Clive Hamilton en Mareike Ohlberg. Stille verovering. Hoe China
het Westen infiltreert en de wereldorde herschikt..Uitgeverij
Xander, Haarlem/L&M, Antwerpen, september 2020 / ISBN
978-90-452-1759-8 /.Vertaling door Frank van der Knoop van
‘Hidden Hand. Exposing how the Chinese Communist Party is
Reshaping the World’ / 448 p., 21x14 cm, paperback, € 24,99.
Stille verovering. Hoe China het Westen infiltreert en de wereldorde herschikt
Hamilton is een Australische specialist in wereldpolitiek, Ohlberg een Duitse sinologe, gespecialiseerd in Chinese propaganda.
.
Inhoud
- Recensies over China
- Geschiedenis van China 1
- Geschiedenis van China 2
- Geschiedenis van China 3
- Geschiedenis van China 4
- Geschiedenis van China 5
- Geschiedenis van China 6
- Geschiedenis van China 7
- Geschiedenis van China 8
- Geschiedenis van China 9
- Geschiedenis van China 10
- Geschiedenis van China 11
- Geschiedenis van China 12
- Geschiedenis van China 13
- Geschiedenis van China 14
- Geschiedenis van China 15
- Geschiedenis van China 16
- Geschiedenis van China 17
- Geschiedenis van China 18
- Geschiedenis van China 19
- Geschiedenis van China 20
- Geschiedenis van China 21
- Geschiedenis van China 22
- Geschiedenis van China 23
- Geschiedenis van China 24
- Geschiedenis van China 25
- Geschiedenis van China 26
- Geschiedenis van China 27
- Geschiedenis van China 28
- Geschiedenis van China 29
- Geschiedenis van China 30
- Geschiedenis van China 31
- Geschiedenis van China 32
- Geschiedenis van China 33
- Geschiedenis van China 34
- Geschiedenis van China 35
- Geschiedenis van China 36
Stille verovering. Hoe China het Westen infiltreert en de wereldorde herschikt
Dankzij
de boeken van Rob de Wijk (‘De nieuwe wereldorde. Hoe China
sluipenderwijs de macht overneemt’) en van Jeanne Boden
(‘Chinese propaganda verblindt de wereld’) weten we al minstens
sinds 2019 dat we op onze hoede moeten zijn.
Deze studie gaat daar nog dieper op in door een harde analyse
van de CCP (Chinese Communistische Partij), van de houding van
de politieke elites in Noord-Amerika, Europa en Australië, de
Chinese diaspora, de Chinese spionagediensten en het culturele
slagveld.
De CCP heeft volgens de auteurs een doortastend en weldoordacht
plan en een gigantisch budget om haar denkbeelden en invloed
overal te verspreiden. Regeringen, universiteiten en zakenlieden
vrezen financiële represailles als ze de kant kiezen van
Tibetanen, Oeigoeren, Falun Gongers, Hongkongers of Taiwanezen.
Canada arresteerde in 2018 Meng Wanzhou, de topvrouw van Huawei.
China reageerde met de blokkering van de import van Canadese
sojabonen, raapzaad en varkensvlees. Ook Zuid-Korea ondervond
een harde boycot toen het in 2017 Amerikaanse raketten plaatste
als reactie op agressies vanuit Noord-Korea. Dit zijn maar twee
van de vele voorbeelden die de auteurs geven. Bij het massale
protest in Hongkong blijft de CCP verkondigen dat het om een
uiterst klein groepje gaat (p. 41-42). In 2014-2016 annexeerde
China enkele eilandjes in de Zuid-Chinese Zee: Obama en Biden
lieten begaan. In 2019 beweerde Bloomberg zelfs dat Xi geen
dictator is (p. 55-56). In juli 1989, slechts één maand na het
Tienanmen-drama, sloot president Bush alweer vriendschap met
China (p. 60-62).
Ook in Europa telt China vele belangrijke vrienden en in Brussel
heeft het een zeer actief spionageteam met 250 spionnen om de EU
en de NAVO in het oog te houden. Massale diefstal van
intellectuele eigendom en technologie is reeds lang aan de orde.
