetica, plastische
chirurgie, snelle Duitse en Italiaanse auto’s. Voorspoed
primeert op vrijheid en op inspraak in het bestuur.
De alom geciteerde spreuk van Deng Xiao Ping is nog springlevend
: het doet er niet toe of een kat zwart of wit is, zolang ze
maar muizen vangt. Met duidelijke citaten illustreren de auteurs
de wensen van de jongeren: “We want to work hard and make a
fortune. We want to build up our country. That is the dream of
all the young people in Shenzhen. We want to buy a ca rand an
apartment and raise a family”. (554)
De weg naar die welvaart gaat nog dikwijls over ruwe paden. De
150 miljoen stedelijke migranten ervaren nog dagelijks wat
eating bitterness of bitter eten concreet betekent : 50 weken
per jaar leven naast of op de werf, in een schamele tent, met
primitieve bedjes en met één man die kookt voor heel de groep.
Vele jongeren kiezen bewust een andere weg dan hun ouders: “We
are very different from our parents. They always had to do what
they were told by the Communist Party. They couldn’t decide
anything for themselves. We are different. We set our own goals.
We want certain things, and we work towards them”. (576).
Bij een groot deel van de hardwerkende en goedverdienende jeugd
lijkt de consumptiedrang even ongebreideld als de economische
groei. En als die groei zich zo voortzet, zal China de VSA
evenaren in de volgende 25 jaar. In bepaalde opzichten is dat zo
al : de VSA lenen dagelijks zoveel geld in China, dat ze ervan
afhankelijk zijn.
De auteurs beseffen ten volle dat de urbanisatie niet zonder
problemen zal verlopen: de beschikbare landbouwgrond en de eigen
voedselvoorziening komen in het gedrang, de randstad van Beijing
tot Shanghai zit nu al overvol mensen en auto’s, de opbouw van
een sociaal weefsel tussen de nieuwe bewoners van de steden
–zonder -geschiedenis zal decennia duren, een deel van de
jongere generatie is verwend en egoïstisch, ze willen heel snel
rijk worden, maar als dat niet meteen lukt, geven ze even snel
de moed op en zijn ze ontgoocheld. Een ander probleem is de
bevoorrading in grondstoffen voor de bouw en de aanleg van
wegen, het explosief groeiende verkeer, parkeergelegenheden,
milieu, voorziening van groene ruimtes tussen de torenhoge
flatgebouwen. Het volstaat niet om de flats een groene kleur te
geven of een minuscuul lapje groen neer te poten tussen uniforme
en monotone buildings (148-181). Gelukkig geven de auteurs ook
voorbeelden waar de groenvoorziening succesvol verlopen is (
190-192). Ik mis hierbij een Chinees sleutelbegrip : feng shui :
een goede leefomgeving heeft positieve invloed op het geluk en
het welbevinden van de mens.
De samenstellers hebben wel kritiek op het tegenovergestelde :
de “sprawl”, de uitdijende voorsteden, de nieuwe stadsplanning
die dikwijls resulteert in vormeloze gehelen.
Ze verwijten de Chinese beleidsmakers ook onkunde : ze
verergeren vaak de stedelijke wanorde, terwijl ze de bedoeling
hebben deze te verminderen : where planning has failed, mud has
not(396). Een voorbeeld : het stadsdeel buiten de 5° ringweg van
Beijing is in een minimum van tijd gegroeid met 25%. Daar wonen
6 miljoen mensen of 40 % van de hele stadsbevolking. De
urbanisatie is ook te veel gericht op het aanwakkeren van het
consumentisme.
De auteurs stellen alternatieven voor, maar botsen op
weerstanden: hoe kan je individuen aanmoedigen om zelfstandig te
denken, als het idee van de partij het toch altijd haalt ?
(510). Een aanmerking hierbij: bij de aanleg van de Olympische
stadions en van het Olympisch dorp heeft de partij in grote mate
vrij spel gegeven aan Westerse architecten.
De samenstellers hebben een indrukwekkende studie afgeleverd.
Chinese beleidsmakers, demografen en urbanisatiedeskundigen waar
ook ter wereld kunnen er lessen uit trekken.
De aanpak en de schrijfstijl is kritisch en pittig. Eén
voorbeeld : “Beijing is a city dominated – defined – divided –
connected – serviced – navigated – rationalized and described by
its 6 ring roads (358). De eerste is 17 km, de 6° het
elfvoudige, nl. 190 en ze vormen geen concentrisch geheel, maar
een onontwarbaar kluwen.
De veelkleurige bladspiegel heeft een unieke kunstzinnige
lay-out, de kernbegrippen zijn ingekleurd, tabellen en grafieken
zijn in elkaar verweven, met schijnbaar handgeschreven zinnen of
kreten en uitspattende inktvlekken tussenin. Ze maken van het
boek zelf een half kunstwerk. Dit is origineel, maar tegelijk
vermoeiend voor het oog van de lezer, zeker wanneer de tekst in
minuscule lettertjes op een zwarte achtergrond staat. Vele
pagina’s zijn niet genummerd. De foto’s zorgen zowel voor de
nodige afwisseling als voor schokeffecten. Bij te veel foto’s
moet je wel zelf de uitleg bedenken.
Als buitenstaander blijf ik achter met een vraag die de auteurs
niet stellen : waarom lokt de overheid 400 miljoen boeren van
hun geliefd platteland naar flatjes in de steden ? Waarom lokt
men de bedrijven niet naar het platteland, zodat de arbeiders in
hun vertrouwde woonomgeving kunnen blijven wonen, niet
ontworteld raken en hun sociaal weefsel behouden ? Bij ons heeft
toch ook elke gemeente zijn industriezone!
Soms stoot je op een kleine contradictie: op p. 33 lezen we dat
in 2030 de steden 930 miljoen inwoners zullen tellen, elders is
dat al in 2020 ( p. 37, 53, op de achterflap).
Los van deze details is dit een bijna onmisbare studie voor wie
zich actief met China bezig houdt : architecten, planologen,
buitenlandse bedrijfsleiders, kandidaat-investeerders. Ook
journalisten en leraren aardrijkskunde en geschiedenis zijn
ermee gebaat.
Je houdt er best een stevig Engels woordenboek bij, want de
terminologie is niet alledaags en niet eenvoudig. Begrippen
zoals lockdown, outsize ( als werkwoord), surmize staan niet in
elk woordenboek. (Bijna) achteraan staat wel een verklarende
woordenlijst met andere Engelse en Chinese vaktermen en enkele
afkortingen ( 672 – 690 ). Hopelijk merkt de lezer dat op tijd,
want pas vanaf p. 151 verwijzen voetnoten in kleine lettertjes
ernaar. Je moet ook even wennen aan de alfabetische volgorde :
The Chinese Dream staat bij de letter T, niet bij C of D. Een
register ontbreekt helaas. Daardoor verlies je wel wat tijd met
het terugzoeken van gegevens. De prijs is heel redelijk.
Tot slot: The Chinese Dream is een moeilijk boek voor wie geen
architect of urbanisatiedeskundige is, maar de vele passages
over de bevolking en hun aspiraties verlichten dat leed en
bieden de lezer een kijk op de sterk evoluerende Chinese
maatschappij.
Referentie
DCF (Dynamic City Foundation) – Neville Mars – Adrian Hornsby,
The Chinese Dream. A society under construction. Uitgeverij
010, Rotterdam, 2008. 784 p. ; harde kaft, foto’s, tabellen,
grafieken, woordenlijst. ISBN 978 90 6450 652 9; € 49,50.
juli – augustus 2008