Tussen 2000 en 2019 was China betrokken bij 137 spionagezaken in
de VSA alleen (p. 177-182). De auteurs beweren dat Huawei
massaal spioneert en intellectuele eigendom steelt. Het sponsort
universiteiten, maar enkele topuniversiteiten zoals Oxford, MIT,
Stanford en Berkeley willen niet langer door Huawei gesponsord
worden (p. 200-205).
Binnen het Europees Parlement heeft China een vriendschapsgroep
van 46 parlementariërs en dan nog aparte groepen in Frankrijk,
Duitsland, Italië en Engeland (p. 75-85). Heel wat landen sloten
zich aan bij ‘De Nieuwe Zijderoute (DNZ)’: Polen, Tsjechië,
Bulgarije, Hongarije, Portugal, Griekenland, Malta, Italië, in
de hoop op grote investeringen. Deze lijst is trouwens
onvolledig: Nederland, België en andere landen doen ook hun best
om investeringen binnen te halen. De havens van Rotterdam,
Antwerpen, Zeebrugge, Bilbao, Valencia en Athene zijn deels of
geheel in Chinese handen (p. 151).
De auteurs beschouwen DNZ als een Trojaans paard waarmee de CCP
niet enkel de economie koloniseert, maar ook veel invloed
verwerft op het politiek systeem van de deelnemende landen.
Xi wil de Chinese wereldorde de plaats doen innemen van de
Amerikaanse, wat begrijpelijk is.
In Frankrijk is ex-premier en ex-vicepresident Raffarin de ‘man
van China’. In 2005 beweerde hij al dat China in Taiwan mag
binnenvallen (p. 100). De ‘France-China Foundation’ telt vele
pro-Chinese toppers uit de politiek en de zakenwereld. In
Duitsland rechtvaardigde Helmut Schmidt (kanselier van 1974 tot
1982) het bloedbad van Tienanmen (p. 103). En zijn
SPD-partijgenoot Gerhard Schröder (kanselier van 1998 tot 2005)
verkocht zichzelf niet enkel aan Rusland, maar ook aan China.
In 2007 veroordeelde hij Merkel openlijk omdat ze de dalai lama
had ontmoet (p. 104).
We lezen ook welke economische belangen de toppers van de CCP,
inclusief corruptiebestrijder Xi Jinping, hebben in de Chinese
bedrijven. Miljardairs zoals Jack Ma (Alibaba en Ant), Pony Ma
(Tencent) Richard Liu (JD.com) en Robin Li (Baidu) zijn zeer
trouwe partijleden. Amerikaanse bedrijven zoals Goldman Sachs,
Morgan Stanley en Blackstone hebben zeer goede contacten met de
CCP en nemen zonen en dochters van partijtoppers in dienst. Idem
voor Deutsche Bank en Crédit Suisse (p. 130-140). China staat
ook sterk in de Londense City en in Frankfurt. Apple, VW,
Mercedes en Siemens werken goed samen met de CCP.
De CCP controleert alle Chinese media en probeert dat ook
wereldwijd met de andere media. Hun Engelstalige tv-zender CNC
World zendt 24 u op 24 uit en verkondigt dat de overgang naar
een door China geleide wereld niets dan goeds zal brengen (p.
214). Het Chinese persbureau Xinhua sloot akkoorden met Reuters,
AP e.a. om journalisten ertoe aan te sporen hun kritiek op China
te matigen en Chinese standpunten te verdedigen. In 2014 werd
Forbes overgenomen, in 2015 werd de (tot dan toe kritische)
South China Morning Post eigendom van Alibaba.
Via de organisaties Poly Culture en China Arts Foundation
probeert men buitenlandse elites te winnen voor China en tot
zelfcensuur te brengen. Religies worden in China onderdrukt: in
kerken en moskeeën hangen camera’s en foto’s van Xi, katholieke
bisschoppen en boeddhistische lama’s worden benoemd door de CCP,
kerken krijgen meer beperkingen dan vrijheden (p. 250-252).
De auteurs sommen een aantal Amerikaanse en Europese denktanks
op die zich laten sponsoren door de Chinese regering en Chinese
bedrijven, o.a. het Europacollege in Brugge en het World
Economic Forum in Davos. Zelfs het Duitse MERICS (Mercator
Institute for China Studies) stelde in 2018 een zeer
China-gezinde directeur aan: de Nederlander Frank Pieke. In 2020
nam hij ontslag (p. 264-265). Universiteiten worden onder druk
gezet om aan zelfcensuur te doen en activiteiten i.v.m. Taiwan,
Hongkong en Tibet af te gelasten (p. 277-279). In 2018 telden de
universiteiten in Amerika, Canada, Engeland en Australië samen
750.000 Chinese studenten, die voor veel collegegeld zorgen. Als
ze China tegen de borst stoten, verliezen ze die studenten en
hun inschrijfgelden. Dat geldt ook voor leerstoelen die China
financiert (p. 289-293). Ook uitgevers zoals Routledge en
tijdschriften zoals ‘Springer Nature’ staan onder Chinese druk.
Australische en Nieuw-Zeelandse uitgevers kregen in 2019 zelfs
een lijst met verboden woorden en onderwerpen voor de boeken die
ze in China laten drukken. Maar de Nederlandse uitgever Brill
capituleerde niet voor die censuur (p. 297-301).
In 2018 riep Xi de Chinezen op om de internationale instellingen
en de huidige wereldorde naar hun hand te zetten, zodat
autoritaire regeringsvormen en de Chinese definitie van
mensenrechten geaccepteerd worden (p. 303). In de VN is de macht
van China al enorm toegenomen. Ze leiden nu 4 van de 15
VN-organisaties, terwijl de VSA, Frankrijk en Engeland er elk
maar één hebben (p. 305). Sinds 2015 worden Taiwanese burgers en
diplomaten niet meer toegelaten in de hoofdkwartieren van de VN
in New York en Genève. China blokkeerde ook het Taiwanese
lidmaatschap van de Wereldgezondheidsorganisatie, zelfs tijdens
SARS (2003) en corona (2020).
De censuur in China is de best georganiseerde ter wereld, met
zoekmachines die een aantal termen blokkeren en strenge regels
voor internetbedrijven.
In hun nawoord geven de auteurs tips aan de Westerse regeringen,
universiteiten, culturele organisaties en media om te reageren
op de bedreigingen voor onze vrijheden en mensenrechten.
Hoewel hun boek vrij somber is, hopen ze dat de democratie en de
vrijheid zullen zegevieren. Ze beweren dat het verzet tegen de
CCP groeit en dat de partijbonzen zich daar zorgen over maken
(p. 326). Ik vraag me wel af of er een groeiend verzet is; zeker
niet in de politiek en ook niet in de zakenwereld. Tenzij dan
het weren van Huawei en ZTE voor 5G-netwerken.
Het boek eindigt met een schema van de CCP-organen, een
woordenlijst, een lange lijst met afkortingen, een nog veel
langere lijst met noten en een register.
Beoordeling
Het beeld dat we hier overhouden is zeer negatief. Wellicht iets
te negatief: het is één lange aanklacht, weliswaar sterk
onderbouwd en het lijkt wel alsof China niets goeds meer doet.
Wie nog dacht of denkt dat China onze democratie en
mensenrechten zal overnemen, zal na de lectuur het omgekeerde
vrezen, nl. dat internationale organisaties en westerse landen
steeds meer begrip zullen opbrengen voor autoritaire regimes,
die mensenrechten negeren, zeker als die regimes economisch zeer
goed presteren en als enige nog groeien in dit corona-jaar.
Er staat één zeldzaam drukfoutje in: p. 85: ‘La France
‘Insoumice’ moet Insoumise zijn en de vertaling (‘ongebogen’)
zou ik veranderen in ‘niet onderworpen’. Jiang Zemin was in 1999
geen premier, wel secretaris-generaal van de CCP en president.
Bijeenkomt (p. 315) moet bijeenkomst zijn.
©Jef Abbeel, oktober 2020,
www.jefabbeel.be